Portret_Agnes & Anne_180px

Op zoek naar een nieuwe balans tussen overheid en samenleving

18 december 2012

7 minuten

Persoonlijk Dijkstra en Luiten vormen samen met Rijksbouwmeester Van Dongen het College van Rijksadviseurs dat gevraagd en ongevraagd advies geeft aan de regering over ruimtelijke inrichtingsvraagstukken. Het aansturen en stimuleren van onderzoek en ontwerp, de borging van kwaliteit en het verbeteren van de rol van de Rijksoverheid als opdrachtgever zijn officieel de taken van het college. Nu de kaarten tussen overheid en samenleving worden herschudt, bezinnen ook de rijksadviseurs zich op hun rol. In hun werkprogramma zijn tien vraagstukken benoemd waarbij een rode draad ligt in hermaatschappelijking. ‘Het is niet erg dat het Rijk selectief is in waar ze wil sturen en waar niet.’

Rijksadviseurs Rients Dijkstra Infrastructuur en Stad (I&M) en Eric Luiten Landschap en Water (EL&I)

Op zoek naar een nieuwe balans tussen overheid en samenleving - Afbeelding 1

Eric Luiten (links) en Rients Dijkstra (rechts) met Rijksbouwmeester Frits van Dongen (midden). Foto: Pieter Pennings

‘Op zoek naar een nieuwe balans tussen overheid en samenleving - Afbeelding 1’


We zijn aan het beginnen, zegt Rients Dijkstra. Daarmee bedoelt hij dat de Rijksadviseurs een aantal onderzoeksthema’s hebben opgesteld die zijn ingebed in een breder kader. ‘Waar komen we vandaan? We zijn op zoek naar de langere horizon.’ Die contexten kunnen verhelderend werken als het gaat om de rol van de overheid. In de 20e eeuw eigende de overheid zich een veelheid aan onderwerpen en issues toe, die zijn ontstaan vanuit particulier initiatief, zoals zorg om de natuur en het erfgoed. Veel van die thema’s, zoals bijvoorbeeld ook de waterveiligheid en volkshuisvesting, zijn daardoor geïnstitutionaliseerd geraakt. Nu staat de overheidsbemoeienis van veel van die dossiers ter discussie in een veranderende samenleving waar het Rijk zich terugtrekt op haar kerntaken. Eric Luiten: ‘Er ontstaat een nieuwe balans tussen wat des overheids is en wat van de samenleving is.’

Ook de voorgaande rijksadviseurs hebben zich de afgelopen jaren beziggehouden met belangrijke ruimtelijke dossiers zoals de aanpak van het landelijk gebied en de waterbeheersing. Eric Luiten vindt het absoluut gerechtvaardigd dat het Rijk een aantal van die dossiers tegen het licht houdt. ‘Het is alleen jammer dat dat nu in periode van tegenspoed gebeurt. Kostenreductie, is dan al snel de kritische diagnose. Maar eens flink de wind laten waaien door alle onderwerpen waar het Rijk zich mee bezig houdt is op zich zelf helemaal niet zo gek.’ Het CRA ging op zoek naar de thema’s waar het Rijk volgens hen nog wél op aanspreekbaar zou moeten zijn. Daarbij gaat het enerzijds om een steeds kleiner wordend aantal hoofdthema’s en anderzijds om bemoeienis in projecten die van nationaal belang worden geacht. Dat was een zoektocht, maar het ei is gelegd, aldus Dijkstra en Luiten.

Toegevoegde waarde leveren

De kunst van het verbinden staat in het programma centraal, het verbinden van disciplines, óók binnen het college zelf. Ook de rol en betekenis van het CRA zelf stond ter discussie. Wat kan het college betekenen voor de mensen in het veld, hoe kun je toegevoegde waarde leveren? ‘Nederland is al zo verzadigd als het gaat om kennisinstellingen, planbureau’s, adviseurs. Er lopen ook ontzettend veel grote projecten. De kunst voor ons is om jezelf niet in een baan om de aarde te brengen.’ Uiteindelijk is het CRA uitgekomen bij zoals ze het zelf noemen tien vraagstukken. Daarbij zitten thema’s zoals krimp maar ook concrete projecten zoals de Ring om Utrecht.

