Nieuws Nederlandse plattelandsgemeenten hebben te weinig oog voor de langere termijn bij de huisvesting van arbeidsmigranten. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. Die keuze heeft niet alleen gevolgen voor de woningmarkt, maar voor hele gemeenschappen en gebieden.
Een meerderheid in de Tweede Kamer wil een streep zetten door de grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten, maar gemeenten zien de complexen juist als oplossing voor veel problemen met deze groep. Deze tegenstelling, die twee maanden geleden de rode draad was van een onderzoeksartikel van Nieuwsuur, laat zien hoe groot de ruimtelijke uitdagingen zijn voor de overheid op dit gebied. Waar de landelijke overheid wil stoppen met de grote (vakantie)complexen buiten steden voor de huisvesting van arbeidsmigranten, zien gemeenten dit juist als dé oplossing. “Zowel de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) als verschillende wethouders willen dat de minister de woonprojecten blijft toestaan. Volgens de VNG zijn er goede voorbeelden in het land van grootschalige huisvesting met goede voorzieningen en met voldoende toezicht en beheer,” aldus de Nieuwsuur-redactie.
Tweevoudige opgave
De ruimtelijke uitdaging die arbeidsmigratie met zich meebrengt voor Nederlandse gemeenten is ook het onderwerp van de nieuwste publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In het rapport ‘Wie komt, wie blijft, wie vertrekt?‘, dat vandaag verscheen, richten de onderzoekers zich in het bijzonder op de plattelandsgemeenten. Ongeveer een kwart van alle arbeidsmigranten vestigt zich in deze dorpen en steden, maar concludeert het PBL: het lokale beleid in deze gemeenten sluit slechts beperkt op deze situatie aan. “Huisvestingsbeleid is meestal gericht op kortdurend verblijf, en veel minder op zelfstandige woonruimte voor langer verblijvende arbeidsmigranten.”
De gemeenten op het platteland hebben volgens de onderzoekers te maken met een tweevoudige huisvestingsopgave. Er is huisvesting nodig voor de arbeidsmigranten die tijdelijk in Nederland blijven, dat zijn volgens het PBL mensen die minder dan zes jaar in ons land verblijven. “Voor de huisvesting van de groep tijdelijke arbeidsmigranten is structureel tijdelijke huisvesting nodig; wanneer de ene groep vertrekt zullen bedrijven immers nieuwe arbeidskrachten aantrekken.” Maar er is ook een groep die juist niet teruggaat naar het land van herkomst. “Deze groep zal op den duur willen doorschuiven naar de reguliere woningmarkt, waardoor de woningvraag op het platteland mogelijk zal veranderen.”
Risico’s aan tijdelijke huisvesting
De conclusie van het PBL is duidelijk: in veel gemeenten is het huisvestingsbeleid beperkt tot de kort verblijvende arbeidsmigranten en is er weinig aandacht voor de langere termijn. “Bij het vinden van oplossingen voor huisvesting kijken gemeenten vooral naar wat tijdelijke migranten nodig hebben, terwijl veel mensen zich hier voor langere tijd vestigen,” stelt onderzoeker en hoofdauteur Dorien Manting op de website van het PBL. “Het is niet zo dat arbeidsmigranten hier alleen maar kort wonen en werken. Naast het ontwikkelen van tijdelijke huisvesting, vaak buiten de bebouwde kom, zou het beleid ook rekening moeten houden met de vraag van lang verblijvende arbeidsmigranten naar woningen in de reguliere woningmarkt binnen de bebouwde kom.”

‘Huizen voor seizoenarbeiders in het agrarisch gebied, Flevoland, Nederland.’ door corlaffra (bron: shutterstock)
De onderzoekers kiezen wat betreft de eerdergenoemde wooncomplexen buiten de bebouwde kom dan ook eerder de kant van de landelijke overheid en wijzen op de mogelijke risico’s van deze complexen voor de leefbaarheid en de ontwikkeling van het gebied op de lange termijn. Ja, ze zijn sneller en goedkoper te realiseren dan reguliere woning. “Maar aan dergelijke complexen kunnen ook risico’s zijn verbonden. Er is minder contact tussen bewoners en migranten, wat kan leiden tot grotere sociale afstand tot lokale inwoners, of tot verminderde integratie, met nadelen voor zowel migranten als de lokale bevolking.”
Oog voor lange termijn
Die te beperkte blik richting de toekomst baart het PBL dus zorgen. “In het beleid van gemeenten staat meestal tijdelijke arbeidsmigratie centraal. Nu steeds meer gemeenten lijken te kiezen voor (grootschalige) woonlocaties buiten de bebouwde kom, is het urgent te begrijpen wat deze ontwikkelingen nu, maar ook op lange termijn, betekenen: zowel voor de arbeidsmigranten als voor de omwonenden. Vooralsnog wordt er in het beleid relatief weinig aandacht besteed aan die langere termijn. Zorg dragen voor voldoende, passende én betere huisvesting van arbeidsmigranten met oog voor andere gevolgen voor de leefomgeving, dient daarom niet alleen de arbeidsmigranten zelf (en hun werkgevers), maar ook de lokale bevolking.”
Het hele rapport is te lezen op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Cover: ‘Huizen voor seizoenarbeiders in het agrarisch gebied, Flevoland, Nederland.’ door corlaffra (bron: shutterstock)