Drechtsteden

Regionale Energie Strategie opstellen? Bekijk dan deze 3 voorbeelden

22 september 2018

5 minuten

Nieuws ADVIES - Elke regio moet aan de slag met een Regionale Energie Strategie. Dat is geen simpele invuloefening, blijkt uit praktijkvoorbeelden. Trek daarom je lering uit de ervaringen van Noord-Veluwe, West-Brabant en Drechtsteden.

Gemeenten in Nederland werken aan duurzame energie. Alleen al de titels van de coalitieakkoorden laten dit zien: ‘Vol energie!’ (Doesburg), ‘Nieuwe energie voor Rotterdam’, ‘Evenwicht en energie’ (Eindhoven) en ‘Kracht, energie en trots’ (Coevorden). Maar als alleen gemeenten aan de slag gaan met de energietransitie, bestaat de kans dat een lokale keuze wordt gemaakt die op regionaal niveau een minder positief effect heeft.

Ook kunnen kansen om te koppelen op regionaal niveau niet worden meegenomen. Denk aan grootstedelijke gemeenten die geen plek hebben voor hun eigen opwek, of verstoorde verhoudingen tussen gemeenten omdat windturbines op gemeentegrenzen gepland staan. En vergeet de collectieve warmteoplossingen niet, die mogelijk goedkoper en duurzamer zijn dan individuele oplossingen, of wanneer er op het bestaande lokale net geen opslagmogelijkheden zijn.

Kijk naar kansrijke gebieden

Hier speelt de Regionale Energie Strategie (RES) een belangrijke rol. De RES wordt gemaakt door gemeenten, provincies, netwerkbedrijven, waterschappen, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. Het is een visie waarin vraag en aanbod van energie wordt afgestemd. Dat is meer dan het identificeren en combineren van de bron, de transportinfrastructuur en de afnemer. Het heeft ook invloed op het landelijk en stedelijk gebied. Zo is een zonneveld of windturbine zichtbaar en ruik je de biomassa die opgeslagen ligt voor de biogasinstallatie. Woningen worden voorzien van isolatie en zonnepanelen, en er komen meer transformatorhuisjes in de straat. Dit alles heeft weer effect op de waarde die een gebied krijgt en op hoe partijen de energietransitie beleven.

Vandaar dat in ‘het voorstel voor hoofdlijnen van het klimaatakkoord’ (aan het Klimaatakkoord wordt nog gewerkt, de definitieve versie komt eind van het jaar) wordt aangegeven om zoveel mogelijk samen te kijken naar kansrijke gebieden voor energieopwekking en -aanbod. Om de ruimte die nodig is voor energieopwekking te koppelen aan lokale functies, opgaven en kwaliteiten van een gebied. En om planmatig de energieinfrastructuur mee te nemen. Door de aangewezen locaties voor duurzame opwekking in de tijd te zetten, rekening houdend met de capaciteit van het energienetwerk en mogelijkheden voor opslag en conversie.

De RES is voornamelijk een energie- en ruimtelijk vraagstuk. Maar het effect van energieoplossingen op de regionale economie, met haar bedrijfsleven, mobiliteit, industrie en recreatie, wordt meegenomen in de energiestrategie. Zo wordt het uitvoeringsprogramma gedragen door de stakeholders uit de regio. Maar hoe werkt de RES in de praktijk? Daarvoor kijk ik naar drie projecten, waarbij Over Morgen betrokken is als adviseur.

Noord-Veluwe: zet je identiteit in

De regio Noord-Veluwe keek in aanloop naar de strategie hoe de identiteit en landschappelijke kwaliteiten van deze regio kunnen bijdragen aan opwekdoelstellingen in duurzame energie. Ook kijkt zij hoe de landschappelijke kwaliteit van deze regio, met het nationaal park De Hoge Veluwe, verbonden kan worden aan energiethema’s.

De regio heeft daarom een overzicht gemaakt van een passende energiemix en dit naar het gebied vertaald in een digitale kaart, de Energie Transitie Atlas. Daaraan heeft ze kansen uit het gebied gekoppeld. Een voorbeeld hiervan is de vraag van een aantal landgoederen naar nieuwe manieren van financiering voor het onderhoud. Op dit moment wordt onderzocht op welke manier een landgoed met zijn historische, recreatieve en landschappelijke waarden samen kan gaan met zonnevelden. Door samen met landgoedeigenaren en exploitanten, projectontwikkelaars, gemeente en zonneveldontwikkelaars kansen te combineren, ontstaan ‘Energielandgoederen’. Met deze ontwikkeling wordt de identiteit van het gebied behouden en zelfs benadrukt. Hierdoor kan de identiteit ingezet worden om lokaal draagvlak en eigenaarschap te verkrijgen rondom de regionale energieoplossingen.

