2014.10.13_Tien gouden tips voor aanpak bottom-up initiatieven in krimpgebieden_660px

Tien gouden tips voor aanpak bottom-up initiatieven in krimpgebieden

13 oktober 2014

6 minuten

Verslag “Ruimte voor initiatief!” was het thema tijdens de Landelijke Conferentie Bevolkingsdaling op 4 oktober 2014 in Utrecht. Een kleurig palet aan bottom-up initiatieven in krimpregio’s passeerden de revue. In gesprekken met mensen uit de praktijk van de bottom-up initiatieven werden ervaringen gedeeld, gediscussieerd en werden vele gouden tips verzameld.

Landelijke Conferentie Bevolkingsdaling 2014

“Vandaag gaan we op zoek naar de tien gouden tips.” Jan-Bart Wilschut (dagvoorzitter) opent de dag met een oproep om op een kaartje dé gouden tip om een lokaal initiatief in een krimp regio tot bloei te laten komen in te vullen. Aan het einde van de dag worden alle kaartjes bekeken en worden de tien beste gouden tips er uit gehaald. “Iedereen maakt kans op één miljoen”, aldus Wilschut. Inge Vossenaar (directeur Woon en Leefomgeving BZK) vult hierbij aan: “we willen handen en voeten proberen te geven aan de verschillende aanpakken in krimpgebieden. We willen elkaar inspireren en leren van elkaars voorbeelden”.

Tien gouden tips:

1. Open sportclubs

2. Jeugdtalent benutten

3. Burger ondersteunen met intermediair

4. Oud & jong samenbrengen

5. “Durf meer kathedralen te bouwen”, durven te leren

6. Gebruik kennis bewoners (steek niet te veel geld in adviesbureaus)

7. Maak verdienmodellen van burgerinitiatieven, business cases

8. Cultuuromslag bij ambtenaren

9. Betrek jongeren bij initiatieven

10. Maak gebruik van lokale geldstromen

Gasten uit alle hoeken van het land (o.a. Groningen, Limburg, Zeeland) waren naar Utrecht gekomen om ervaringen te delen. In een aantal doorlopende gesprekken kwamen verschillende initiatieven aan de orde. Evert van Vliet van het dorpshuis in Oosterwolde vertelde over het multifunctionele centrum waarin zesentwintig verenigingen onder een dak gehuisvest zijn. Op deze manier kan huisvesting gezamenlijk gefinancierd worden. Hij gaf aan dat het schetsen van een perspectief erg belangrijk is om alle deelnemende partijen te overtuigen. “Je moet laten zien wat er anders kan en wat er gebeurt als je niets doet.” Daarnaast moeten er, volgens van Vliet, altijd een aantal mensen zijn die voorop lopen en de kar trekken. Over de rol van overheid was hij heel duidelijk. Zij zullen vooral moeten faciliteren en ondersteunen, maar niet op de stoel van de initiatiefnemers gaan zitten. Pascal Kamperman (projectleider Scholder an Scholder, KNVB) lichtte zijn project in de Achterhoek toe waar sport wordt ingezet als multifunctioneel middel om de leefbaarheid in de kernen te behouden. Door samenwerkingen aan te gaan met bijvoorbeeld cultuur, zorg en onderwijs kunnen faciliteiten gecombineerd worden. In de discussie tussen een aantal bestuurders en bewoners uit de Marne en Sluis ging het vooral over het spanningsveld tussen de gemeente en bewonersinitiatieven. Overleg (waarin vooral ook geluisterd wordt) en vertrouwen zijn daarin sleutelbegrippen. Jacob Bruintjes (Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling) presenteerde de publicatie “krimp als uitdaging” en benadrukte vooral dat er niet één aanpak bestaat. Er is altijd maatwerk nodig.

Tien gouden tips voor aanpak bottom-up initiatieven in krimpgebieden - Afbeelding 1

‘Tien gouden tips voor aanpak bottom-up initiatieven in krimpgebieden - Afbeelding 1’


In mei j.l. heeft een groep krimpexperts Denemarken bezocht om te leren van de Deense aanpak. Door Marianne Besselink (gedeputeerde provincie Groningen) en Hans Tijl (directeur Ruimtelijke Ontwikkeling ministerie I&M) werd teruggekoppeld wat de belangrijkste lessen waren die daar zijn geleerd. Opvallend was de kracht van bewoners. Bewoners in Deense krimpdorpen werken veel samen en investeren samen in hun leefomgeving. De rol van de overheid is daarin afwachtend en ze ondersteund alleen dáár waar de initiatieven zijn. Wederom kwam aan bod je dat mensen met passie nodig hebt om de kar te trekken. De particuliere woningvoorraad wordt daar door bewoners aangepakt middels het gezamenlijk opkopen van panden en door deze op te knappen of te slopen. Zo probeert men door middel van kwaliteitsverbetering van de omgeving de waarde van overige panden op peil te houden.

