Interview Vanuit haar studie en werk ontwikkelde Mare de Wit niet alleen een scherpe focus op het thema water, maar ook op de communicatie daarover. Van daaruit ontwikkelde ze een nieuwe methodiek, die uitgaat van de toekomstige inrichting van Nederland. Dat resulteerde in haar recente aanstelling als ‘Toekomstambassadeur water en klimaatadaptatie’. Ysbrand Visser sprak met haar.
In het kader van zijn gasthoofdredacteurschap voor Stedebouw & Architectuur mocht hoogleraar en Deltacommissaris Co Verdaas suggesties doen voor te interviewen personen. In aansluiting op zijn pleidooi voor meer feminiene kwaliteiten in de gebiedsontwikkeling koos hij vakvrouwen van drie generaties: Sybilla Dekker (our-minister VROM), Esther Agricola (regiodirecteur BPD | Gebiedsontwikkeling) en waterexpert Mare de Wit. De laatste bijt de spits af.
“Nederland is waterland, maar mijn generatie is de relatie met water enigszins verloren. Zo weten veel van mijn vrienden niet dat het IJ onderdeel is van het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal. Die zien het IJ als het IJ en voelen geen samenhang met het grotere systeem. Daarom probeer ik altijd te werken aan de inhoud én de communicatie. Als wij niet goed vertellen wat we doen en waarom, dan doen we iets verkeerd. De kracht van taal en van het verhaal wordt te vaak onderschat. Zeker in de technische waterwereld, terwijl water ook juist ontzettend verbindt.
Ik merkte dat vanuit de techniek en de technische aanpak de ziel van het water soms verloren ging. Daarom hebben we het ‘Verhaal van het kanaal’ ontwikkeld. Zo is het Noordzeekanaal niet alleen een economische transportas, maar ook een thuis voor veel dieren en planten. Heel weinig mensen weten daar iets van en hoe dat is ontstaan. Zo schetsten we het bredere plaatje, waarbij het een niet per se belangrijker is dan het ander.”
Het generatiedenken moet veel meer leidend zijn
“Bij Rijkswaterstaat keek ik ook naar de toekomst: de zeespiegelstijging. Wordt het bijvoorbeeld drie of vijf meter stijging? Die vragen over de toekomst, op tal van niveaus, zoals economisch of klimatologisch, spelen ook bij het Nationaal Deltaprogramma of in Novex-gebieden. Ik probeer dan vooral simpele vragen te stellen en korte antwoorden te krijgen. Wat moeten we doen en laten voor nu en later. Wat behoud je en wat geef je op, en voor wie? Voor nu of voor de mensen die na ons komen? Ik merkte dat het heel moeilijk was om daar antwoord op te krijgen.”
Toekomst aan Tafel
“Steeds vaker hoorde ik ook dat ‘wij afwenteling op toekomstige generaties willen voorkomen’. Het stond zelfs in het Hoofdlijnenakkoord van het nu demissionaire kabinet en in de recente Voorjaarsnota. Als ik dan naar de invulling vroeg, bleek dat daar geen aanpak of methodiek bij zat. Dat was voor mij aanleiding om de toenmalige Deltacommissaris, Peter Glas, te benaderen. Hetzelfde signaal gaf ik ook af bij mijn ministerie en bij Rijkswaterstaat. Zodoende mocht ik De Toekomst aan Tafel ontwikkelen, een methodiek die op dat moment nog ontbrak. En dat samen met twee groepen van young professionals en ervaren experts, en ook op basis van wetenschappelijke literatuur en maatschappelijke ontwikkelingen.”

Tijdens het Nationaal Deltacongres 2024 heeft Mare de Wit haar rapport met aanbevelingen aangeboden aan deltacommissaris Co Verdaas, directeur-generaal Jaap Slootmaker van het ministerie en plaatsvervangend directeur-generaal van Rijkswaterstaat Patricia Zorko (niet op de foto).
‘Aanbieding rapport Mare de Wit’ (bron: Deltaprogramma)
“Het is een kopieerbare methodiek, waarmee allerlei organisaties aan de slag kunnen gaan. Je ziet immers dat deze uitdagingen overal spelen. Het generatiedenken moet veel meer leidend zijn, zoals we dat ook kennen van de zevengeneratieregel bij de Noord-Amerikaanse Haudenosaunee-indianen. Zij kijken bij elk besluit drie generaties terug en drie generaties vooruit. Zo zijn wij in Nederland erg trots op de Afsluitdijk en het inpolderen van de Zuiderzee en de gebieden daaromheen. Dat zien we als een van de grote verdiensten van de watersector. Maar terugkijkend, bijvoorbeeld op de culturen en het erfgoed die langs de oude kusten verloren gingen, is het verhaal veel breder. Als je op eenzelfde manier de toekomst schetst, bijvoorbeeld met een enorme dijk voor de Noordzeekust, zeggen mensen vaak ‘laten we het niet doen’. Die ambivalentie is goed om expliciet te bespreken. En dat gebeurt bij De Toekomst aan Tafel.”
Het hele plaatje
Als je dan vooruitkijkt, hoor ik vaak dat we weer kathedralen moeten gaan bouwen. Dus plannen die eeuwen meegaan. In Barcelona wordt echter al sinds 1882 gebouwd aan La Sagrada Familia, terwijl alles eromheen, zoals overtoerisme en ontkerkelijking, verschrikkelijk is veranderd. Misschien is zelfs de functie veranderd, terwijl de bouw nog steeds heel veel belastinggeld kost zonder dat huidige generaties daarvoor kozen. Die kerk levert ook veel op, maar hoe staat dat tegenover elkaar? Dat gesprek, over zaken uit het verleden waarmee we wellicht niet blij zijn, is heel ingewikkeld. Vandaar dat we een methodiek ontwikkelden, zodat we vooraf wél het hele plaatje en alle mogelijke uitkomsten goed kunnen bespreken.