Inhoudelijk heeft Dijkstra weinig kwaliteit gezien in de bijdrage van het Rijk aan grootschalige opgaven van de voorbije tijd zoals Vinex. ‘Het verschil is vooral dat er toen nog geld was. Ik zie geen projecten met grote visie. We zouden daar ons nu ook terugtrekken als er nog wél geld was.’ Het terugtrekken is al begonnen onder Dekker, memoreert Luiten. ‘In de periode van Dekker heeft het Rijk al afscheid genomen van veel ruimtelijke thema’s. Toen kwam Cramer, die versmalde ruimtelijke ordening tot milieu. Ik denk niet dat de decentralisatie een neo-liberaal iets is. Het past in een breder gedragen idee dat de wederopbouw ten einde is en de maatschappij in eigen kracht zit.’ Daarbij past een beleid dat uitgaat van een aantal kernthema’s zoals de mainports waar rijkssturing een zaak van nationaal belang is. ‘De rest is van ondergeschikt belang geworden. Het is niet erg dat het Rijk selectief is in waar ze wil sturen en waar niet. De vraag is dat wat wel en wat niet tot de rijkstaken behoort.’

Bufferzones

Neem de groene bufferzones tussen de steden. Als het Rijk die niet beschermt, zoals tussen Den Haag en Rotterdam, dan worden die volgebouwd, meent Dijkstra. ‘Zeker nu gemeenten onder grote financiële druk staan. Moet dat dan maar mogen?’ Hier moeten de provincies het stokje van het Rijk overpakken. Via de WRO en de provinciale structuurvisies moeten belangrijke groengebieden voldoende beschermd kunnen worden, zegt Luiten. Een ander issue is duurzaamheid. Een groot onderwerp, dat nu wordt verdeeld in allerlei partjes, aldus Dijkstra. Het Rijk zou in zijn ogen een stabiliserende factor kunnen vormen door richtlijnen op te stellen die verspilling en onherstelbare vernieling tegengaan. ‘Kijk naar de infrastructuur, naar zaken als doorstroomcapaciteit, dat kunnen we niet aan de provincie over laten. Waarom met zoiets fundamenteels als het landschap dan wel? Zaken moet je regelen op het niveau waarop het werkt.’

Dat geldt zeker voor de wateropgave, dat is zonder twijfel een rijkstaak, zegt Luiten. ‘Daar wordt niet aan getornd. Ik vind het goed dat infra, waterstaat en de ecologische hoofdstructuur rijksopgaven zijn. Dat is heel wat anders dan contouren om de stad leggen. De hardware van het grondgebruik in Nederland kun je zien als een nutsvoorziening waar de overheid voor verantwoordelijk is. De besluitvorming en uitkristallisering van andere zaken moeten we brengen op het niveau waar het de mensen ook echt aangaat.’ De tien vraagstukken komen niet uit de lucht vallen, die hebben een voorgeschiedenis, ook in eerdere Colleges. ‘Een aantal thema’s heeft wel nieuwe vragen nodig. Met het werkprogramma van het CRA willen we helpen met de nieuwe vragen die bij de thema’s thuishoren.’

