Opinie De onlangs verschenen en langverwachte Ontwerp-Nota Ruimte voegt de daad bij het woord: elke regio verdient een plek op de kaart. Alleen ligt er een groot gevaar op de loer, stellen Maaike Postma en Sjors de Vries van bureau RUIMTEVOLK. De landsdekkende opdeling in regio’s – codenaam VISTA – vormt niet alleen de basis voor een nieuwe nationale ruimtelijke strategie, maar blijkt ook de panacee voor een verder visie- en besluiteloos Rijk. “Zonder meer scherpte in koers en zonder keuzes en lading vanuit Den Haag zal het een stille dood sterven. Bedankt en tot ziens.”
Het verhaal is bekend. De urgentie voor nationale keuzes en regie op uiteenlopende ruimtelijke opgaven is groot. De stikstofcrisis houdt ruimtelijke ontwikkelingen in de houdgreep. Het landschap verrommelt in rap tempo. De klimaatdoelen raken steeds verder uit zicht. De kwaliteit van natuur en water holt steeds verder achteruit. En ondertussen moet er de nodige ruimte gevonden worden voor woningen, bedrijventerreinen, de effecten van klimaatverandering, energie en defensie. De planologische ruimte is schaars en de roep om keuzes en regie van het Rijk (vanuit lagere overheden, maatschappelijke organisaties en samenleving, en steeds vaker ook vanuit de markt), is de afgelopen jaren steeds luider geworden.
De 355 pagina’s tellende Ontwerp-Nota Ruimte (!) leert ons dat het Rijk die regie voorlopig niet gaat nemen. Los van de formele aanwijzing van 21 nieuwe grootschalige woningbouwlocaties, waar het Rijk regie op wil gaan voeren, en 127 regionale woningbouwlocaties, bevat de Nota Ruimte op de overige thema’s veel analytische beschouwingen maar weinig concrete keuzes en uitwerking. De Nota is een voorzichtige ruimtelijke stolling van reeds in gang gezette sectorale beleidslijnen. En daarin sijpelen ook het gebrek aan een integrale langetermijnvisie en de besluiteloosheid van het huidige kabinet door.
Wie legt de puzzel
De puzzelstukjes worden door het Rijk op tafel gelegd. Ondersteund met vaak fraaie, maar vooral analytische kaarten die zich lenen voor een brede of zelfs vrije interpretatie. Maar het werkelijk leggen van die ruimtelijke puzzel wordt door het Rijk zonder blikken of blozen bij de regio’s neergelegd. De Nota Ruimte schetst hier en daar voorzichtig een agenda voor de regio’s, maar waagt zich nauwelijks aan een positionering van de regio’s binnen het ‘stedelijk netwerk Nederland’. “Waar de regio van is”, dat mogen ze in grote lijnen zelf bepalen. “Als ze maar bouwen, bouwen, bouwen,” hoor je minister Mona Keijzer tussen de regels door luid roepen.
De regio’s worden opgezadeld met een bijna onmogelijke opgave
In dit onverschillige en nonchalante antwoord op de brede maatschappelijke roep om regie en keuzes wringt de schoen. Zeker wanneer je de puzzelstukjes nader bestudeert. Want hou je vast. Regio’s moeten voldoende ruimte zien te vinden voor een fors woningbouwprogramma en nieuwe bedrijventerreinen. In elke kern moet er ruimte komen voor ‘een wijkje erbij’. Tegelijkertijd moeten regio’s zelf zorg gaan dragen voor de klimaat- en water(bodem)opgaven, de energievoorziening en het verbeteren van natuur en biodiversiteit.

‘Voorjaarslandschap op Texel met schapen en lammetjes bij de molen’ door Wut_Moppie (bron: shutterstock)
Maar deze opgaven mogen in beginsel niet ten koste gaan van landbouw en bedrijventerreinen. Landbouwgrond mag pas onttrokken worden als daar een zorgvuldige afweging aan ten grondslag ligt. Bedrijventerreinen dienen zoveel mogelijk te worden beschermd – ondanks een ontbrekende visie op de ontwikkeling van economische sectoren en een bijbehorend ruimtelijk programma in de regio’s. Sterker nog, de milieuruimte daarvoor dient het liefst verder uitgebreid. Natuur moet tot slot zoveel mogelijk worden meegekoppeld, zodat er geen nieuwe natuurgebieden gerealiseerd hoeven te worden.