We zijn soms te bang om bepaalde zaken bespreekbaar te maken, terwijl je daarmee juist veel in beweging kan zetten
“De vraag is nu vooral: wanneer vinden we het niet meer acceptabel dat we problemen doorschuiven naar de toekomst? En hoe moet de overheid daarmee omgaan? Dat gesprek moeten we vaker voeren. Alleen maar zeggen dat je afwenteling wilt voorkomen, is niet uitvoerbaar en onhandig. Bespreek daarom met elkaar welke verantwoordelijkheid we hebben, zodat we problemen en kansen zien, waarover politici dan beslissingen kunnen nemen. En dat niet alleen met ambtenaren, maar juist ook met burgers.
Neem de stedenbouw in diepe polders. Wat is de houdbaarheidsdatum van zo’n plan? Moeten daar op een bepaald moment pompen bij worden gezet? En moeten wij daarvoor nu al een beetje gaan bijbetalen? Of laten we later in dat gebied ineens de belastingen met driehonderd procent toenemen? Wat vinden we dus belangrijker, woongenot hier en nu of een eerlijke verdeling van de kosten daar en dan? Dat maatschappelijke gesprek wil ik nu al op tafel brengen.”
Goede gedoe
“Het besef over dit soort vraagstukken groeit, maar tegelijkertijd merk je in het Haagse ook dat het juist moeilijk is om lange lijnen uit te zetten. Waar je echter ook staat in het politieke veld, de toekomst verbindt. Iedereen hoopt op een goede, fijne en eerlijke toekomst voor zijn of haar nageslacht, alleen vult iedereen dat anders in. Toch kun je los van je politieke opvattingen veel overeenstemming vinden rond thema’s als veiligheid, gezondheid en onderlinge verbinding. Bovendien zijn we soms te bang om bepaalde zaken bespreekbaar te maken, terwijl je daarmee juist veel in beweging kan zetten. Deltacommissaris Co Verdaas noemt dit ook wel ‘het goede gedoe’.”

‘Monument laagste punt van Nederland’ door Richardw (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 3.0, uitsnede van origineel
“Het programma De Toekomst aan Tafel kent drie fasen: betrekken, borgen en benutten van de toekomst aan tafel. We willen eerst Toekomstbouwplaatsen organiseren, waarin we concrete dilemma’s tussen nu en later schetsen en mensen vragen wat dit bij hen oproept. Zo is het bouwen in diepe polders een heel mooie casus. Als je met een gemengde groep dat gesprek open aangaat, krijg je soms ambitieuzere oplossingen dan je vooraf voorziet. Het is wel zaak dat iemand binnen een organisatie deze methodiek oppakt om de manier van werken met dat perspectief te verrijken. Juíst nu je ziet dat er in de maatschappij veel onrust heerst over het toekomstperspectief. Vragen daarover worden heel erg gedeeld door verschillende generaties en daarom wil ik met deze methodiek, op een inspirerende manier, de beweging richting de lange termijn erin houden.”
Cultuurverandering
“Ook willen we ‘toekomsttrainers’ opleiden die in hun organisatie, op allerlei plekken en niveaus, de methodiek op de werkvloer kunnen toepassen. Diverse waterschappen en gemeenten als Amersfoort en Amsterdam willen hiermee al aan de slag gaan. Het is een verrijking van hoe je werkt en daarmee een cultuurverandering die we zowel bottom-up als top-down moeten aanzwengelen. Die persoon moet wel zichtbaar zijn op de werkvloer en weten hoe de processen daar lopen. Tegelijkertijd moet die iemand, wanneer een besluit vooral symbolisch is, ook met de vuist op tafel kunnen slaan. Want dat is een beetje de valkuil met dit thema. Daarom hebben we ook de Toekomstseffectrapportage ontwikkeld, met als doel dat die wordt ingevuld bij elk besluit dat naar de Tweede Kamer gaat. Zo kunnen onze kinderen of kleinkinderen later terugzien dat we rekening met hen hebben gehouden en dat we een keuze hebben gemaakt die op dat moment acceptabel was. Dat kan ook een keuze voor de korte termijn zijn, dat is helemaal niet verkeerd, als je het maar goed uitlegt.”
Over Mare de Wit
Mare de Wit studeerde communicatiewetenschap, waarbij het duurzamer omgaan met de aarde een steeds groter thema werd en ze afstudeerde op het motiveren tot duurzamer gedrag. Tijdens haar master Environment & Resource Management kwam ‘water’ centraal te staan als bron van alles: van leven en gemeenschappen (zoals Mesopotamië), maar ook van de huidige geopolitieke en klimatologische problemen en de maatschappelijke ontwrichting. “Alles valt of staat bij hoe we het water beheren en hoe we het water verdelen.” Ze begon in 2020 bij Rijkswaterstaat als adviseur klimaatbestendig waterbeheer en werd ernaast in 2024 aangesteld als Kwartiermaker ‘De Toekomst aan Tafel’. Sinds kort is ze vanuit het Nationaal Deltaprogramma, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat full time Toekomstambassadeur water en klimaatadaptatie.
Cover: ‘IJ-rivier, het Eye Filmmuseum en de A'DAM Toren.’ door Emzzi (bron: shutterstock)