2013.10.29_Regionale strategie voor krimp_680

Regionale strategie voor krimp

29 oktober 2013

2 minuten

Onderzoek Opvallend is dat in veel krimpgebieden in Nederland gemeenten de opgave om een gebied leefbaar te houden, alleen vanuit eigen positie benaderen en daarmee de relatie met omliggende gemeenten negeren. Dit leidt tot concurrentie om inwoners, voorzieningen en bedrijvigheid (Verwest & Dam, 2010). Om de leefbaarheid in een krimpregio te behouden lijkt vergaande bestuurlijke samenwerking van essentieel belang. Met een pleidooi voor samenwerking op regionaal niveau komt het planningsconcept van de netwerkstad van Dupuy in beeld. Onder welke condities kan het planningsconcept van de netwerkstad ingezet worden om de Achterhoek leefbaar te houden? Deze vraag stond centraal tijdens mijn afstudeeronderzoek van de Master Urbanism TU Delft.

Netwerkstad ingezet als strategie om de leefbaarheid in de Achterhoek te behouden

Deze benaderingswijze stelt onder andere dat een (stedelijk) netwerk beter functioneert wanneer knooppunten elkaar aanvullen en wanneer knooppunten meervoudig met elkaar verbonden zijn. Deze vorm van complementariteit is een van de basiskenmerken van de netwerkstad. Daarnaast zijn de verbindingen tussen de knooppunten essentieel, zonder deze verbindingen zijn de knooppunten niet bereikbaar en kan er geen netwerk bestaan. Door op regionaal schaalniveau te denken en daarbij uit te gaan van het feit dat niet alle kernen alle voorzieningen meer hebben, hoeft er niet meer geconcurreerd te worden. Voorzieningen worden per knooppunt geclusterd. Zo kan de focus van gemeenten meer liggen op het gezamenlijk aanpakken van de krimpproblematiek, dan op het aantrekken van inwoners of bedrijven. In dit onderzoek is verkend hoe het planningsconcept netwerkstad ingezet kan worden als strategie om regionale krimpgebieden leefbaar te houden. Daarbij is het planningsconcept ingezet in een strategisch plan voor de Achterhoek. De resultaten van het onderzoek hebben geleid tot een vijftal voorwaarden waaronder het planningsconcept netwerkstad ingezet kan worden;

(1) vergaande bestuurlijke samenwerking; om de krimpproblematiek op regionaal schaalniveau op te pakken zal er een radicale beleidsverandering plaats moeten vinden. Voorbeelden in het verleden laten zien dat dit vooral op juridisch en financieel gebied niet gemakkelijk gaat. Het proces van een fusie tussen gemeenten duurt te lang, er zal een goede manier gevonden moet worden om vergaande bestuurlijke samenwerking werkbaar te maken.

(2) inzetten van soft planning; wanneer je het planningsconcept netwerkstad wilt inzetten om de krimpproblematiek te verminderen zullen de grenzen van gebruik niet per definitie meer samenhangen met de bestuursgrenzen. ‘Soft planning’ houdt in dat flexibiliteit in bestuursgrenzen wordt aangenomen om gebruiksgrenzen beter te respecteren. De netwerkstad functioneert op verschillende schaalniveaus. Verschillende schaalniveaus zijn van belang om zo veel mogelijkheden kansen en mogelijkheden voor bewoners te creëren. Het netwerk van werkmogelijkheden ligt op een ander schaalniveau dan dat van de dagelijkse boodschappen.

(3) mixed scanning; om het beleid vorm te geven is een aanpak nodig waarbij een combinatie tussen top-down en bottom-up wordt gemaakt, ‘mixed scanning’. Dit kwam naar voren uit de resultaten van casestudy-onderzoek in Parkstad Limburg en Regio West-Brabant. Zonder de inzet van bewoners, lokale ondernemers en verenigingen is het begeleiden van krimp niet mogelijk.

(4) creëren van bewustwording en urgentie; het is essentieel dat de urgentie van de mogelijke gevolgen van demografische krimp bekend zijn bij bestuurders en inwoners. De urgentie dat het nu tijd is om actie te ondernemen is essentieel om grotere problemen later te voorkomen. Hiervoor is het belangrijk dat er een goed scenario wordt geschetst over de mogelijkheden voor de toekomst evenals de kosten en baten hiervan.

(5) het in beschouwing nemen van de specifieke lokale situatie; het planningsconcept netwerkstad kan ook toegepast worden op andere regionale krimpgebieden in Nederland die kampen met vergelijkbare demografische processen als de Achterhoek. Echter moet ook gesteld worden dat er altijd plaatsspecifieke factoren meespelen die de ruimtelijke en sturingscondities mede bepalen.

Het toepassen van het planningsconcept van de netwerkstad heeft geleid tot een aantal ruimtelijke voorstellen voor de Achterhoek, de Gemeente Bronckhorst en Hengelo (Gld). Daarbij hebben thema’s als het verbeteren van woon-werkverkeer, de kwaliteit van het landschap, het aantrekken van toerisme en het vergroten van het aantal verbindingen met Duitsland een belangrijke rol gespeeld.

Lees hier de volledige scriptie inclusief alle ruimtelijke ontwerpvoorstellen.

Zie ook:


Cover: ‘2013.10.29_Regionale strategie voor krimp_680’


Portret - Janneke Rutgers

Door Janneke Rutgers

Janneke Rutgers werkt als onderzoeker en stedenbouwkundige bij RUIMTEVOLK.


Meest recent

Fietspad langs fruitbomen in bloesem, Betuwe door Wolf-photography (bron: Shutterstock)

TNO en RIVM ontwikkelen universele indicatorenset voor een gezonde leefomgeving

Hoe maak je een leefomgeving gezond? TNO en RIVM sloegen de handen ineen en presenteren een basisset indicatoren. De set helpt professionals bij het meten, monitoren en verbeteren van een gezonde leefomgeving.

Analyse

21 mei 2025

Stadsveteraan, Amsterdam door AM (bron: AM)

Zo is (sociale) woningbouw voor senioren in de stad wél mogelijk

De vergrijzing neemt toe, maar het aantal seniorenwoningen groeit nauwelijks door hoge kosten en weinig beschikbare grond. Twee Amsterdamse sociale woonconcepten voor senioren lukt het wél. Wat valt hiervan te leren?

Uitgelicht
Casus

21 mei 2025

Surveillance Software in Tallinn door Gorodenkoff (bron: Shutterstock)

De opmars van AI, dit is een routekaart voor toekomstbestendige steden

De opkomst van AI zorgt voor nieuwe ontwikkelingen rondom stedelijk beleid en beheer. Internationaal onderzoek brengt in kaart hoe 250 steden wereldwijd de mogelijkheden van AI verkennen of dit al inzetten om complexe uitdagingen aan te pakken.

Onderzoek

20 mei 2025