Station Breda

Nieuwe Breda CS slecht barrière tussen stadsdelen

2 september 2017

5 minuten

Casus “Een vliegwiel voor de vervolgontwikkeling van het gebied.” Zo kwalificeert de Bredase wethouder Alfred Arbouw de rol van het nieuwe station in zijn stad. Als een van de ‘spoorkathedralen’ die spoorbeheerder Prorail recent heeft gerealiseerd, slecht het complex de barrière die de spoorzone van oudsher vormde tussen het stadshart en Breda-Noord. “De stad is nu meer een geheel”, beaamt architect Koen van Velsen tegenover gebiedsontwikkeling.nu. Met alle voorzieningen en comfort die het als “nieuw stukje stad” biedt, maakt het nieuwe Breda CS volgens Van Velsen reizen per spoor ook een stuk aantrekkelijker: “Wachten op de trein wordt veel dragelijker.”

Sleutelproject

Het vorig jaar september in gebruik genomen Bredase stationsgebouw is uitgeroepen tot het beste gebouw van 2017. “Breda torent boven de andere projecten uit in complexiteit en formaat. Het ontwerp raakt aan veel verschillende ruimtelijke thema’s: de inpassing van grootschalige infrastructuur, binnenstedelijk wonen en openbare ruimte”,  aldus de zeskoppig jury van de branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) in mei bij de toekenning van de prijs aan architect Van Velsen. Het is ook een van vijf de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) waar Prorail samen met NS Stations en betrokken overheden de afgelopen jaren vorm aan gaf (ook CS van Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Arnhem). In dit rijtje van hsl-stations ontbreekt Amsterdam Zuid omdat daar de vernieuwing nog te gebeuren staat.

Bruisend nieuw stadsdeel

Van Velsen heeft met zijn (gelijknamige) bureau twaalf jaar werk gehad aan het Bredase stationsgebouw. Als ook een halte in de hogesnelheidslijn (HSL-Zuid), vormt dit het middelpunt van het Via Breda-plan. Dat is de projectnaam voor de ontwikkeling van de hele Spoorzone in het centrum van de stad tot een volwaardig en bruisend nieuw stadsdeel, met behalve woningen en  kantoor- en bedrijfsruimte ook een campus (Triple-O Campus) en een nieuw gerechtsgebouw. Het plan, op een oppervlakte van 160 hectare pal naast de historische binnenstad, moet in 2025 af zijn.

Prominent onderdeel: wonen

Het stationsgebouw omvat 90.000 m2 vloeroppervlak, met winkels, horeca, kantoren, een busstation, een stalling voor 4000 fietsen, en met op het stationsdak parkeerplaatsen voor ruim 700 auto’s. Met 150 appartementen is het enige Nieuw Sleutelproject met ook een woonfunctie. Van Velsen: “Die appartementen hebben wij er vanuit onze visie als bureau ingebracht. In de straten rondom het station wordt ook gewoond. Wil je dat het station deel uitmaakt van die omgeving, dan is het logisch dat je dat wonen ook een plek geeft in het gebouw. De opdrachtgevers omarmden dat idee. Zowel aan de noord- als centrumzijde vormen woningen nu een prominent onderdeel van het complex.”

Station Breda2

‘Station Breda2’


Foto: Gemeente Breda

Bijbel voor stationsprojecten

Zoals de andere NSP-stations is Breda CS gerealiseerd conform Spoorbeeld, een hulpmiddel dat door veel omgevingspartijen wordt gebruikt bij de ontwikkeling van stationsprojecten. Van Velsen: “Zie het maar als de bijbel voor de ontwikkeling van stations – en stationsgebieden.” Als document wordt Spoorbeeld ontwikkeld en beheerd door Bureau Spoor­bouwmeester, een onafhankelijk adviesorgaan van NS en Prorail. “Vanuit een onafhankelijke positie stimuleert het bureau alle betrokkenen om tot integrale oplossingen te komen en relaties te leggen tussen de verschillende schaalniveaus en disciplines. Dit gebeurt op het niveau van de hele route: van het station en de stationsomgeving tot het spoor, de spooromgeving en de trein zelf”, meldt de Spoorbeeld-website.

Enorme inhaalslag

Van Velsen was zelf van 2008 tot 2014 Stationsbouwmeester. Drie jaar later is hij nog enthousiast over de “enorme inhaalslag” die in de afgelopen vijftien jaar is gerealiseerd in de kwaliteit en het comfort van stations: “Reizen is een stuk leuker geworden door de manier waarop die stations zijn aangepakt. En we praten over een station, maar eigenlijk is het dus veel meer dan dat. Als onderdeel van de stad, heeft het niet alleen een reisfunctie maar is het dus ook een ontmoetings-, werk- en verblijfplek die 24 uur per dag zeven dagen per week in gebruik is.”

