'Tegengestelde belangen lopen vaak meer parallel dan op het eerste gezicht lijkt'

7 juni 2012

8 minuten

Persoonlijk Het mooie van individualisering is dat mensen uit overtuiging kiezen voor gemeenschappelijke regelingen en niet omdat het van bovenaf is opgelegd door kerk of staat. PGGM-topman en PvdA-lid Martin van Rijn over de zoektocht van Nederland naar een nieuw evenwicht.

Hij heeft in Haagse kringen de reputatie partijen en standpunten te verbinden die op het eerste gezicht niet te verbinden zijn. Daarbij slaagt hij erin de relaties met en tussen mensen goed te houden. Van de zorgverzekeringswet die enkele jaren geleden is ingevoerd en waarbij zorgverzekeraars, ziekenhuisdirecties, patiëntenplatforms en specialisten op één lijn moesten worden gebracht, wordt gezegd dat toenmalig minister Hans Hoogervorst hem destijds toefluisterde: 'Ik doe de verkoop wel, jij de inhoud.'

Maarten Johannes van Rijn (56) dient al 32 jaar de publieke zaak, waarvan 28 jaar bij de rijksoverheid (het leeuwendeel bij Volkshuisvesting) en de laatste vier jaar als voorzitter van de raad van bestuur bij pensioenuitvoerder PGGM. Hij heeft oog voor de kwetsbare mens, wordt gezegd. Maar hij is ook aanhanger van enige ruimte voor marktwerking, waardoor hem als PvdA'er het best een paars jasje past. Het gesprek heeft plaats op voor hem vertrouwde bodem, Den Haag in sociëteit De Witte pal naast de Tweede Kamer.

De overgang van een dienende topambtenaar naar de eindverantwoordelijke bij PGGM heeft hij niet als moeilijk ervaren. 'Het voelt anders, dat is waar. Maar ik gedraag me niet anders. Ik ben erg van de inhoud en niet van verborgen agenda's. Dat moet je als topambtenaar zijn, maar dat is ook mijn leiderschapsstijl. Er zijn ook veel overeenkomsten. Bij PGGM moet ik net als in de ambtenarij voeling houden met meerdere arena's, zoals de politiek en sociale partners en met de eigen organisatie. Een verschil is wel dat je hier niet met de waan van de dag bezig bent, maar met de waan van de lange termijn.'

Waarom die fascinatie voor de publieke zaak?

'Tijdens de middelbare school was ik al geïnteresseerd in politieke economie, wat je collectief regelt en wat niet. Belangrijk voor mij was het boek De Zaak 40/61, waarin Harry Mulisch verslag doet van het proces tegen nazi Adolf Eichmann. Het schokte me te lezen dat een samenleving kan afglijden naar dingen waarvan we zeggen: hoe kan het dat mensen dit doen? Beschaving kan worden aangetast en dus moet je je best doen om het te handhaven.'

U werd lid van de PvdA.

'Ik vond Joop den Uyl fascinerend. Daarbij hecht ik aan rechtvaardigheid. Ik ben mij er altijd zeer van bewust geweest dat ik waarschijnlijk niet had kunnen studeren als er niet in wetgeving was geregeld dat je ook kon studeren als je ouders niet zoveel centen hadden. Ik wil niet zeggen dat je rechtvaardigheid alleen terugvindt bij de PvdA. Ik heb onder verschillende politieke kleuren gewerkt, maar nooit het gevoel gehad dat de een goed en de ander fout was. Ik heb eerder de neiging te zeggen: pas op met te veel ideologie. Tegenwoordig voel ik me soms wel thuis bij de partij, soms niet.'

Waarom bent u nooit de politiek ingegaan?

'Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien omdat ik de nadelen zo goed zag. Geleefd worden. Standpunten moeten innemen waarvan je denkt dat het compromissen zijn die je niet kunt verdedigen. Wat zeker meespeelde was een ervaring die ik had als afdelingsvoorzitter van de PvdA in Den Haag. Ik moest toen ik 30 was een conflict tussen twee PvdA-wethouders beslechten. Ik wilde het onverzoenbare verzoenen, maar uiteindelijk was de enige oplossing dat ze beiden weg moesten. Zo'n hardhandige oplossing was niet leuk. Na afloop zei iemand dat ik het zeker deed om zelf wethouder te worden. Gatverdarrie, dacht ik, want dat was helemaal niet waarom ik het deed. Ik ben toen dus ook geen wethouder geworden.'

