Luchtfoto Amsterdam Centraal door Collection Maykova (bron: Shutterstock)

Stedelijke vernieuwing in een regionale context, de visie van Henri de Groot

24 juni 2025

9 minuten

Verslag Bij een recent Breed Beraad van de stichting Forum voor Stedelijke Vernieuwing ging VU-hoogleraar Henri de Groot in op de grote stedelijke vernieuwingsopgave waar ons land voor staat. Het lokaal-regionale schaalniveau is daarbij wat hem betreft relevanter dan wat er op nationaal niveau gebeurt. “Iedere regio is uniek en vereist een eigen aanpak. Op nationaal niveau moeten weliswaar de kaders worden ontwikkeld, maar laten we hopen dat daarbinnen een grote diversiteit aan landelijke en stedelijke milieus kan floreren.”

Bij zijn inleiding kon De Groot terugvallen op tal van studies en verkenningen waaraan hij heeft bijgedragen en waarbij regio en stad de voornaamste schaalniveaus vormen. Een voorbeeld zijn de ‘Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam’, waarvan de 12de editie in juli 2024 is uitgebracht. “Wij willen het CBS én het CPB voor de regio zijn. Door de sociaal-economische ontwikkeling te monitoren, willen we een basis leggen voor het gesprek met bestuurders.”

Het huidige tijdsgewricht betitelt De Groot als “ongemeen spannend”. Ook de stad ontkomt niet aan de grote geopolitieke spanningen van dit moment en tegelijkertijd liggen er grote opgaven voor met het oog op de verdere toekomst. Daarbij is de rol van de stad wel aan het schuiven: “Haar leidende positie was lange tijd – ook voor mij – onomstreden, maar we zien nu ook tegenkrachten. Het rapport “Elke regio telt” is daar een uiting van.”

Oplopende spanning

Refererend aan het boek ‘Triumph of the city. How our greatest invention makes us richer, smarter, greener, healthier and happier’ van Edward Glaeser (2012) constateert De Groot dat de stad lange tijd in staat werd geacht om tal van ambities te realiseren. In de twintig jaar tussen 1995 en 2015 maakten steden deze belofte ook in belangrijke mate waar. Inmiddels is echter sprake van een oplopende spanning tussen de steden en de gebieden daaromheen. En dat uit zich onder andere in toegenomen populisme in de samenleving. Paul Collier onderstreept dit bijvoorbeeld in ‘The future of capitalism. Facing the new anxieties’ (2019).

Londen dient als voorbeeld van deze trend, aldus De Groot: door de enorme agglomeratievoordelen die hier ontstonden, gingen Londenaren denken dat dit allemaal aan hen te danken was – wat niet bij iedereen in goede aarde viel. “Brexit en de weerstand tegen Brussel kunnen we in belangrijke mate zien als taking back control door de armere regio’s: the revenge of the places that were left behind.” De Groot ziet vergelijkbare ontwikkelingen in andere landen. In combinatie met de recente cri de coeur van de Italiaanse macro-econoom Mario Draghi, die vorig najaar waarschuwde voor de teloorgang van de Europese economie leidt dat tot spannende vragen. “Worden we inderdaad het wegkwijnende Hotel l’Europe in de roman van schrijver Ilja Pfeiffer of slagen we er in ons concurrentievermogen te verbeteren en daarmee onze sociale welvaartsstaat en een duurzame inrichting van onze economie voor toekomstige generaties te behouden? En wat is in die dynamiek de rol van de steden?”

Ik ben een voorstander van decentralisatie maar dan moeten we de lagere overheden wel in staat stellen de opgaven daadwerkelijk aan te pakken
Henri de Groot, VU

Waar Draghi het volgens De Groot nog vooral heeft over de traditionele natiestaat in zijn analyse, moet wat de VU-hoogleraar betreft de focus veel meer op de regio’s en de steden worden gericht. “De ruimtelijke lens ontbreekt te veel in Draghi’s verhaal.” Daarbij kan naar zijn idee ook het concept van ‘brede welvaart’ een welkome toevoeging betekenen, omdat economen soms de neiging hebben welvaart te verengen tot economische groei sec. Het concept van de brede welvaart kan de steden dienen om een nieuwe balans te vinden tussen verdienvermogen, opbrengstverdeling en duurzaamheid, aldus de Groot.

Vanuit de deelnemers aan het Breed Beraad klonk herkenning op deze analyse. Zo werd gewezen op de geluiden in sommige Nederlandse provincies die echt anti-stad en anti Den Haag zijn getoonzet: “Je ziet een tegenbeweging op gang komen die vraagtekens plaatst bij de overwaardering van de rol van de steden.” Ook mogen we de ogen niet sluiten voor de gevolgen van marktwerking en liberalisering in Nederland. Zijn we daarin niet te ver doorgeschoten? En kijkend naar de toekomst is het de vraag hoe de arbeidsproductiviteit zich gaat ontwikkelen, mede onder invloed van de opkomst van kunstmatige intelligentie. Een deelnemer aan het beraad: “Raken er dan veel meer mensen zonder baan, wat doet dat met het gevoel van zingeving? Gaat onze economie ten onder, net als eeuwen geleden het Romeinse rijk?”

