2014.02.25_Van zorg naar leefplezier_660

Volksgezondheid in een ondernemende samenleving

25 februari 2014

9 minuten

Persoonlijk Thema’s als gezondheid, zorg en welbevinden raken direct aan het vakgebied van gebiedsontwikkeling. Bijvoorbeeld in het creëren van zorgvoorzieningen, en de aanwezigheid van groen en speelplekken. Een ‘gezond’ ontworpen wijk zou gezond gedrag moeten uitlokken. Een samenhangende aanpak van gedrag en omgeving leidt aantoonbaar tot gezondheidswinst. Toch staan de fysieke wereld en de wereld van de gezondheidszorg vaak nog als onbekenden tegenover elkaar. En dat terwijl met de aanstaande decentralisatie juist de samenwerking op lokaal niveau moet worden ingestoken. Gebiedsontwikkeling.nu sprak met drie onderzoekers van het RIVM, dat onderzoek doet naar de volksgezondheid en het leefmilieu, en schetst een aantal trends en ontwikkelingen die ook voor het fysieke vlak grote verandering gaan betekenen. Steeds vaker zijn het zorgverzekeraars, bedrijven en ondernemende burgers die een stevige impact hebben op de wijk. Het biedt kansen voor het vergroten van het leefplezier.

Ondernemende samenleving

Onverwachte partijen kunnen een stevige impact hebben. Ondernemers en burgers nemen steeds vaker initiatief op het lokale niveau. De samenleving wordt steeds ondernemender en mensen gaan op zoek naar nieuwe invullingen van burgerschap. Van eerdere trajecten zoals rondom het thema duurzaamheid vanaf de jaren ’80 valt voor gezondheid het nodige te leren om projecten en effecten te versnellen. Internationaal gezien zijn het de Scandinavische landen die voorop lopen in de samenwerking tussen partijen, met name in regelingen op nationaal niveau. In Canada is het zelfs wettelijk geregeld dat bij elk beleidsvoornemen, op welk terrein dan ook, de effecten daarvan moeten worden gescreend op gezondheid voordat het voornemen in een wet mag worden gegoten. Integraal gezondheidsbeleid is in Nederland vastgelegd op lokaal niveau middels de Wet Publieke Gezondheid. Dat wil zeggen dat het gemeenten volgens deze wet verplicht zijn om gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen te bewaken.

Kruisbestuiving

In Nederland krijgt samenwerken meer lokaal vorm en wordt ook steeds belangrijker met de decentralisaties van met name jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Onderzoek laat zien dat samenwerkingstrajecten op deze terreinen niet eenvoudig zijn. De grote winst in ons land zit in de kruisbestuiving tussen de ruimtelijke wereld en die van de gezondheidszorg in brede zin. De werelden zijn nog weinig ontsloten, ze kennen elkaar niet onvoldoende. De toekomst voor zowel de wijken als de gezondheidszorg ligt in het creëren van duurzame netwerken van partijen rondom thema’s als gezondheid, groen, sport- en spelaanbod etc. De eerste stappen zijn ondertussen gezet, waarbij de informatiebehoefte over en weer groot bleek. Vanuit deze uitwisseling en het besef van wederzijdse afhankelijkheid is het de opgave voor de komende jaren om de samenwerkingen te verdiepen.

RIVM

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) houdt zich al meer dan 100 jaar bezig met het bevorderen van de volksgezondheid en de kwaliteit van het leefmilieu. Tegenwoordig vooral in de rol van kennisinstituut dat inspeelt op maatschappelijke vragen en trends. De hoofddoelstelling daarbij is het gezond houden van mens en leefomgeving. Het RIVM ondersteunt Rijk en gemeenten door middel van onderzoek en advies op dit gebied. De invloed van de omgeving op gedrag speelt daarbij een belangrijke rol.

Jos van Sonderen is afdelingshoofd van de afdeling Verkenningen Zorg en Preventie van het Centrum Gezondheid en Maatschappij. Zij houdt zich met name bezig met onderzoek naar de zorg als systeem, zoals de toegankelijkheid, effectiviteit en kwaliteit.

Ilse Storm is senior onderzoeker bij het Centrum Gezondheid en Maatschappij (afdeling Verkenningen Zorg en Preventie) van RIVM op het gebied van integraal gezondheidsbeleid en intersectoraal samenwerken. Ze was onder meer betrokken bij het project ‘Gezonde wijk’ over bewegen en veiligheid in de wijk dat was gericht op verbetering van de samenwerking tussen de ruimtelijke ordening en volksgezondheid, en bij het project ‘Intersectoraal samenwerken in de aanpak van gezondheidsachterstanden’ dat is uitgevoerd bij 16 gemeenten. Momenteel werkt ze aan een ZonMw project ’Wijktools verbinden preventie, curatie en burgers in de wijk’.

Frank den Hertog is senior onderzoeker bij het Centrum Gezondheid en Maatschappij (afdeling Verkenningen Volksgezondheid) van het RIVM en is van oorsprong sociaal-geograaf. Hij werkte onder meer aan projecten De Gezonde Wijk en Park of Perk over de effecten van de gebouwde omgeving op beweeggedrag en de Zorgatlas, waarin legio aan gezondheidsgerelateerde data in kaart zijn gebracht. Hij is gedetacheerd geweest bij het Ministerie van IenM, om onder meer te werken aan de Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid. In samenwerking met de TU Eindhoven en GGD Nederland zette hij het platform Gezond Ontwerp op, met als doelstelling het faciliteren en adviseren van lokale partijen op het gebied van gezondheid en omgevingsfactoren.