West-Brabant: mooie samenwerkingen

De regio West-Brabant had andere uitdagingen. De lokale uitwerking van de RES was geen doel. Gemeenten gaven de RES geen officiële status. Daardoor was het creëren van betrokkenheid bij en eigenaarschap van zowel het proces als het eindproduct de grootste uitdaging. Het eindproduct is bij verschillende colleges gepresenteerd en goed ontvangen, maar werd niet gezien als concreet document om lokaal op voort te bouwen.

De pilot heeft mooie samenwerkingen opgeleverd. Zo werkten het ROC en de woningcorporaties samen om de aansluiting tussen opleiding en de praktijk te verbeteren. Woningcorporaties stuurden brieven naar hun installateurs met de vraag waar ze bij het werven van nieuw personeel tegen aanlopen. Op basis van de reacties heeft het ROC zijn opleiding aangescherpt en sluit de opleiding beter aan bij de praktijkvraag.

Uit de gesprekken rondom deze RES is ook de ‘Stichting Support Ons2050’ ontstaan. Dit is een samenwerking tussen Enpuls, de Rabobanken in de regio West-Brabant en Suiker Unie. Deze stichting ondersteunt projecten, die bijdragen aan de energietransitie in de regio West-Brabant, in het uitwerken van een solide business case. Ook bijzonder is de rol van waterschap De Brabantse Delta. Dat heeft zich opgeworpen als trekker voor het verder uitwerken van de RES. Wanneer eind dit jaar het Klimaatakkoord gepresenteerd wordt, is de verwachting dat er ook een duidelijke RES-opdracht ligt, zodat het een officiële status heeft.

Drechtsteden: bundeling van energievraag

Drechtsteden was vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten één van de pilotregio’s voor een RES. De regio stelde een energiestrategie op met vier hoofdlijnen: energie duurzaam opwekken, gefaseerd afstappen van benzine en diesel, gefaseerd over op aardgasvrij in de gebouwde omgeving, en energiebesparing in de gebouwde omgeving.

In het afgelopen jaar is gewerkt aan een praktische vertaling van de hoofdoelen ‘energiebesparing’ en ‘aardgasvrij’ naar een regionale warmtevisie. Een voorloper van de ‘transitievisie warmte’ geeft een indicatief eindbeeld van de verduurzaming van de warmtevraag met een fasering. Op dit moment worden de mogelijkheden voor grootschalige opwekking en de routekaarten van de woningcorporaties toegevoegd om te komen tot een bronnenstrategie.

Bijzonder aan dit resultaat van regionale samenwerking is dat de regio de vraagkant inzichtelijk maakte. De warmteregisseur heeft met alle woningcorporaties uit de regio gebouwd aan een samenwerkingsvorm, die leidde tot een bundeling van de energievraag. Hieruit is een vlekkenplan voor een warmtenet gekomen, gebaseerd op het bezit en het verbruik van alle woningcorporaties in deze regio.

Nog dertig RES’en te gaan

Alle regio’s staan voor een flinke opgave. Zo dienen partijen uit disciplines als energie, wonen, landschap, milieu, sociale domein en mobiliteit een sterke visie neer te zetten die de identiteit van de regio en haar ruimtelijke kwaliteit als kracht inzet. Die lopende initiatieven meeneemt en concrete afspraken bevat over de uitvoering. Op een dusdanige wijze geformuleerd dat ze met een eenvoudige stap vertaald kunnen worden naar een ‘transitievisie warmte’ en ‘het afwegingskader grootschalige opwek’ op lokaal niveau. Kortom, een RES is een uitvoeringsgerichte integrale aanpak.  

Cover: Luchtfoto  Dordrecht - Debot


Cover: ‘Drechtsteden’


Kirsten van de Meeberg-Van Gorkum

Door Kirsten van de Meeberg-Van Gorkum

Adviseur bij Over Morgen


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024