Wethouder werd Van Rijn niet, maar wel dossiervreter bij de overheid. Zijn arbeidsethos kreeg hij mee van zijn vader, die naast zijn baan als scheepstimmerman nog bijkluste om te bewerkstelligen dat zijn kleine gezin (Van Rijn is enig kind) het beter zou krijgen. Ondanks de liefde voor zijn werk, prijst Van Rijn zich gelukkig dat zijn vrouw in de gaten houdt dat de balans tussen werk en privéleven niet zoekraakt. Met hun twee kinderen gaat het gezin nog jaarlijks op wintersport. Een ware traditie, omdat Van Rijn en zijn vrouw elkaar aan het einde van hun studie op wintersport leerden kennen.

Behalve als dossiervreter, staat Van Rijn bekend als de man die er op een wonderlijke manier in slaagt om allerlei tegengestelde belangen met elkaar te verzoenen. Dat begon al op het schoolplein. Van Rijn herinnert zich dat hij probeerde een ruzie op te lossen. 'Vervolgens kreeg ik straf omdat ik er kennelijk bij betrokken was.'

Hoe verbindt u wat niet te verbinden lijkt?

'Je moet je verdiepen in de verschillende belangen. Als je even verder kijkt, zie je dat bij de meeste problemen de belangen veel meer parallel lopen dan op het eerste gezicht lijkt. Iemand is nooit tegen iets, puur omdat hij tegen wil zijn. Je stelt dan eerst met elkaar vast wat je gezamenlijk wilt bereiken, bijvoorbeeld dat de zorg betaalbaar, solidair en menselijk moet blijven. En dan moet je het eens worden over hoe je dat doel bereikt. Dat is hard werken en bereid zijn tot een compromis.'

Is die bereidheid er nog steeds? Fragmenteert Nederland niet?

'In de tijd van verzuiling hadden mensen standpunten die voor hen waren bedacht. Het maken van compromissen kan niet meer op dezelfde manier als vroeger. Maar ik vind het raar te veronderstellen dat de voordelen van gemeenschappelijkheid er niet meer zijn omdat je meer verschillende meningen hoort. Het mooie van individualisering is dat als mensen ervoor kiezen om iets gemeenschappelijks te doen, ze dat zelf kiezen en niet omdat het van bovenaf wordt opgelegd door kerk of politieke partij. Collectieve arrangementen, bijvoorbeeld over het pensioen, zullen minder worden. Maar we moeten niet doorslaan naar ieder voor zich. Er moet een mogelijkheid zijn tot vrijwillige collectiviteit. De coöperatie is een mooie vorm om via individuele keuzes toch collectief voordeel te behalen. PGGM denkt daar nadrukkelijk over na. De vanzelfsprekendheid van organen als de vakbeweging, de SER of een pensioenfonds is weg. Ze zullen hun meerwaarde moeten tonen en moeten knokken voor de goede zaak.'

U hebt zelf als topambtenaar de woningcorporaties, waaronder Vestia, meer vrijheid gegeven en u hebt toezichthouder WSW mede opgezet. Had die niet beter zijn werk moeten doen?

'Ik heb moeite met de stelling dat toezicht alle problemen oplost. We moeten niet toe naar een land waarin mensen zeggen: ik ben door rood gereden, maar daar kon ik niets aan doen, want er was geen toezicht. Meer toezicht betekent ook meer papier en minder ruimte voor innovatie. Een exces zoals bij Vestia doet geen recht aan wat er door woningcorporaties allemaal is bereikt, en heeft niet per se marktwerking als oorzaak. Dat zij hun geld nu zelf moeten verdienen heeft voor- en nadelen. Markten werken soms efficiënt, soms niet. In de tijd dat de overheid heel erg bepalend was in bijvoorbeeld de zorg, waren er wachtlijsten en wisten we niets over kwaliteit.'

De vergrijzing beïnvloedt volgens Van Rijn heel veel maatschappelijke arrangementen in heel veel sectoren. De betaalbaarheid van de zorg en pensioen zijn de grootste uitdagingen voor Nederland, naast het omvormen van het renteniersland van nu in een verduurzaamde en innovatieve samenleving. 'Er zal een nieuw evenwicht moeten worden gevonden tussen collectief en individueel.'

