Verslag Tijdens de boekpresentatie van ‘De kracht van het regionaal ontwerp – 25 jaar vormgeven aan Zuid-Holland’ vertelden de auteurs en drie experts wat gebiedsontwikkelaars kunnen leren van regionaal ontwerp.
Verslag van het symposium 'Kracht van regionaal ontwerp’
De kracht van het regionaal ontwerp zit hem meer in het gesprek dan in het plaatje. Het ontwerp of het plan hoeft niet per se uitgevoerd te worden. Gebruik het regionaal ontwerp om ruimtelijke ontwikkelingen in de regio vorm te geven. Bediscussieer wat is ontdekt via het ontwerp. Daar past geen belerend vingertje bij, maar interactie en verbinding dwars door de schalen van nationaal, provinciaal en lokaal heen, waarin de overheid haar eigen positie kan inkleuren.
Dat zijn de belangrijkste conclusies van het symposium op 12 april waarin het regionaal ontwerp centraal stond. Regionaal ontwerpen behelst schakelen tussen de schalen, visievorming door de tijd heen, agendering van onderwerpen binnen de wijze van besturen (governance), en het gebruik van 'lagen' in het landschap om regionale opgaven te begrijpen. Tijdens deze bijeenkomst werd ook het boek ‘De kracht van het regionaal ontwerp – 25 jaar vormgeven aan Zuid-Holland’, gepresenteerd. Dit boek laat zien hoe grote vraagstukken zijn aangepakt in Zuid-Holland, zoals hoe ontwerpteams te werk gingen bij regionale projecten als Stedenbaan en de A4-corridor. Hierbij was stedelijke ontwikkeling verbonden aan de hoofdinfrastructuur van de regio.
Nieuwe opgaven zichtbaar maken
Het boek is geschreven door Francisco Colombo, Jeroen van Schaick en Peter Paul Witsen. Geestelijk vader Francisco Colombo ging kort in op de totstandkoming van het boek. Zes thematische opgaven, elk met een eigen ambassadeur, vormen de basis van het boek. Daarnaast vertellen ontwerpers, bestuurders, ambtenaren en wetenschappers over hun ervaringen met 25 jaar ontwerpen in Zuid-Holland.
Volgens de auteurs zit de kracht van het regionaal ontwerp in het identificeren en zichtbaar maken van nieuwe opgaven als klimaatadaptatie en de overgang naar een circulaire economie. Ten eerste verbindt het regionaal ontwerp deze nieuwe opgaven aan politieke en bestuurlijke besluitvorming. Het organiseren van samenhang tussen plekken, opgaven en beleidsdomeinen is een tweede kracht. Met een regionaal ontwerp kun je verbindingen maken tussen uiteenlopende opgaven als natuurontwikkeling en bereikbaarheid. Een derde kracht is het ontwerp als kompas voor de toekomst. Geen starre eindplannen maken – een opvatting die inmiddels breed gedeeld wordt in de vakwereld –, maar een richting bieden voor de toekomst. Het ontwerp hoeft geen plan te zijn. Een verhaal dat overeind blijft in de tijd volstaat.
Samenwerken door de schalen heen
De aloude Nederlandse traditie van samenwerking in de strijd tegen het water inspireert nog steeds, vertelt Henk Ovink, watergezant namens de minister, tijdens het symposium. Kiezen uit de zes genoemde projecten doet hij niet. Hij gaat voor de totale structuur, de complexiteit. Dat is belangrijker dan een van de afzonderlijke projecten. Partijen, belangen en inhoud moet je met elkaar verbinden. Doe dat door de schalen heen, adviseert hij, waarbij er interactie moet zijn tussen het macroniveau en de acties op regionale en lokale schaal. ”Exporteer niet de Nederlandse plannen, presenteer jezelf niet met het opgeheven vingertje, maar zoek de samenwerking”, adviseert Ovink. Dat was ook zijn werkwijze als Nederlandse watergezant in het opbouwteam na de orkaan Sandy in New York.
