22 oktober 2013
5 minuten
Persoonlijk Op het Landelijk Congres Openbare Ruimte wordt ingegaan op hoe kwaliteit samen met de burgers te realiseren. En wat u wel en wat u niet aan burgers kunt overlaten. Alphen aan den Rijn is een voorloper als het gaat om burgerbetrokkenheid. En zo denkt niet alleen de gemeente erover, maar ook bewoners zélf. Peter Westgeest, adviseur bewonersparticipatie bij de gemeente, denkt dat vier aspecten hierbij belangrijk zijn. ‘Burgers willen meedoen, regisseren, meedenken en de mogelijkheid tot samenspel hebben. Het is alleen de vraag in hoeverre je dat aan ze over moet laten, en wanneer je als gemeente de touwtjes in handen moet hebben.’ Volgens Westgeest kan burgerparticipatie voor gemeenten veel voordelen hebben. ‘De betrokkenheid van mensen bij hun omgeving is een groot voordeel, omdat ze hierdoor een positieve beleving van de woonomgeving krijgen. Vooraf aan het congres delen Westgeest, Kees van Velzen (wethouder) en Jona Geers (Landschapsarchitect) op welke manier de gemeente Alphen aan den Rijn inzet op burgerparticipatie.
‘De burger wil positief betrokken worden, niet vanuit een bezuinigingsgedachte.‘
‘Als gemeente moet je eerst investeren!‘
Om achteraf minder in het beheer te moeten investeren moeten een aantal zaken vooraf worden ondervangen. ‘Als gemeente betekent dit dat je eerst moet investeren’, aldus van Velzen. ‘De gemeente Alphen aan den Rijn heeft een xx aantal omgevingsvakmensen in dienst om de participatie van burgers in de openbare ruimte te ondersteunen. Daarentegen levert burgerparticipatie bij het onderhouden van de openbare ruimte weer financiële middelen op. Onze insteek is echter niet om te besparen in de openbare ruimte, maar er in te investeren. En daar komt veel meer voor terug dan financieel voordeel op de langere termijn. Door de inspanningen van de burgers gaat de kwaliteit van onze openbare ruimte omhoog, zijn de inwoners van Alphen aan den Rijn betrokken bij hun leefomgeving en brengt de gezamenlijke verantwoordelijkheid de mensen samen. Dát zijn zaken die veel belangrijker zijn dan een paar euro voordeel per vierkante meter. Ga je burgerparticipatie financieel aanvliegen, dan ontstaat er druk om snel te scoren. Dat lukt – zeker op korte termijn – niet. De burger wil positief betrokken worden, niet vanuit een bezuinigingsgedachte. ‘
Hoe betrek je de burger?
Van Velzen: ‘Je moet er wat voor teruggeven. Wij zorgen voor een goede service, omgevingsvakmensen waar de burger een beroep op kan doen, informatieavonden, materialen en veel waardering in de vorm van wijkbezoeken, de verkiezing van het mooiste perk, een beloning voor vrijwilligers die al twintig jaar meewerken of juist net nieuw zijn, educatie-avonden en twee tot drie maal per jaar een bezoek met ons eigen keet. We drinken samen koffie, gaan aan de slag in de openbare ruimte en dragen kennis over. Het groen in de wijk vormt op deze manier de aanjager voor het sociale proces.
Jona Geers, de landschapsarchitect van de gemeente gaat in op het ontwerpproces. ‘Omdat de openbare ruimte opnieuw moet worden ingericht komt ook het ontwerp aan bod. In deze processen gaan we met de bewoners aan tafel. Het zijn gebieden waar zij zelf al jaren wonen, bestaande wijken. In de ontwerpprocessen speelt dat een belangrijke rol. Organiseren van bewonersavonden: wat zijn de wensen? Van daaruit formeren we werkgroepen die zich richten op de thema’s die spelen in de wijk. Daarmee sluiten we zo nauw mogelijk aan bij dat wat de burger belangrijk vindt en proberen we het nog wat verder uit te diepen’, aldus Geers.
Samen met bewoners wordt naar oplossingen gezocht. Vervolgens denkt de gemeente ook na over de volgende stap, hoe moet de openbare ruimte onderhouden worden nadat het is aangelegd. ‘Als bewoners een rol willen spelen in het beheer, geeft dat ons de kans om meer te doen, om bijzondere plekken te maken. Dat kan niet altijd en overal, de budgetten nemen af, maar er ontstaan op deze manier soms mooie kansen’, stelt Geers.
En blijft het altijd maar goed gaan?
Velzen: ‘Natuurlijk is het spannend, blijft dit goed gaan of zitten we straks met allemaal gestrande initiatieven en daalt de kwaliteit van het groen in de gemeente naar een basisniveau? De grootste budgetten binnen de gemeente zitten in de ruimtelijke sfeer, dus natuurlijk komt die discussie op ons af. En natuurlijk moet er budget blijven voor de omgevingsvakmensen.
Welke uitdaging ligt er op de korte termijn?
Loslaten! ‘We komen nu in een fase dat we het niet allemaal meer kunnen beheersen. Maar we willen het niet institutionaliseren en helemaal dichtregelen, want dan werkt het niet meer. We zullen kortom meer moeten loslaten, zelf moeten terugstappen. Dat is lastig, zeker voor de mensen in de praktijk, die graag vanuit hun vakmanschap de burger bedienen. Toch is dat de richting die we op moeten’, aldus van Velzen
Burgerparticipatie altijd dé oplossing voor de openbare ruimte?
Nee, in Alphen leerden ze ook de valkuilen kennen. Westgeest: ‘Je moet er wél voor zorgen dat je als gemeente zoveel mogelijk aansluit bij bestaande initiatieven, dan vind je datgene wat bewoners bindt. Daarvoor moet je als gemeente heel goed luisteren en projecten niet zelf in willen vullen. Want voor je het weet, maak je een ontwerp dat door bewoners niet wordt herkend, saai wordt gevonden en waar ze snel op zijn uitgekeken. Laat het echt iets van de bewoners zijn, dan heb je de meeste kans op continuïteit. Dat laatste is belangrijk, want wij kennen ook projecten waar bewoners zijn afgehaakt, doordat initiatiefnemers verhuisden of het werk op de schouders van een enkeling kwam.’ Toch is Alphen meer dan blij met de betrokkenheid en inzet van haar burgers en laat in vijf succescases zien hoe dat werkt.
30 oktober en 11 december 2013 - Landelijk Congres Openbare Ruimte
Leren! Hoe méér met minder te doen? Hoe praktische kennis direct in de praktijk over te brengen? Hoe resultaat te boeken? Het Landelijk Congres Openbare Ruimte zet hier tijdens de achtste editie volledig op in. Voor meer informatie en aanmelden: www.lcor.nl
Cover: ‘2013.10.22_Kwaliteit samen met burgers organiseren_180’