Luchtfoto Oosterwold Almere door Claire Slingerland (bron: Shutterstock)

Onderzoek: meer collectieve organisatie nodig voor hechte gemeenschap in Oosterwold

8 maart 2021

4 minuten

Onderzoek De meest geplande ongeplande plek ter wereld. Zo omschreef de New York Times de wijk Almere Oosterwold al eens. Ruim 4.000 hectare waar bewoners van onderaf zelf al vijf jaar lang een wijk ontwikkelen. In opdracht van de gemeente Almere onderzocht sociaal-geograaf Ivan Nio welk effect dit heeft op community-vorming. “Er is geen compleet nieuwe samenleving ontstaan, maar de sociale betrokkenheid is sterker dan in een gemiddelde wijk.”

De ultieme vorm van ‘doe-het-zelf’-gebiedsontwikkeling. Zo omschrijft de wijk Oosterwold zichzelf op de eigen website. De wijk waar je als bewoner alle ruimte hebt en krijgt. Niet alleen om je eigen huis te bouwen zoals jij dat wil, maar ook om de wegen, paden, groen, water en de openbare ruimte in de wijk te maken en onderhouden. En dat doe je vooral niet alleen, maar samen met jouw wijkgenoten. Behalve een aantal spelregels zijn er geen beperkingen. De rol van de overheid beperkt zich tot de hoofdlijnen.

Vijf jaar geleden werd volgens deze filosofie de eerste woning opgeleverd in de wijk tussen Almere en Zeewolde. Uiteindelijk is er plek voor 15.000 woningen en op dit moment wonen er ruim 1.500 mensen in de wijk. Voor de gemeente Almere het moment om te kijken hoe de samenleving zich tot nu toe heeft ontwikkeld. Sociaal-geograaf Ivan Nio sprak het afgelopen jaar tientallen bewoners en onderzocht hoe de wijk er nu voorstaat en of er inderdaad sprake is van nieuwe collectiviteit of dat de wijk toch de individualistische kant opgaat.

De algehele collectieve gemeenschap die de bedenkers van de wijk wellicht wel voor ogen hadden is (nog) niet ontstaan

Gelijkgestemden

De centrale conclusie die Nio trekt is duidelijk. “Er is geen compleet nieuwe samenleving ontstaan, maar de sociale betrokkenheid is sterker dan in een gemiddelde wijk.” De algehele collectieve gemeenschap die de bedenkers van de wijk wellicht wel voor ogen hadden is (nog) niet ontstaan. “In het gebied zijn er minder buurtschappen met een sterke sociale samenhang gerealiseerd dan de bedenkers voor ogen hadden. Door de organische gebiedsontwikkeling kunnen er allerlei conflicten ontstaan. Individuele motieven geven in Oosterwold de doorslag, maar dat hoeft een collectieve oriëntatie niet in de weg te staan.”

De sociale samenhang wordt ondanks de individuele motieven door de bewoners en onderzoeker als sterk omschreven. Nio geeft een aantal redenen waarom de bewoners van Oosterwold toch naar elkaar toetrekken. Allereerst gebeurt dat als gevolg van de principes die gelden in de ‘doe-het-zelf’-gebiedsontwikkeling in Oosterwold: de gemeenschappelijke ervaring van het bouwen van een huis, stadslandbouw en het samen maken en onderhouden van collectieve ruimten zorgen ervoor dat bewoners automatisch verbinding zoeken. Ook hebben de principes en uitgangspunten van Oosterwold ervoor gezorgd dat er veel gelijkgestemden zijn gaan wonen. Dat leidt er volgens Nio ook toe dat ‘bewoners er echt wat van willen maken’. Lokaal ondernemerschap zorgt ook voor allerlei sociale en zakelijke contacten.

Milieuvriendelijke houten huizen in Almere Oosterwold door INTREEGUE Photography (bron: Shutterstock)

‘Milieuvriendelijke houten huizen in Almere Oosterwold’ door INTREEGUE Photography (bron: Shutterstock)


Collectief vraagstuk

Waarom is Oosterwold dan toch nog niet de eensgezinde ‘bottom-up wijk’ die de bedenkers voor ogen hadden? Een belangrijke verklaring is het feit dat de wijk nog volop in ontwikkeling is. Bewoners, ondernemers en andere initiatiefnemers zitten daarom vaak in een andere fase van ontwikkeling en dat belemmert samenwerking en collectieve oplossingen. Ook wordt het ontbreken van een publiek domein als een groot probleem gezien. In zogenoemde kavelwegvereningingen, waarin bewoners van twintig tot dertig woningen samenkomen, wordt wel veel gesproken over het eigen leefgebied. Maar aandacht voor publieke plekken in de openbare ruimte en publieke voorzieningen ontbreekt daardoor.

