Opinie Een dag voor de verkiezingen komt columnist Annius Hoornstra met een stemadvies. Niet voor een stem op partij X of politicus Y, maar voor de professionals in het vakgebied. “Gebiedsontwikkeling laat zien dat het vormgeven van de toekomst ambitie vereist. Zet zelf je kruisje in een kwadrant op de assen ambitie en samenwerking.”
In de deze zomer uitgebrachte publicatie ‘Van wooncrisis naar een toekomstbestendige volkshuisvesting’ van het College van Rijksadviseurs staat een intrigerende grafiek. Van 1900 tot 1973 (de eerste oliecrisis) groeide de bouwproductie van 10.000 naar 150.000 woningen per jaar, waarbij in de periode tussen 1950 tot 1973 de productie elk jaar het snelst groeide. Dat gebeurde met gemiddeld iets meer dan 4.000 woningen. Daarna was het – met enkele sprintjes bergop – toch een structurele teruggang naar de jaarlijkse 80.000 woningen van nu. 100.000 woningen werden voor het laatst gebouwd midden jaren 80 van de vorige eeuw. Daarna kwam de Vinex-periode en werd het allengs minder en minder.
De cijfermatige tijdlijn noopt tot een paar observaties. In de groei van vóór de oliecrisis was er sprake van een sterke Rijksregie, met een groot aandeel sociale huur in het woonprogramma. Er vonden voornamelijk grootschalige uitbreidingen plaats aan de rand van bestaande kernen en de Rijksregie kende ook een flinke samenhang met geïndustrialiseerd bouwen. Een opvallend detail is dat na de jaren 50 van de vorige eeuw het alleen de kabinetten Drees III (PvdA) en Biesheuvel (ARP) lukte om een getalsmatige groei te realiseren van 20.000 woningen extra gedurende de zittingsperiode van het kabinet. Relevanter was dat er na de oorlog een ontwikkel- en bouwmachine was ontstaan die kon groeien en groeien, decennialang.
De neergang na 1973 kenmerkt zich door minder Rijksregie, minder subsidies, meer markt en meer afhankelijkheid van de koopkrachtige vraag en positieve grondopbrengsten, meer nieuwe steden of groeikernen en minder geïndustrialiseerde bouw. Soms werd er enkele jaren meer gebouwd, maar snel daarna weer minder.
Helder toch, of niet? Ik las een paar analyses van verkiezingsprogramma’s met totaal uiteenlopende opvattingen over welke partij de meest succesvolle strategie heeft. Opvallend is dat er aan die verschillende strategieën totaal verschillende opvattingen over de rol van markt en overheid ten grondslag liggen. Waarschijnlijk kan je op deze manier ook de geschiedenis van wederopbouwend Nederland anders duiden.
Gebiedsontwikkeling laat zien dat het vormgeven van de toekomst ambitie en samenwerking tussen de wereld van markt en publiek vereist
Opeens moest ik denken aan de Formica vergadertafel, hel verlicht. We schrijven 1993, de stadsvernieuwingsprojectgroep Hoefkade in Den Haag. We waren met z’n vieren en op tafel stonden acht plastic kopjes, tot de rand gevuld met koffie. We moesten aan de slag. Woningen stortten in, ramen kierden, junks namen slooppanden in bezit, jongens en meisjes werden op het schoolplein gecharterd als drugskoerier. Er was geen tijd te verliezen. Bulldozers en aannemers werden gebeld, bewoners gerustgesteld en geholpen met verhuizen, zonder eerst hun doopceel te lichten.
Stel dat de partijvoorzitters na de verkiezingen aan deze tafel gaan zitten, of de woordvoerders Bouwen, of de duiders op X en LinkedIn. Wat gaan ze doen? Elkaar overtuigen van de waarde van trickle down of solidariteit, regelvrij of toch weer subsidies? Of staan ze stil bij door de media gecreëerde problemen of urgenties zoals die van de aanwezigheid in ons land van mede-aardbewoners met een ander geloof of huiskleur? Ik mag hopen dat ze oplossingsgericht aan de slag gaan, ambitieus zijn en compromissen sluiten.
Ik mag ook een dag in de week voorzitter van de versnellingstafel Holland Rijnland zijn, de intrigerende regio tussen Noordwijk en Alphen aan den Rijn. In deze regio zijn genoeg plannen om dit jaar en volgend jaar bijna het dubbele aantal woningen te bouwen. Dat lukt toch niet. Waarom niet? Er zijn veel redenen om op te noemen, maar iets wat steeds terugkeert is dat er in de samenwerking te overbruggen hobbels, bergen of ravijnen bestaan. Telkens weer opnieuw. En telkens wordt wel ergens weer een compromis gevonden. Het duurt te lang, het kan beter, maar het is de enige manier voorwaarts.
Dus laat sommigen maar dromen van de blanke top der duinen, Trumpiaanse autocraten en almaar stijgende bitcoins of grondopbrengsten. Fascisten maken de wereld onveilig, er is een urgent woningtekort, de klimatologische verandering kost levens. Materialen-, mobiliteits- en energietransities zijn hard nodig. Gebiedsontwikkeling laat zien dat het vormgeven van de toekomst ambitie vereist, alsmede een samenwerking tussen de werelden van markt en publiek. En hoe beter ambitie en samenwerking bij elkaar komen, hoe beter het resultaat is. Zet zelf je kruisje in een kwadrant op de assen ambitie en samenwerking. Mijn stemadvies.
Cover: ‘Annius Hoornstra Column Cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Patrick van den Hurk)