Bijna onmogelijke opgave
Ga er maar aanstaan. Alsof er planologische ruimte genoeg is in dit land. De regio’s worden opgezadeld met een bijna onmogelijke opgave. Daarbij neemt het Rijk zelf hier en daar een loopje met haar eigen drie ontwikkelprincipes (niet afwentelen, meervoudig ruimtegebruik, gebiedskenmerken centraal) en maakt de minister zich feitelijk schuldig aan het door haar verafschuwde ‘stapelen van ambities’. De regio’s moeten zelf maar hun eigen ruimtelijke afwegingen maken. Zie hier een recept voor nog meer beleidsdrukte en een receptuur voor vertraging in de uitvoering. Stoer is het allerminst.
Helaas blijven ook hier de inhoudelijke (regionale) uitwerking en daarbij te maken keuzes nog wel achter
Opvallend is daarnaast ook dat een aantal belangrijke maatschappelijke thema’s onderbelicht blijft of ten opzichte van de Nationale Omgevingsvisie (2020) naar de achtergrond is verdreven. Zoals de landbouwtransitie, het bodem- en watersturend principe, het vormgeven aan brede welvaart en een circulaire economie. Hetzelfde geldt voor het prangende vraagstuk van arbeidsmigratie in relatie tot woningbouw en economie en de gewenste afschaling van laagproductieve activiteiten met een grote ruimtelijke en ecologische voetafdruk.
Hasta la VISTA
Wel komt het Rijk met ruimtelijke programmatische planningsconcepten. En daarin zet de Nota Ruimte wel degelijk een stap vooruit richting een nieuwe nationale ruimtelijke ordening. Meest opvallend is de nieuwe ruimtelijk-economische regionale orde, de VISTA-indeling. Waarbij de impact van de metropoolregio’s nog wat extra kracht wordt bijgezet met de hiërarchische S-M-L-XL indeling van de regio’s. Binnen de context van het weinig visionaire en onsamenhangende kabinetsbeleid, is het winst dat het Rijk met een dergelijk ruimtelijk raamwerk en planningsconcept komt. De visiekaart lijkt zelfs te refereren aan de vermaarde blokjeskaart van de Tweede Nota, toen het maakbaarheidsdenken nog hoogtij vierde.

‘Luchtfoto van Vinex-wijk Nieuwland in Amersfoort in de winter’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: shutterstock)
Helaas blijven ook hier de inhoudelijke (regionale) uitwerking en daarbij te maken keuzes nog wel flink achter. VISTA laat veel aan de verbeelding over en is voor verschillende interpretaties vatbaar. Die keuze is ongetwijfeld politiek ingegeven. Maar zonder een steviger verhaal en met de huidige zweem van laissez-faire is VISTA op dit moment nog te dun om hiermee een volwaardig opvolger in handen te hebben voor de inmiddels overleden en begraven nationale planningsconcepten zoals de Randstad, het Groene Hart, de mainports, de groeikernen of de Vinex-wijken.
Hasta la VISTA dus, bedankt voor uw bijdrage en tot ziens! Of is dat te snel geoordeeld? Op zich signaleren we een perspectiefvolle eerste kennismaking met een nieuwe nationale ruimtelijke ordening waarin elke regio telt. Het glas is in die zin zeker halfvol. En het concept verdient zeker een tweede ronde. Maar zonder meer scherpte in koers en zonder keuzes en lading vanuit Den Haag zal het een stille dood sterven en uit beeld verdwijnen. En dat is wel het laatste wat de regio’s nu kunnen gebruiken.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Luchtfoto van Eindhoven in de vroege herfst’ door Jacob Boomsma (bron: shutterstock)