2013.05.21_Onzekere tijden vragen om integrale ontwerppraktijk_mariet_660

Onzekere tijden vragen om integrale ontwerppraktijk

21 mei 2013

6 minuten

Nieuws Het ontwerp krijgt in de nieuwe praktijk een verbindende en strategische rol. Niet langer gaat het puur om het uitvoeren van een programma De locatie is daarbij steeds het uitgangspunt. Mariet Schoenmakers van AM over de veranderende rol van het ontwerp.

Mariet Schoenmakers, directeur AM Concepts

Van oudsher ligt de verantwoordelijkheid voor het stedenbouwkundig ontwerp bij de stedelijke diensten, al dan niet in samenwerking met private ontwerpers, zoals bij de grote uitbreidingswijken. De laatste decennia is het maken van het stadsontwerp steeds diverser geworden door zowel stedenbouwkundige ontwerpbureaus, landschapsarchitecten en architecten. Nu zien we dat het primaat van het maken weer verder verbreed wordt met eindgebruikers en andere private opdrachtgevers. Het ontwerp heeft aan belang gewonnen, zowel als eindproduct als een vorm van onderzoek naar de mogelijkheden, zegt Mariet Schoenmakers van AM Concepts. Zelf begon ze bij de stedelijke dienst in Rotterdam, en heeft ze inmiddels een jarenlange ervaring opgebouwd bij private partijen. Zij geeft bij AM leiding aan een team van ontwerpers. Hoe je zo’n ontwerpafdeling inricht is afhankelijk van de bedrijfsfilosofie en de opgaven. ‘Al die clubs zijn opdrachtgever, vanuit die verantwoordelijkheid denken zij na over de inhoud, over de opgave. Dat vind ik fantastisch om te doen.’ Het is een pleidooi voor de zachtere kant van bedrijven, vindt Schoenmakers, het integreren van belangen, het verbinden van mensen en het organiseren van kritisch vermogen binnen je organisatie. ‘Deze clubs helpen je als bedrijf bij maken van keuzes, het ontwikkelen en scherphouden van je visie. In deze barre tijden is dat cruciaal.’

Verbreding

De rol van ontwerper verbreedt en verdiept zich momenteel, constateert Schoenmakers. ‘De ontwerper wordt nog meer onderzoeker, in deze tijd van onzekerheden. Je weet niet hoe je iets gaat maken, met wie, hoe het gefinancierd gaat worden. De factor tijd verandert. Dat betekent een herpositionering van de ontwerper.’ Voor Schoenmakers betekent dat niet perse een negatieve ontwikkeling, integendeel. Ze vindt het fascinerend dat de meer objectgerichte benadering wordt losgelaten en dat de ontwerper een cruciale rol gaat spelen in het in de breedte aandragen van oplossingen. ‘Branding, verbeelding, probleem oplossen wordt allemaal steeds belangrijker. De vraag is nu hoe kun je helpen om een gebied visueel en ruimtelijk beter te maken, in plaats van: ontwerp 40 woningen sec. De praktijk is veel integraler geworden.’

Schoenmakers benadert het ontwerp als een visuele taal, een manier van kijken naar het gebied. ‘Je probeert een plek te begrijpen. Erachter te komen wat de ruimtelijke dragers zijn die de kwaliteit ervan uitmaken. In plaats van vroeger simpelweg een programma van eisen uit te werken. Het is een omkering van denken, het ontwerp is niet meer iets definitiefs, maar een manier om grip te krijgen op de plek.’ Door de stagnering van gebiedsontwikkelingen is ook het begrip ‘onaf’ een opgave geworden. Hoe laat je mensen wonen in een omgeving waarvan in plaats van 30 projecten maar 8 projecten zijn uitgevoerd? De planning van de openbare ruimte was vrijwel altijd gekoppeld aan de definitieve inrichting van het gehele gebied. ‘Hoe kun je ergens 20 woningen bouwen en bewoners toch het gevoel geven dat het gebied ‘af’ is? Wat moet je dan doen buiten? Daarvoor heb je iemand nodig die met ontwerp-inzicht formuleert wat nodig is in de openbare ruimte, qua routes, plekken en andere ingrepen. Je integreert het met andere maatregelen als ware het een onderzoeksopgave. En je moet accepteren wat de eindgebruiker of klant ervan vindt. Je hebt immers een publieke verantwoordelijkheid.’