Een belangrijk aandachtspunt is de botsing tussen de maatschappelijke lange adem die in de klimaatdiscussie zo belangrijk is, en de bestuurlijke kortademigheid. Dat is overigens geen exclusief probleem voor het vakgebied van het ruimtelijk ontwerp, zegt Ovink. De relatie met de politiek is echter wel een lastige. Op de technische universiteiten en de academies voor bouwkunst moet het regionaal ontwerp zoals dat in de beleidspraktijk werkt – het boek geeft daar goede voorbeelden van – daarom onderdeel van het curriculum worden, vindt hij.
Regionale langetermijnvisie
Hilde Blank (ontwerper en directeur van bureau BVR) houdt een pleidooi voor de ambachtelijkheid van het ontwerpen. Laat het ontwerp in al zijn gedetailleerdheid zien, want dat zegt meer dan de abstracte kaartbeelden met bollen en pijlen. Ruimtelijke kwaliteit en regionale schaal zijn in de praktijk nauw aan elkaar gekoppeld. Het is nodig om vrijuit een regionale visie te schetsen voor de lange termijn. Die kun je dan inbrengen in de nationale omgevingsvisie.
En blijf niet te veel hangen in verhalen, maar zet het om in acties. ”Koppel de metropolitane opgave aan het regionale ontwerp. Dat kan een mooi thema zijn voor de nieuwe hoogleraar bij de Van Eesteren Leerstoel in Delft”, stelt Blank. Als nieuwe directeur Concepts bij projectontwikkelaar AM heeft ze de kans om achter de schermen te kijken bij een ontwikkelaar. Die andere kijk is nuttig, maar de benadering van het ontwerp vanuit de lagen in het landschap zet ze daarmee niet overboord.
Bovenlokale opgaven
Bart Krol moet – als oud-gedeputeerde van de provincie Utrecht – erkennen dat tien jaar geleden zijn provincie niet voorop liep bij het ontwikkelingsproject ‘Hart voor de Heuvelrug’, de voormalige vliegbasis Soesterberg. ”De provincie deed wel schoorvoetend mee, maar het initiatief lag bij het Utrechts Landschap”. Vandaag moet de overheid in haar samenwerking met partijen nadrukkelijk haar rol opeisen, zoals bij de verdeling van de ruimte en het energievraagstuk. Dit zijn onderwerpen waar de overheid een verantwoordelijkheid heeft.
Veel van deze vraagstukken doen zich voor op het regionale niveau. Hierbij is het ontwerp een onderdeel van het gesprek, maar geen plan dat altijd moet worden uitgevoerd. Volgens Krol keek de provincie daar vroeger nog anders tegenaan. Het is volgens hem winst dat de rijksoverheid weer nadenkt over een rijksvisie, aangezien er maatschappelijke urgentie is om als rijk met de grote vraagstukken bezig te zijn. Wel mist hij die politieke urgentie in de Tweede Kamer, maar in de regio pakken provincies, regionale samenwerkingsverbanden en gemeenten hun verantwoordelijkheid op. De agenderende notitie voor de Nederlandse, verstedelijkingsopgave van de gezamenlijke provincies en de grote en middelgrote steden is daar een mooi voorbeeld van.
Aanbevelingen voor de vakwereld
Adri Bom-Lemstra, Zuid-Hollands gedeputeerde voor ruimtelijke ordening en aanbieder van het boek aan de drie experts, is maar wat trots op de 25 jaar ontwerpen in de provincie. En op het boek. Op de vraag welk project er voor haar uitspringt, noemt ze als meest saillante voorbeeld de kust. ”Daar waren echt alle stakeholders bij betrokken.”
Samengevat, zo blijkt tijdens het symposium, is regionaal ontwerpen waardevol voor nieuwe opgaven als klimaatadaptatie en metropoolvorming. Pak je verantwoordelijkheid als middenbestuur, doe het samen en organiseer het professionele debat. Dat zijn aanbevelingen waar de vakwereld verder mee kan.
Cover: Provincie Zuid-Holland. Van links naar rechts: Bart Krol, Adri Bom-Lemstra, Hilde Blank en Henk Ovink.
Cover: ‘Regionaal ontwerp als bindmiddel en kompas’