Tussencategorie

Prominent bovenaan in het werkprogramma staat het thema her-pakken: de herbestemmingsopgave voor de leegstaande voorraad kantoorgebouwen. ‘We willen dit benaderen in termen van kansen, van nieuwe perspectieven, in plaats van alleen in termen van verlies.’ Gedifferentieerde stad, gedifferentieerde mobiliteit ligt op het bordje van Dijkstra. ‘Je weet pas goed wat je op rijksniveau moet doen als je weet wat er in de onderliggende lagen gebeurt.’ Deels gaat het met dit thema over projecten die al lopen, waar de rijksadviseur actief in meedraait. Dijkstra: ‘Ik zie het als mijn rol als rijksadviseur om de kennis en waardevolle ervaringen uit mijn voorgaande leven als ontwerper op het gebied van de grote schaal en complexe opgaven daarbij op tafel te leggen.’ Andere thema’s zijn Veilige delta, over waterveiligheid in combinatie met ruimtelijke kwaliteit en natuurdoelstellingen en Krimp. Krimp is buiten kijf een nationale opgave, een onontkoombare ontwikkeling én een nieuw conditie voor grote delen van ons land. Daarnaast zijn er nog de gebieden die stabiliseren en daarmee een tussencategorie vormen tussen gebieden met krimp en gebieden met groei. ‘In de tussencategorie-gemeenten wordt fors pijn geleden doordat de inkomsten uit de uitbreidingsgebieden wegvallen.’

Opvallend in gebiedsontwikkeling op dit moment vindt Dijkstra hoe de regelgeving als belemmering wordt gezien nu projecten moeten worden aangepast aan de nieuwe economische tijden. Dijkstra ziet vanuit het stedelijke programma dat ook een opgave voor hemzelf om na te gaan of de regelgeving inderdaad die belemmerende werking heeft. De opgave in de stad is voor Dijkstra met name verdichting rondom de plekken die economische drijfkracht hebben. ‘Zelfs op die plekken, waar ook private partijen nog willen investeren, komt gebiedsontwikkeling moeizaam tot stand. Dat komt onder meer doordat de regelgeving en de politiek niet echt mee werken.’

Exportproduct

Voor Luiten ligt de toegevoegde waarde van het CRA vooral in de borging van ruimtelijke kwaliteit en het stimuleren van ontwerpkracht. De kwalitatieve borging is in Nederland op allerlei niveaus georganiseerd. ‘Als exportproduct hebben wij hier iets te brengen aan het buitenland. Dat geldt ook voor onze erfgoedzorg. Er zijn met Belvedere echt de nodige verworvenheden tot stand gekomen de afgelopen jaren. Wat daarentegen voor ons een leeromgeving is, is een organisatie als National Trust in Engeland. Staatsbosbeheer zou veel meer een dienst in de samenleving moeten worden, in plaats van een rijksdienst. Hermaatschappelijking is een majeure opgave die voor alle thema’s geldt.’ Dijkstra: ‘Er was een tijd dat buitenlandse delegaties naar óns kwamen, om te zien hoe onze stedelijke diensten georganiseerd waren. Nu is de beweging andersom: wij gaan nu naar steden in het buitenland om te kijken hoe het daar gebeurt. Landen als Engeland en Belgie zijn nu onze voorbeelden. Als je ruimtelijke ordening uitbesteedt aan lokale overheden dan moet het wel om kwalitatieve hoogwaarde diensten gaan. Daar maak ik me zorgen over.’

Ook de opleidingen zijn een punt van zorg voor de Rijksadviseurs. Dijkstra: ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een behoorlijke kloof heerst tussen de opleidingen in Nederland en de praktijk in Nederland. Leer je beter ontwerpen als je lastige dingen zoals regelgeving buiten beeld houdt? Met meer bagage kun je je beter staande houden in het veld.’ Luiten: ‘Ook in de nieuwe realiteit moet je je staande zien te houden. Je moet een vak leren en aanspreekbaar zijn op de essentiële vaardigheid om oplossingen te vinden voor een ruimtelijk probleem. Daarvoor moet je ook besef krijgen van de dynamiek die áchter de opgave zit. We moeten de coulissen opengooien.’

Zie ook:


Cover: ‘Portret_Agnes & Anne_180px’


Agnes Franzen door Ineke Oostveen (bron: Agnes Franzen)

Door Agnes Franzen

Strategisch adviseur SKG/TU Delft en medeoprichter/hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu (2010-2017)

Portret - Anne Luijten

Door Anne Luijten

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024