Het plenaire deel werd afgewisseld door twee workshoprondes. In verschillende groepen werden initiatieven gepresenteerd en werd er gediscussieerd over de rol van de overheid. In een van de workshops, georganiseerd door Olav-Jan van Gerwen en Femke Verwest (Planbureau voor de Leefomgeving), werd er aandacht besteed aan de energieke samenleving (veel creativiteit en energie bij burgers) en wat deze verwacht van de overheid. Daarnaast werd met onder anderen mensen uit de praktijk en ambtenaren besproken welke belemmeringen worden ervaren en wat dit betekent voor de rol van de ambtenaar in de toekomst. Hoofdzaak: er bestaat vanuit de praktijk de wens voor een soepele opstelling van een overheid die meedenkt. Voor een goede relatie met de overheid is overleg en vertrouwen nodig. Er wordt vaak aangelopen tegen het 'star vasthouden' aan regels en wetgeving. Dit vooral omdat men te maken heeft met een ‘afrekencultuur’ bij de overheid. Vaak wordt er voornamelijk gekeken of je je als ambtenaar aan de regels hebt gehouden. Men stuurt veelal op maatregelen in plaats van op het doel en vaak zijn deze eisen niet haalbaar voor (kleine) bottom-up initiatieven.

Na de lunch werd er in het plenaire gedeelte de publicatie ‘Van Onderop!’ gepresenteerd. Sjors de Vries (RUIMTEVOLK) vertelde over het kennisprogramma dat Ruimtevolk in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft ontwikkeld. Hierin werden bottom-up initiatieven in krimpgebieden nader bekeken. In de publicatie wordt de oogst van dit kennisprogramma gedeeld. De Vries noemde de drie belangrijkste succesfactoren van bottom-up initiatieven; de eerste is dat je vooral een programma moet hebben dat past bij de plek. Het programma is het uitgangspunt. De tweede succesfactor zit in de koppeling van het maatschappelijke en het commerciële programma. Dit vergroot de haalbaarheid van een initiatief. Tot slot noemde de Vries het spelen met schalen. Oplossingen liggen niet altijd allemaal op het zelfde schaalniveau. Wanneer je door de verschillende schalen heen probeert te kijken, kan je dit een nieuw perspectief opleveren. Tot slot gaf hij mee dat krimpregio’s vooral oog moeten hebben voor ondernemerschap. Dit gaat een steeds grotere rol spelen. Overheid, ondernemers en burgers moeten samen optrekken.

In workshopronde 2 kwam onder andere het project in het Groningse dorp Ulrum (Ulrum 2034) aan bod. In Ulrum werkt een groep actieve bewoners samen aan een leefbare toekomst voor hun dorp. Kernbegrippen in dit proces zijn eigen inzet, eigen creativiteit en eigen middelen. Er vindt op verschillende schalen co-creatie plaats tussen bewoners, ondernemers, overheden, maatschappelijke organisaties, financiële partners en kennispartners. Veel wordt er geïnvesteerd in de kwaliteit van wonen. Gezamenlijk pakt men projecten op als het verduurzaming, functieverandering en ruilverkaveling. Het begint allemaal met de persoonlijke interesse van de betrokkenen, iedereen doet iets wat dicht bij hem of haar ligt en zo creëer je betrokkenheid, aldus Petra de Braal (kasus.nu).

Tot slot werden de tien gekozen gouden tips gepresenteerd. De tien ‘winnaars’ kregen een Staatslot en maken kans op het miljoen. William Segers (Programmaleider Bevolkingsdaling Ministerie van BZK) sloot de discussie af met het benoemen van het proces van omslag waarin we ons nu bevinden. Verschillende initiatieven gaan dwars tegen de stroom in en boeken succes. Dit mag nog meer gefaciliteerd worden en belemmeringen moeten worden weggenomen. De dag werd afgesloten met een emailbericht naar de ministers van BZK en I&M met daarin de tips en een foto van alle deelnemers. Een veelheid aan initiatieven en tips werden gepresenteerd op 4 oktober. De uitwerking daarvan volgt nog in een publicatie na aanleiding van de bijeenkomst. Hopelijk met daarin genoeg concrete handreikingen zodat goed voorbeeld ook goed doet volgen!


Cover: ‘2014.10.13_Tien gouden tips voor aanpak bottom-up initiatieven in krimpgebieden_660px’


Portret - Janneke Rutgers

Door Janneke Rutgers

Janneke Rutgers werkt als onderzoeker en stedenbouwkundige bij RUIMTEVOLK.


Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024