Nio omschrijft daarnaast ook de aanwezige spanning tussen individuele vrijheid en collectieve verantwoordelijkheid onder de bewoners. “In hun motieven zijn Oosterwolders in de eerste plaats individualistisch. De minimale kavelwegverenigingen zijn uitdrukking van dat individualistische streven. Het samenleven en samendoen is vooral een kwestie van bereidheid tot samenwerking, van geven en nemen. Wil Oosterwold overeind blijven volgens het principe van zelforganisatie dan is (meer) collectieve organisatie een noodzaak.” Hij noemt de eerdergenoemde kavelverenigingen als mogelijke oplossing. “Omdat gebiedsontwikkeling een collectief vraagstuk is, zouden de verenigingen meer taken op zich kunnen nemen. Aangezien velen terugdeinzen voor te veel bemoeienis van de gemeente, en anderzijds buren elkaar niet zullen aanspreken op regels, blijft alleen de vereniging over.”

Wil Oosterwold overeind blijven volgens het principe van zelforganisatie dan is (meer) collectieve organisatie een noodzaak

Twijfel

Maar, concludeert de onderzoeker, daar schuilt ook juist het gevaar. Wil Oosterwold de komende jaren een stap dichter naar die collectieve samenleving zetten, moet er ook verder worden gekeken dan alleen de relatief kleine verenigingen. “Het dagelijks leven beperkt zich niet tot de kavelwegvereniging. Bewoners kunnen ook op het schaalniveau van het veld op een lossere manier met elkaar samenleven. Het veld is als buurtje een losser samenlevingsverband zonder verplichtingen. Het samenleven op het niveau van het veld is te versterken door middel van doorwaadbare zones als routes, publieke plekken en voorzieningen, ondernemerschap en nieuwe vormen van samenwerking.”

Belangrijk is volgens Nio dan wel om de regels van de wijk scherp te krijgen. Juist de doorwaadbare zones (de stroken van 2 meter langs de randen van elke kavel die vrij toegankelijk moeten blijven) die moeten zorgen dat er één open gebied en samenleving ontstaat, zorgen voor onrust. “De principes van Oosterwold lijken onaantastbaar, terwijl zowel bewoners als professionals twijfelen aan sommige regels. De doorwaadbaarheid garandeert het karakter als buitengebied. Maar vrijwel iedereen vindt het onzinnig dat dezelfde generieke regel van doorwaadbare zones geldt voor zowel grote als kleine kavels. Het is zelfs onduidelijk wat er precies bedoeld wordt met de doorwaadbare zones (alleen wandel- of ook fietspaden) en hoe ze moeten worden onderhouden. Oosterwolders zouden gezamenlijk met elkaar opnieuw moeten bepalen hoe ze deze regel willen invullen.”

Lees het volledige onderzoek Wonen tussen gelijkgestemden hier


Cover: ‘Luchtfoto Oosterwold Almere’ door Claire Slingerland (bron: Shutterstock)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Bruine en Zwart-Witte Koe in de Weide door Clara Bastian (bron: shutterstock)

Joks Janssen over de ombouw van het platteland: “Beoordeel, beprijs en beloon de bijdrage van de landbouw aan de brede welvaart”

Sinds vandaag is Joks Janssen Professor of Practice Brede Welvaart in Tilburg. In zijn rede pleit Janssen ervoor om de landbouwproblematiek, net als de waterproblematiek, uit de politiek-bestuurlijke hectische cyclus te trekken.

Interview

13 december 2024

GO weekoverzicht 12 december 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van optimaliseren door complexiteit en verantwoordelijkheid

Deze week waren complexiteit en verantwoordelijkheid de sleutelwoorden op Gebiedsontwikkeling.nu. Zo staan ze centraal in de succesformule van columnist Wouter Veldhuis en kwamen ze vaak voorbij in een sessie van Geert Teisman.

Weekoverzicht

12 december 2024

Luchtfoto van Teuge door Remco de Wit (bron: Shutterstock)

Als je vastzit in een gebiedsontwikkeling, maak het dan vooral complexer

Onlangs vond het NP RES Congres plaats. Emeritus-hoogleraar Geert Teisman ging op zoek naar de kansen van samenwerking binnen complexe netwerken. De kernboodschap: maak het complex en gebruik de tussenruimtes.

Verslag

12 december 2024