Onderzoek Wageningen University & Research beschreef samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit acht belangrijke lessen voor integrale gebiedsontwikkeling van het platteland. Onder de noemer ‘Vitaal verder met kennis en onderzoek’ geven de onderzoekers handvatten voor de aanpak van kennisvragen die opkomen als je dit gebied toekomstbestendiger wil maken.
Er zijn veel ontwikkelingen die op het Nederlandse platteland afkomen en vraagstukken die daarmee samenhangen: waterveiligheid, klimaat, biodiversiteit, circulaire economie, verdienmodellen voor boeren, leefbaarheid en duurzame energievoorziening. En dan is er nog de vraag: hoe moet je die vraagstukken überhaupt aanpakken? Want er komen al snel vele belangen om de hoek kijken, en het blijkt dat er niet altijd voldoende kennis beschikbaar is.
Diverse overheden en maatschappelijke partijen hebben andere ideeën en verantwoordelijkheden, wat afstemming om samen tot een gerichte aanpak te komen lastig kan maken. Ook het verbinden van onderzoek, ondernemerschap en overheidsbeleid brengt vele uitdagingen met zich mee. Dit alles maakt het stimuleren van plattelandsontwikkeling en het aanpakken van de bovenstaande vraagstukken een complexe opgave.
Niemand kan opgaven alleen realiseren
Met het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP-VP) zijn diverse overheden en maatschappelijke partijen in Nederland gezamenlijk aan de slag gegaan voor een toekomstbestendig platteland in vijftien Nederlandse plattelandsgebieden. Dit doen zij met een gebiedsgerichte aanpak en regionale samenwerking, in het besef dat geen enkele partij de bovenstaande opgaven afzonderlijk kan realiseren.
‘Luchtfoto platteland in Nederland’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: Shutterstock)
Onderzoekers van Wageningen University & Research liepen in een aantal van deze gebieden mee om te ondersteunen bij de aanpak van kennisvraagstukken. Met een op actie-onderzoek gerichte aanpak (‘leren door doen’) keken zij samen met gebiedspartijen of ze in deze gebieden konden helpen bij het formuleren en aanpakken van kennisvragen. Uitgangspunt was om gezamenlijk aan de slag te gaan met een kennisvraag en de gebieden te helpen bij het formuleren van een aanpak om hiermee aan de slag te gaan.
Regenwater
Zo zijn er op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland zorgen over de toekomstbestendigheid van de landbouw omdat die volledig afhankelijk is van regenwater en er in sommige gebieden verzilting optreedt. In de Achterhoek en Twente maakt men zich op de hoge zandgronden zorgen over lage grondwaterstanden door droogte, wat voor zowel boeren als natuurorganisaties tot problemen leidt. In de Zuid-Limburgse heuvels is erosie door regenval een probleem voor zowel boeren, waterschap als natuurorganisaties. Dit zijn allerlei problemen die je moet oplossen en die veel op elkaar lijken. Alles hier heeft met zoet water of het gebrek daaraan te maken. Eén van de lessen is hier: partijen ga met elkaar in gesprek om van andere gebieden te leren. Dit gebeurt in het algemeen nog niet zoveel.
In Twente gingen de onderzoekers aan de slag met een regionale kennisagenda. Het idee was om de vragen van bestuurders en organisaties die in het gebied leefden over landbouw en natuur te bundelen. Het werd een lijst met vragen waar je niet zo goed mee voort kon. Hoe kwam dat? Er was in het gebied nog weinig nagedacht over een visie op de toekomst waar al die vragen toe bij moesten dragen. Les die hier geleerd is: werk eerst samen aan de toekomstvisie van een gebied en werk vandaar uit aan de kennisvragen.