Overdekte straat zonder poortjes

“Uitgesproken” aan het Bredase stationsgebouw noemt Van Velsen vooral de manier waarop het twee stadsdelen met elkaar verbindt. “Het is een overdekte straat tussen stadsdelen, zonder aan weerskanten toegangspoortjes naar het station.” Die poortjes staan waar de (rol)trappen en lift richting station uitkomen op de tunnel. “De organisatie van het station is dus anders dan wat mensen gewoon zijn. Het was even wennen voor velen. Maar het voordeel van hoe het nu is, is dat het een doorgaande publieke route is voor voetgangers en fietsers die gewoon op weg zijn van het ene naar het andere stadsdeel of naar een winkel of het station.”

Maatwerk

Het recent verbouwde station Tilburg kreeg ook een overdekte poortjes-loze passage. De komende vijftien jaar gaan er een honderdtal middelgrote stations op de schop en Van Velsen denkt dat bij een aantal daarvan ook voor deze ‘ordening’ zal worden gekozen. “Maar zo’n vernieuwing blijft maatwerk. Ligt het station niet middenin de stad, dan is er geen enkele aanleiding om het ook een winkelpromenade te laten zijn.” Hij geeft aan dat er in het buitenland ook belangstelling bestaat voor de manier waarop hier stationsgebieden nieuw leven in wordt geblazen: “Onlangs zijn we als bureau door Birmingham, dat ook een hsl-station krijgt, gevraagd om te komen vertellen over hoe we het in Breda hebben aangepakt.”  

Kinderziektes

Het vernieuwde Breda CS kreeg aanvankelijk niet alleen maar tevreden bezoekers over de vloer. Er waren er ook die het kil en donker vonden, en moeilijk om je erin te oriënteren. Van Velsen schrijft die kritiek toe aan kinderziektes waarmee het complex te kampen had: “Terwijl het nieuwe station in aanbouw was, bleef het oude in bedrijf. Dat was een enorm kunststukje met ook wat ongemak. Het gebouw was nog niet af, routes erin waren nog niet definitief, waardoor mensen moeite hadden de weg te vinden. Maar nu functioneert het prima.” Het publiek is enthousiast. De kantoren en woningen in het complex zijn ook zo goed als verhuurd en verkocht, meldt een woordvoerder van NS Stations.  “Alleen de verhuur van winkels loopt nog niet zo goed.”

Samenwerking

Wethouder Arbouw is het met Van Velsen eens: “Bij de bouw draaide het station gewoon door. Dan kan het niet anders dat er knelpunten optreden in het gebruik, zelfs toen het gebouw net af was. Dat werd toen breed uitgemeten. Maar door nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen hebben we die hick-ups goed weten op te lossen.”


Coverfoto: Gemeente Breda


Cover: ‘Station Breda’


Paul Hazebroek

Door Paul Hazebroek

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu

Yung Lie

Door Yung Lie

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Deelnemers in gesprek over water en bodem sturend door Ineke Lammers (bron: SKG)

Nieuwe MCD-leergang Urban Law helpt gebiedsgericht te werken onder de Omgevingswet

Hoe kunnen partijen in gebiedsontwikkeling het maximale uit de Omgevingswet halen? Dat staat centraal in de nieuwe leergang ‘Urban Law’ v.d. Master City Developer die in januari van start gaat. Tijdens een seminar werd alvast een voorproefje gegeven.

Uitgelicht
Verslag

4 oktober 2024

Go Weekoverzicht week 40 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de lange adem

Deze week staat op Gebiedsontwikkeling.nu de lange adem centraal. Of het nu gaat om circulair landmaken, het creëren van pleisterplaatsen voor informele ontmoeting of het realiseren van duurzame Europese verstedelijking.

Uitgelicht
Weekoverzicht

3 oktober 2024

Recreatie in Ruiten Aa-gebied door Nadine van den Berg (bron: MooiNL)

Natuuraanleg en waterberging, de aanpak van de Ruiten Aa leidt tot ruimtelijke kwaliteit

In het beekdal Ruiten Aa, in de Groninger streek Westerwolde, is de afgelopen dertig jaar 2.500 hectare natuur heringericht. Het beekdal is nu een locatie van uitzonderlijke ruimtelijke kwaliteit.

Casus

3 oktober 2024