Natiestaat op zijn retour

Volgens De Groot zijn dit zeker relevante punten. Hij wijst op het werk van Nicolai Kondratieff, de grondlegger van het denken over de lange golven in de economie. En in het verlengde daarvan op het werk van Clive Ponting, die al in 1991 in ‘A Green History of the World: The Environment & the Collapse of Great Civilizations’ aantoonde dat de mens keer op keer te ver gaat in de uitputting van de aarde – waarna ineenstorting van de economische en maatschappelijke systemen volgt. “Gecombineerd met de wet van de remmende voorsprong zien we de opkomst van de VOC, maar waardoor Nederland vervolgens niet aan kan haken bij de industriële revolutie. Groot-Brittannië nam het stokje over maar legde het vervolgens af tegen de VS en haar massaproductie. En inmiddels is China aan de winnende hand.”

Terugkerend naar de verhouding tussen de natiestaat, de regio’s en de steden constateert De Groot dat de eerste wat hem betreft ‘op zijn retour is’. “Ik ben een warm voorstander van decentralisatie naar de lagere schaalniveaus. Sterke gemeenten, daar kunnen we veel mee winnen – lees het boek “If Mayors Ruled The World. Dysfunctional Nations, Rising Cities” van Benjamin Barber uit 2014. Maar dan moeten we die lagere overheden wel in staat stellen de opgaven daadwerkelijk aan te pakken. Dat is met de decentralisatie in Nederland niet echt gelukt: de taken zijn wel overgegaan maar daar werd ook gelijk een bezuiniging van 20 procent mee gegeven. En bovendien was menig gemeente te klein om de grote opgaven efficiënt ter hand te kunnen nemen.”

Amsterdam VOC Schip door Baloncici (bron: Shutterstock)

‘Amsterdam VOC Schip’ door Baloncici (bron: Shutterstock)


Uit een historische analyse blijkt dat het succes van steden evenmin een constante c.q. een natuurwet is (zie bijvoorbeeld de ‘Atlas of Shrinking Cities’ van Philipp Oswalt, 2006). De Groot illustreert dat aan de hand van Amsterdam, waarbij in de jaren zeventig van de vorige eeuw de tanks nog in de straten reden en de stad qua bevolking in korte tijd ongeveer een groot deel van de bevolking verloor. “De economische groei in de steden bedroeg een derde van die voor heel Nederland. Midden jaren negentig van de vorige eeuw kantelde dat beeld.” Oorzaken waren onder meer het loslaten van het principe van verdelende rechtvaardigheid en de opkomst van zogenaamde general purpose technologieën die een hele economie kunnen beïnvloeden (zoals internet). “Dat heeft de stad een enorme steun in de rug gegeven, tot op de dag van vandaag. Met onder meer het gevolg dat de inkomens per hoofd van de bevolking in veel Europese metropolitane gebieden hoger liggen dan in de rest van het land.” Bedreigingen voor dit succesverhaal liggen evenwel op de loer. De arbeidsproductiviteitgroei zakt in en dat geldt in nog veel sterkere mate voor het lange termijn consumentenvertrouwen: “Dat stemt tot nadenken.” Het sterkt De Groot in zijn overtuiging dat er naar een nieuwe balans gezocht moet worden. “We voelen allemaal aan dat er grote ontwikkelingen op ons afkomen, die ons onzeker maken. Het is het gevoel in de samenleving: ‘Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het niet goed.’ Daarbij komt de overtuiging – al sinds 2002 – dat de politiek niet langer er in slaagt om de stevige basis te bieden waar we zo’n behoefte aan hebben.”

Nieuwe balans

Bij de genoemde nieuwe balans gaat het om meer dan louter het bruto nationaal product. In plaats daarvan pleiten veel economen voor een evenwicht tussen verdienvermogen, inclusiviteit en duurzaamheid. Het concept van de brede welvaart komt daar dicht bij in de buurt en wordt volgens De Groot bijvoorbeeld door de jaarlijkse ‘Monitor Brede Welvaart’ van het CBS gevoed met goede inzichten (onder meer over de welvaart van de generaties van hier en nu versus die in de toekomst en die op andere plekken in de wereld). Tegelijkertijd waarschuwt de VU-hoogleraar ervoor dat er geen sprake kan zijn van objectieve scores en lijstjes: “Zoals het CBS twee jaar geleden aangaf dat we in Nederland met de brede welvaart op nummer twee in Europa staan, ik vind dat gevaarlijk. Om alles terug te brengen tot één indicator, dan ga je voorbij aan het feit dat het ook bij brede welvaart om ‘uitruilen’ gaat. Schuiven we teveel op naar economische groei, dan komen rechtvaardige verdeling en de duurzaamheid onder druk te staan. Het blijft subjectief en het zorgt voor de noodzaak om het voortdurend met elkaar hierover te hebben. Niet alles kan.”

