Casus De Spoorzone in Delft draait om het creëren van verbinding: tussen twee stadsdelen en het versterken van de spoorverbinding. Aanleiding eind jaren tachtig was de wens tot verdubbeling van het spoor door Delft, waarvan de gemeente al snel de noodzaak en kans inzag om dit ondergronds op te lossen. Hierdoor kwam bovengronds veel ruimte vrij en daarmee ruimte voor een stadskantoor en nieuwe wijk. De deal die de gemeente hiervoor sloot met twee marktpartijen viel echter in het water tijdens de financiële crisis. Terwijl de tunnelbouw ondergronds doorging, trok de gemeente bovengronds de gebiedsontwikkeling naar zich toe. Daar komt de gevarieerde mixed-use wijk Nieuw Delft.
Toen de NS eind jaren tachtig aankondigde de spoorviaduct bij Delft te willen verdubbelen, kwamen de gemeenteraad en bewoners al snel in opstand. Zij eisten een ondertunneling. De kwestie werd tot in de Tweede Kamer besproken. Rond de eeuwwisseling reserveerde het kabinet hiervoor 310 miljoen euro. De Spaanse stedenbouwkundige Joan Busquets mocht ondertussen een visie maken, die enthousiast werd ontvangen door bewoners.
Voor de bovengrondse gebiedsontwikkeling accepteerde de gemeente een bod van het consortium OCSD, bestaande uit Ballast Nedam en NS Poort. Na enige vertraging vanwege onzekerheid vanuit het Rijk, ging het project toch door. De gemeente richtte een apart Ontwikkelbedrijf Spoorzone (OBS) op, dat een vaste grondprijs afsprak met OCSD. De bouw voor de tunnel werd gegund aan een ander consortium.
Terwijl rond 2009 de bouw van de tunnel startte, sloeg de crisis toe. OCSD kon de grondprijs voor de gebiedsontwikkeling niet meer garanderen. Dit vormde de start van jaren juridisch getouwtrek. Uiteindelijk trad NS Poort uit het consortium en ging tweederde van de ontwikkelrechten terug naar de gemeente. Delft boekte flink af en paste haar ontwikkelstrategie en stedenbouwkundig plan aan, om beter op de toekomstige vraag te kunnen inspelen. Terwijl de eerste trein in 2015 door de tunnel ging, veranderde de focus van de werkzaamheden van ondergronds naar bovengronds. De nieuwe wijk ‘Nieuw Delft’ verrijst inmiddels langzaam maar zeker uit de grond.
Het ontwikkelbedrijf OBS is ontbonden, het nieuwe station gereed en het treinviaduct afgebroken. De woonwijk Nieuw Delft is qua stedenbouwkundige opzet gebaseerd op de binnenstad en krijgt een gevarieerd uiterlijk, dankzij een flexibel masterplan, een gefaseerde gemeentelijke gronduitgifte met gebouwenveloppen, en de bouw door verschillende marktpartijen en particulieren. Tot en met 2026 wordt in het gebied gewerkt. Tegen die tijd moet het gebied in totaal minimaal 800 woningen en 40 duizend m2 aan niet-woonruimte bevatten, verdeeld over een nieuw stuk stad van circa 24 hectare.
Cover: "Delft, Spoorzone (20170718)" (CC BY-NC 2.0) by Wattman (trams, treinen, etc)
Deze projectbeschrijving is afkomstig uit het essay 'Leren van stedelijke transformaties', over sturingsdilemma's en veerkracht in stedelijke gebiedsontwikkeling. Onderzoekers Wouter Jan Verheul, Tom Daamen, Erwin Heurkens, Fred Hobma en Simon van Zoest van de TU Delft (afdeling Urban Development Management en de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling) schreven dit essay op basis van onderzoek naar grote gebiedstransformaties uit het verleden. Lees het volledige essay, inclusief sturingslessen uit dit project, op de website van het programma Stedelijke Transformatie.
Cover: ‘"Delft, Spoorzone (20170718)" (CC BY-NC 2.0) by Wattman (trams, treinen, etc)’ door Wattman (trams, treinen, etc) (bron: Flickr) onder CC BY-NC 2.0, uitsnede van origineel