Keerpunt

Het belang van het ontwerp wordt daarmee opgeschaald naar een hoger schaalniveau. De context van de plek, de relaties met de omgeving zijn vertrekpunten om naar de structuur van de openbare ruimte en het landschap te kijken. ‘Het begint met nadenken over welke betekenis een plek heeft in die samenleving en welk cultuurhistorisch fundament daar onder ligt.’ Tijdelijke strategieën zijn cruciaal. Daarmee ontstaan mogelijkheden. ‘Als je de looproutes verandert in een gebied komen er misschien andere economische stakeholders en andere functies. Stap twee is dan ook het kijken naar de lokale economie.’ Volgens Schoenmakers zijn we inmiddels voorbij de crisis, en staan we op een keerpunt. Het besef is doorgedrongen dat de ‘markt’ echt stil ligt en dat er alleen in (nieuwe) samenwerkingen oplossingen kunnen worden gerealiseerd, met ook nieuwe programma’s. ‘De wereld is compleet veranderd. Iedereen moet bewegen, het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.’

Concreet houdt dat in dat je kijkt hoe je een plek tot leven wekt door tijdelijkheid en door nieuwe economische dragers. Doordat iedereen een veer heeft moeten laten, zijn er nu samen weer meer dingen mogelijk. De roep om verbeelding is daarmee groot, aldus Schoenmakers, als een manier om een nieuw perspectief te vinden. Plannen moeten kleinschaliger faseerbaar zijn en ‘integraler dan ooit’. De financiering moet vanaf het begin worden meegenomen. ‘ Ontwerpers zijn teveel geassocieerd met dingen mooi willen maken. Maar een goede ontwerper komt met slimme oplossingen, waarin de financiën en meerdere functies zijn geïntegreerd. Maar mét die verbeeldingsslag. Dit vraagt meer creativiteit en meer visie. De ontwerper leert je zien. ’

Urgentie

Ook voor een grote opgave zoals Rijnenburg aan de zuidwestzijde van Utrecht kijkt Schoenmakers eerst naar de betekenis van het gebied voor de omgeving en niet in eerste instantie met een blik van ‘wat gaan we hier bouwen’. Het vertrekpunt is het vinden van een goede ruimtelijke structuur op stadsregionaal niveau. Ook voor de stedelijke diensten is een heroriëntatie van het vak nodig, van de manier waarop ze het uitoefenen, een andere manier van kijken. ‘De steden moeten de stadsontwikkeling opnieuw uitvinden. Wat betekent het publieke domein in deze tijd? Er is visie nodig, wat heeft jouw stad nodig? Dat kan van alles zijn. Het grootste verschil tussen publieke en private partijen is wellicht de urgentie. Wij zijn wat dat betreft pragmatischer, door de focus op realisatie, iets willen doén, maken..’

De ontwerper werkt nu eerder aan ontwerpstrategieën dan dat hij een kant en klaar ontwerp aflevert. We moeten bovendien preciezer zijn in het ontwerp, meent Schoenmakers omdat er een nieuwe vraag is, een optelsom van niches: over de verkaveling, de woningtypes, de openbare ruimte. Ook gelooft Schoenmakers erg in de kracht van het experiment. Zo krijg je in deze ‘desastreuze tijden’ misschien toch iets voor elkaar door iets uit te proberen en ervan te leren. De grootste omslag voor ontwerpers en ontwikkelaars is het omschakelen van kijken naar het plan zoals het zou moeten worden, naar kijken wat echt kan, kijken echt naar buiten, naar hoe het gebied en de situatie nu zijn. ‘En wat gaan we dan nú doen? Dat gebruik zoeken is een ontwerpopgave. Vanuit de ontwerper die zich committeert aan wat er buiten gebeurt en de noden die er zijn, en de mogelijke programma’s, ontstaat een nieuwe interessante ontwerppraktijk. Dat kunnen hele kleine ingrepen zijn maar met groot effect. De ontwerper is adviseur van praktische zaken, ziet onvermoede zaken, nieuwe schoonheid en helpt met de uitvoering’

Verantwoordelijkheid

Het landschap van het opdrachtgeverschap wordt diverser, nu ook andere partijen opstaan als initiatiefnemer. Voor Schoenmakers staat in ieder geval één ding buiten kijf: de publieke verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. ‘Je doet het niet voor jezelf. Het begint met weten wie je eindgebruiker is. Daarnaast bouw je voor de gemeenschap, wezenlijk is dat besef van je verantwoordelijkheid als opdrachtgever. Ik geloof in de verbindende kracht van het ontwerp. Iets goeds en nieuws te kunnen doen door met al je kennis, vaardigheden en verbeeldingskracht boven de stof uit te stijgen en een nieuwe werkelijkheid te maken die nieuwe maatschappelijke krachten losmaakt.’


Cover: ‘2013.05.21_Onzekere tijden vragen om integrale ontwerppraktijk_mariet_660’


Portret - Anne Luijten

Door Anne Luijten

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024