Scores indicatoren brede welvaart in Metropoolregio Amsterdam ten opzichte van Nederlands gemiddeld. door CBS/VU (bron: CBS/VU)

‘Scores indicatoren brede welvaart in Metropoolregio Amsterdam ten opzichte van Nederlands gemiddeld.’ (bron: CBS/VU)


Het favoriete conceptuele schema van De Groot dat dit gesprek kan voeden, bestaat uit een spinnenweb waarin alle indicatoren van brede welvaart zijn ondergebracht. “Het is onmogelijk dat een stad of regio op al die dimensies even hoog scoort – daar zien we het afruil-principe heel scherp in terug. In de stad scoren de afstand tot het café en de afwezigheid van landbouw-gerelateerde duurzaamheidsproblemen bijvoorbeeld goed, maar liggen de scores voor luchtkwaliteit en tevredenheid met de woonomgeving een stuk lager. Aan de hand van dit schema kunnen we het gesprek voeren: wat vinden we belangrijk en hoe kunnen we daarop sturen?”

Onbetaalbare woningen

De Groot sloot af met een serie van uitdagingen voor de toekomst. Het blijvend inzetten op scholing en innovaties is naar zijn idee van groot belang (en staat bij het huidige kabinetsbeleid helaas zwaar onder druk). Zorgelijk is ook het gebrek aan venture capital en onvoldoende ‘creatieve destructie’: “Dat is het proces waarbij grote partijen, die in het verleden succesvol zijn geweest, de bereidheid hebben om ruimte te maken voor de koplopers van de toekomst. Dat proces verloopt heel moeizaam.” Een andere belangrijke opgave is het inspelen op de vergrijzing (die piekt rond 2070), evenals de noodzaak om productieprocessen verder te verduurzamen en de aanpassing van de energie-infrastructuur. En niet in de laatste plaats zal de arbeidsproductiviteit omhoog moeten, gecombineerd met een inzet op een leven lang leren. Daarbij ontkomen we volgens De Groot ook niet aan het verbeteren van arbeidsvoorwaarden in bepaalde sectoren, waarbij hij uiteindelijk ook het verband legt met het functioneren van de stedelijke woningmarkt. “Kijk naar de Metropoolregio Amsterdam, deze verliest per saldo huishoudens. Niet omdat mensen hier niet meer willen wonen, maar omdat ze het niet meer kunnen betalen. Dat is een ontwikkeling die we moeten adresseren.” Een effectieve bestuurslaag – tussen gemeenten en provincies in – zou daarbij ook zeker helpen, zo sluit De Groot zijn inleiding af. “Dat kan helpen om tal van vraagstukken effectiever aan te pakken: een blijvende inzet op verdichting, een goede verdeling van de sociale woningbouw over de regio, het aanpakken van de structurele onder-investeringen in de publieke ruimte en het bevorderen van de doorstroming van ouderen. En vergeet daarbij niet: we wonen in Nederland veel te ruim. Het probleem is niet dat we te weinig vierkante meters woonruimte hebben, ze zijn alleen niet goed verdeeld.”


De bijeenkomst van het Forum Stedelijke Vernieuwing vond op 15 mei plaats in Amsterdam. Deze diende ter voorbereiding van een studiereis naar de dynamische Spaanse hoofdstad Madrid, in het najaar van 2025. Henri de Groot presenteerde een verkenning van de actuele vraagstukken in de stedelijke ontwikkeling in Nederland, met daarbij een focus op het begrip ‘brede welvaart’. Stedelijke vernieuwing heeft daarbij meer dan alleen de fysiek-ruimtelijke insteek, nadrukkelijk maken hier ook economische, sociaal-maatschappelijke en culturele dimensies deel van uit. De Groot plaatste de situatie in Nederland hiertoe in internationaal perspectief.

De verslagen van de Breed Beraden zijn hier te vinden.


Cover: ‘Luchtfoto Amsterdam Centraal’ door Collection Maykova (bron: Shutterstock)


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Luchtfoto Amsterdam Centraal door Collection Maykova (bron: Shutterstock)

Stedelijke vernieuwing in een regionale context, de visie van Henri de Groot

Bij een Breed Beraad van Forum voor Stedelijke Vernieuwing ging hoogleraar Henri de Groot in op onze grote stedelijke vernieuwingsopgave. Het lokaal-regionale schaalniveau is wat hem betreft relevanter dan wat er op nationaal niveau gebeurt.

Verslag

24 juni 2025

Uitzicht op de Rijn vanaf een krib door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)

Vereniging van Nederlandse Riviergemeenten pakt actieve rol in debat over water en ruimte

De ligging aan stromend water verbindt de leden van de Vereniging van Nederlandse Riviergemeenten (VNR). Voorzitter Nelly Kalfs gaat in op de rol van de vereniging in diverse discussies rond klimaat, water en ruimte.

Interview

24 juni 2025

Agnes Franzen.jpg door Frederique van Andel (bron: Frederique van Andel)

Project Nederland: tussen verandering en verlies

ROm-columnist Agnes Franzen herlas de publicatie ‘Project Nederland’ en vraagt zich af of we nog wel weten welk landschap we willen. Ze roept op tot keuzes die ons landschap betekenis en samenhang teruggeven.

Opinie

23 juni 2025