Waarom dreigt het mis te gaan met de pensioenen?

'We moeten heel hard werken om te compenseren voor de volatiliteit van financiële markten en de hogere levensverwachting. Soms bestaat de indruk dat er verkeerd is belegd, maar dat is niet zo. We blijven knokken voor financiële rendementen. PGGM doet zijn best om risico's te voorkomen door op tijd weg te gaan uit risicolanden en te blijven zoeken naar kostenreducties.'

Heeft de pensioenwereld te lang op de lauweren gerust?

'Nee, de pensioenwereld is al heel lang bezig met hervormingen. Denk aan de overgang van eindloon naar middelloon. Denk aan het afschaffen van de vut-regelingen. En nu de plannen over hoe de schokken op de financiële markten en de toegenomen levensverwachting moeten worden opgevangen. Je kunt erover mopperen en negatief doen over sociale partners maar als ze in het buitenland jaloers naar ons systeem kijken, kunnen we misschien ook concluderen dat we het helemaal niet zo slecht doen.'

Hoe moet het verder met het pensioenakkoord?

'De smaken in de uitwerking zijn beperkt. Daarom zou ik zeggen: opschieten! Ik hoop dat we in de uitwerking wat betreft de rekenrente op een gemiddelde uitkomen. Natuurlijk moet je je niet rijk rekenen. Maar als je nu alleen van de risicovrije rente uitgaat en dat evident verschilt van de rendementen die kunt maken, ben je aan de voorkant iets te prudent en ga je aan de achterkant te forse maatregelen nemen.'

Moeten pensioenfondsen meer beleggen in Nederland?

'Ik voel me daarop aangesproken. Ik wil de discussie wel aan dat we meer moeten beleggen in Nederland dan 5% van de portefeuille, zoals we nu doen. Maar dan wel tegen een redelijk rendement en zonder onnodige risico's. We moeten immers de verplichtingen aan de deelnemers van pensioenfondsen waarmaken. Overigens is PGGM al bezig met infrastructuur in Nederland. Ook denken wij na over investeringen in de zorg.'

U bent zeer betrokken bij de zorg via diverse bestuursfuncties. Waarom eigenlijk? 'Laat ik een voorbeeld geven. Ik ben actief bij het VU Alzheimercentrum. Ik heb me eens afgevraagd hoe vaak deze ziekte in Nederland gaat voorkomen en of we daar wel op voorbereid zijn. Dat viel destijds samen met wat ik persoonlijk meemaakte met mijn moeder. We hebben lang geprobeerd haar thuis te verzorgen. Later hebben we de thuiszorg ingeschakeld. Uiteindelijk kom je tot de conclusie dat het niet meer lukt om haar thuis te verzorgen en dat ze naar een verpleeghuis moet. Dat is een waardeloos moment, want dan neem je eigenlijk afscheid. Je moet ook maar afwachten of de zorg goed is geregeld. Ik heb me afgevraagd of ik toch niet langer had moeten doorgaan. Het geeft een groot gevoel van machteloosheid.'

'Toen ik cijfers van het VU Alzheimercentrum onder ogen kreeg, zag ik de omvang van het probleem dat op ons afkomt. Qua behandeling zijn we nog niet ver. Er moet veel onderzoeksinspanning komen. Huisartsen weten nog niet goed hoe deze ziekte in een vroeg stadium te herkennen. We weten ook onvoldoende over de impact op mantelzorgers. En de deskundigheid in verpleging en zorg kan nog wat tandjes hoger. Maar de 250.000 patiënten van nu worden er in de toekomst wel 500.000. Dat getal vermenigvuldigd met drie geeft het aantal vereiste mantelzorgers. We hebben hier echt een deltaplan nodig.'


Door Elisa Hermanides

Editor, Het Financieele Dagblad

Door Pieter Couwenbergh

Redacteur bij Het Financieele Dagblad


Meest recent

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024

Bovenbouwwerkplaats Wisselspoor, Utrecht door Synchroon (bron: Synchroon)

Van Werkspoor naar Wisselspoor, transformatie met de menselijke maat

Een voorheen afgesloten spoorterrein aan de rand van de Utrechtse binnenstad krijgt een nieuwe invulling. Synchroon herontwikkelt het gebied tot Wisselspoor, met de Cityplot als structurerend principe.

Uitgelicht
Casus

23 april 2024