8 belangrijke lessen voor kennisontwikkeling op gebiedsniveau
1: Maak kennis een integraal onderdeel van je gebiedsproces
Kennis is een middel om de juiste afwegingen te kunnen maken en dingen op de goede manier te doen. Als je bijvoorbeeld niet weet welke maatregelen van boeren kunnen bijdragen aan het tegengaan van erosie van heuvels, kun je nog geen keuze maken welke maatregelen je wilt stimuleren als overheid. Kennis krijgt pas betekenis als je het koppelt aan de vraagstukken in het gebied.
2: Werk samen aan een visie van de toekomst en pak van daaruit je kennisvragen aan
Als je niet goed weet waar je heen wilt, dan is het lastig om de juiste kennisvragen te identificeren en om goed te benoemen wat het aanpakken van deze vragen voor het gebied kan betekenen. Kennisvragen moeten opgepakt worden als onderdeel van het gesprek over waar je als gebied naartoe wilt. Het is belangrijk om gebiedspartijen daarin goed mee te nemen.
3: Kijk zowel operationeel als strategisch naar je kennisvraagstukken
Een doelgerichte aanpak van kennisvraagstukken op gebiedsniveau vergt enerzijds een visie voor de lange termijn, maar anderzijds ook een vertaling naar activiteiten op de korte en middellange termijn die hiermee samenhangen. Door zowel operationeel als strategisch naar je kennisvraagstukken te kijken, kun je op de korte termijn meters blijven maken én krijgen die meters betekenis in het kader op de (middel)lange termijn van waar je naartoe wilt.
4: Erken het raakvlak tussen kennis en belangen
Kennis kan verschillende betekenissen hebben voor diverse gebiedspartijen. Door het gesprek hierover aan te gaan, leer je over elkaars belangen en pijnpunten en kun je ervoor zorgen dat deze beter meegenomen worden. Daardoor kan worden bijgedragen aan wederzijds begrip - en mogelijk ook aan gedragen oplossingen in het gebied.
5: Samen kun je meer dan alleen
Er is al enorm veel kennis in de regio: over besturen, het gebied, dingen doen in de praktijk. Deze kennis zit onder andere bij overheden, regionale kennisinstellingen en natuur- en landbouworganisaties. Door die verschillende soorten kennis samen te brengen kun je tot beter beleid komen. Door uit te wisselen en van elkaar te leren, kom je samen verder dan alleen.
6: Leer van andere gebieden en trek samen op
Er zijn diverse verbanden tussen kennisvraagstukken die in verschillende gebieden spelen. Door met elkaar in gesprek te gaan, kun je van elkaar leren en elkaars kennis benutten. Via digitale platforms, bijeenkomsten, persoonlijke uitwisseling en werkplaatsen kun je voorkomen dat kennis die al voorhanden is blijft liggen en in verschillende gebieden opnieuw moet worden uitgevonden.
7: Laat ruimte voor aanpassing door dingen die je onderweg leert of tegenkomt
Het aanpakken van een kennisvraag is geen lineair proces: het vraagt vaak om tussentijdse aanpassingen en om toepassen wat je onderweg geleerd hebt. Ieder gebied komt daarbij zijn eigen obstakels tegen: regelgeving die knelt, gebrek aan bijbehorende verdienmodellen of nieuwe maatschappelijke vraagstukken. Door het kennisproces flexibel in te richten kun je de lessen die je leert gelijk toepassen en inspelen op nieuwe obstakels die je tegenkomt.
8: Begin vandaag nog!
Door aan de slag te gaan met het ontwikkelen van kennis leer je samen hoe je verder komt en doe je nieuwe praktijkkennis op over kennis en onderzoek. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een kennisvraag waarover al consensus bestaat, of juist een vraag die in kaart brengt welke belangen er spelen of waar partijen naartoe willen. Zo voorkom je dat de kennisopgave een kip-ei-verhaal worden en bouw je iets op om op voort te bouwen.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Wageningen University. Het volledige onderzoek is hier te vinden.
Cover: ‘Wilgen in het platteland’ door Henriëtte V. (bron: Shutterstock)