Analyse In 2015 bracht de gemeente Utrecht een ‘Actieplan Voetganger’ uit. Daar komt nu een nadere uitwerking op, met de ‘Ontwerp-Beleidsnota Voetganger’. Bedoeld om de aandacht voor de lopende stadsbewoner structureel te verankeren, zowel in de bestaande stad als in nieuwe gebiedsontwikkelingen.
Dat lopen goed voor ons is, wordt door weinigen meer bestreden. De positieve impact van wandelen wordt onder meer in verband gebracht met de bevordering van onze gezondheid, bijvoorbeeld die van werknemers op bedrijventerreinen. Dagelijks een half uurtje wandelen doet aantoonbaar veel voor ons fysieke en geestelijke welbevinden. Uiteraard ligt er ook een relatie naar sport en het (hard)lopen in de stad, naar de stedelijke luchtkwaliteit, de nabijheid van voorzieningen (de inmiddels bekende 15-minutenstad) en hoe wij de stedelijke omgeving waarnemen. Ook de sociale impact speelt mee: het dagelijkse ommetje brengt ons in contact met onszelf en met elkaar, het zorgt voor ontmoeting en verbinding. En ook professionals komen al wandelend tot nieuwe inzichten. Het wekt dan ook geen verbazing dat juist een gemeente als Utrecht, die ‘gezond stedelijk leven voor iedereen’ als leidmotief voor de ontwikkeling van de stad heeft gekozen, al langere tijd aandacht besteed aan de voetganger. In 2015 verscheen hier het Actieplan Voetganger 2015-2020, wat volgens de gemeente zelf de eerste in haar soort in Nederland was.
Aantoonbare waarde
Met de Utrechtse claim dat het hier om een novum zou gaan, werd vooral bedoeld dat de aandacht nu specifiek werd gericht door een lokale overheid op deze ene vervoersmodaliteit. Wanneer we dit beleidsveld door de oogharen bekijken, zien we namelijk dat in veel andere gemeenten Nederland de laatste jaren ook de schijnwerper op de voetganger is gericht. Maar het moet gezegd, daar maakt(e) het lopen in de stad aanvankelijk vaak onderdeel uit van een bredere mobiliteitsaanpak. Ook zijn er al langere tijd studies beschikbaar over het precies vormgeven van deze vorm van vervoer (en de baten daarvan), zoals het onderzoek Lopen loont van CROW (2018). In Nederland volgde onder meer de gemeente Rotterdam het voorbeeld van Utrecht en ook in het buitenland zijn er inmiddels de nodige steden die, net als Utrecht, specifiek de schijnwerper richten op de voetganger. Zo brachten zowel Dubai als Sydney in 2024 beleidsnota’s over dit onderwerp uit. En in datzelfde jaar lanceerde de provincie Groningen haar investeringsprogramma Loopagenda 2024-2027, Samen stappen zetten geheten. Landelijk is er inmiddels het Nationaal Masterplan Lopen, met de bijbehorende website.
De kwaliteit van de openbare ruimte is nu nog ondermaats
Conclusie mag zijn dat de kennisontwikkeling rondom de voetganger in de stad behoorlijk op stoom is gekomen. Het valt Utrecht te prijzen dat men consequent is doorgegaan op de ingeslagen weg en nu komt met een nadere beleidsmatige verankering van haar wandelambities. Het genoemde Actieplan was vooral agenderend en benoemde twee hoofddoelen: “het verbeteren van het voetgangersklimaat zodat lopen voor meer mensen aantrekkelijker wordt en een verkeersveilige stad voor de voetganger.” Daar werden uitgangspunten voor een goed voetgangersklimaat en de nodige concrete acties aan verbonden. In 2021 werd het actieplan geëvalueerd. De in oktober j.l. aan de gemeenteraad aangeboden ontwerp-beleidsnota Voetganger bouwt voort op deze evaluatie (hoewel opvallend genoeg het Actieplan niet meer letterlijk in de tekst wordt genoemd). Het huidige college, met Senna Maatoug (GroenLinks) als wethouder Mobiliteit, komt aan het einde van haar bestuursperiode met deze nota om de voetganger in de gehele stad beter te accommoderen. Het lopen moet daartoe onderdeel worden van het stadsdekkende beleid voor de openbare ruimte en de nota is daar een aanzet voor.
Nieuwe kwaliteit
In de ruim 130 pagina’s die de beleidsnota telt, wordt gestart met de constatering dat op veel plekken in de stad de kwaliteit van het publieke domein nog ondermaats is. De toegankelijkheid laat te wensen over, stoepen houden ineens op, doorlopende netwerken ontbreken, voetgangersruimtes zijn te smal en looproutes onaantrekkelijk vormgegeven. Om dat te verbeteren, formuleert de gemeente vier doelstellingen:
- een nieuwe kwaliteit voetgangersruimte voor alle nieuwe openbare ruimte die de gemeente maakt of herinricht;
- het verbeteren van voetgangersnetwerken in de wijken, door de stad en naar buiten;
- Voorzieningen zijn lopend goed bereikbaar en op een bestemming aangekomen voelen voetgangers zich welkom en geleid;
- Lopen vanuit de voordeur is voor iedereen vanzelfsprekend(er), voor het verplaatsen van A naar B of het maken van een ommetje.
De realisatie van deze doelstellingen moet ertoe bijdragen dat Utrecht in 2050 een “voetgangersstad is met een loopcultuur”, er sprake is van een hoge kwaliteit “voetgangersruimte” en dat deze ruimte verbonden is met andere opgaven (zoals vergroening, bewegen en het tegengaan van hittestress). In het vervolg van de nota worden de doelstellingen verder uitgewerkt en voorzien van concrete parameters en maatregelen. Een voorbeeld bij de eerste doelstelling over de genoemde voetgangersruimte is de vrije doorloopruimte van voetgangers van minimaal 2,20 meter op het voetpad, op drukke routes uit te breiden naar 3,10 meter en bij gedeelde paden met fietsers naar 3,50 meter. In deze ruimte mogen zich geen obstakels bevinden. Op plekken waar straten worden heringericht, kiest de gemeente voor een erfinrichting en een maximale snelheid voor het andere verkeer van 15 kilometer per uur.
Integraal beleid
Op een vergelijkbare manier worden ook de andere drie doelstellingen geoperationaliseerd. Bij de netwerken gaat het bijvoorbeeld om de introductie van “groene ommetjes” en betere stedelijke verbindingen voor de voetganger, op basis van de “lange doorlopende (dus nu ook letterlijk, red.) lijnen van de stad.” De bereikbaarheid van voorzieningen geeft Utrecht vorm met een ambitie van de 10-minutenstad. Gebieden in de stad die intensief gebruikt worden (zoals de binnenstad maar ook Leidsche Rijn) krijgen in dit verband een eigen netwerk met “hoofdlooproutes”. Tenslotte worden ook uitgangspunten benoemd om de Utrechters te verleiden meer te gaan lopen in de eigen omgeving.
Het nader uitwerken van de doelstellingen alleen is nog niet genoeg om voor een succesvolle realisatie zorg te dragen, zo concludeert de gemeente Utrecht. De geformuleerde ambities om de voetganger letterlijk en figuurlijk mee ruimte te geven, zijn op dit moment bijvoorbeeld nog onvoldoende opgenomen in het gemeentelijk Handboek Openbare Ruimte (HOR). Om die reden wordt dit instrument – dat gebruikt wordt bij de inrichting van concrete plannen – de komende tijd aangepast. Lees: de aandacht voor de voetganger moet standaard deel gaan uitmaken van de gemeentelijke aanpak bij ontwerp, aanleg en beheer.
Ook moet er een nieuwe integrale nota voor de openbare ruimte komen, zo lezen we in het laatste deel van de beleidsnota: “Wat we uiteindelijk nodig hebben is integraal beleid voor de openbare ruimte, waarin we de afweging van functies op grotendeels stedelijk niveau maken (een beleidsnota openbare ruimte). Op die manier voorkomen we dat we steeds op projectniveau lokaal de weging gaan doen. Dit kost onnodig veel tijd en dus geld. De huidige Kadernota Kwaliteit Openbare Ruimte voldoet niet meer en verdient een actualisatie.” Deze laatste opgave zal er een zijn voor de nieuwe gemeenteraad, na de verkiezingen van maart 2026.
Cover: ‘Centrum van Utrecht’ door Wolf-photography (bron: Shutterstock)