Informatiebehoefte

Een belangrijke maar ook lastige taak van het RIVM is het vertalen van wetenschappelijke kennis naar de mensen in het veld, de mensen in de zorg- en welzijnswereld, maar ook de mensen die werken aan het fysieke domein. De behoefte aan praktische informatie is groot. De moeilijkheid daarbij is het aanbieden van de kennis op het niveau en de manier waarop de praktijk daar om vraagt. Maar ook het verbinden van het sociale en fysieke domein is een urgente opgave. Met name in de thema’s die raken aan het grensvlak van gezondheid en de wijken of het gebied, ligt een belangrijke vertaalslag naar gebiedsontwikkeling. Daarbij vinden verschuivingen plaats in de rol van partijen zoals zorgverzekeraars en zorgverleners. Zowel inhoud als proces is aan verandering onderhevig. Opvallend is dat ook in gebiedsontwikkeling op dit moment een verschuiving plaatsvindt van fysiek naar een meer sociaal-economisch denken.

Decentralisaties

De belangrijkste verschuiving in de zorg op dit moment is zonder twijfel de decentralisaties die gaande zijn in drie sociale domeinen (AWBZ naar Wmo, Participatiewet, Jeugdwet). Daarbij wordt bovendien een thema als preventie steeds belangrijker, maar ook problematischer. Als mensen langer thuis blijven wonen, om welke voorzieningen vraagt dat dan in de wijk? Hoe kun je met de beperkte middelen een goed aanbod creëren? Hoe zorg je voor sociale samenhang in de buurt, een belangrijke voorwaarde voor preventie, als voorzieningen zoals buurthuizen juist moeten sluiten? Het zijn opgaven waarvoor de gemeenten en lokale partijen aan de lat staan.

Opbouwen overlegstructuur

Voor het Rijk is daarbij de vraag naar de invulling van de nieuwe rol. De beweging is twee kanten op: enerzijds naar het gemeentelijke niveau, maar tegelijkertijd wordt er opgeschaald naar het Europese niveau. Als de Europese doelstellingen zijn behaald, en de taken zijn overgeheveld, waar staat het Rijk dan nog? Met het koppelen van belangen en het opzoeken van de samenwerking valt veel winst te behalen, maar op welke manier kan het Rijk hier aan vormgeven? Den Haag is gewend te werken met doelstellingen en de bijbehorende ‘harde cijfers’ over bijvoorbeeld luchtkwaliteit, maar zal zich nu moeten inrichten op een model waarbij het draait om het opbouwen van een overlegstructuur en van netwerken.

Van gezondheid naar welbevinden

Een brede term als ‘gezondheid’ is daarbij problematisch. Het is een kapstok-begrip, waar normstellingen gaan over meetbare grootheden als luchtkwaliteit. Begrippen die niet altijd overeenkomen. Het kerndoel van verbetering van de luchtkwaliteit hoeft niet per se de meest gezonde situatie in een gebied op te leveren. Gezondheid fungeert als overkoepelend thema, waar iedereen zich in kan vinden en dat partijen daarmee bindt. Maar ook de maatschappelijke associatie bij het begrip gezondheid is aan verandering onderhevig. Waar het vroeger gezond vooral betekende ‘niet ziek’, gaat gezondheid voor veel mensen nu meer over welbevinden en leefplezier, en daarmee bijvoorbeeld of je je prettig voelt in een wijk. Een positieve term als ‘participatie’ wint terrein op het meer negatief-geladen ‘leefbaarheid’. Dat klinkt al snel betuttelend en kan negatief doorwerken op bewoners, net zoals het ‘stigma’ ‘krachtwijk’ dat kan doen.

Netwerkverbanden opbouwen

Gemeenten zijn op zoek naar invulling van hun nieuwe rol op het gebied van zorg en gezondheid in de wijken. Daarbij is veel behoefte aan kennis en informatie. Hoe beïnvloeden gezondheid en participatie elkaar? Wat zijn de belangrijkste factoren in de wijk die gedrag beïnvloeden en hoe vertaal je die in beleid? Vaak gaat het voor bewoners over heel andere zaken dan je als gemeente vantevoren bedenkt. Gaat het niet over de inrichting van een groenvoorziening, maar is een probleem als eenzaamheid veel prominenter. Ook zijn de verschillen in de problematieken per buurt of wijk heel groot. Specifieke oplossingen, oftewel lokaal maatwerk is dan geboden. Maar dat stuit weer op nog zo’n definitiekwestie: waar leg je de grenzen van een gebied? Zijn die geografisch bepaald of vanuit netwerken? Een huisarts bijvoorbeeld bedient vaak verschillende wijken. Steeds meer worden vanuit een samenwerking afspraken gemaakt die vervolgens worden vertaald naar fysieke plekken. De opgave is dan om met de verschillende actoren en partijen, van scholen en zorgaanbieders tot buurtsportcoaches, winkels en zorgzekeraars, duurzame netwerkverbanden op te bouwen op het gebied van gezondheid.

Clustering

Tegelijkertijd spelen tendenzen als clustering van het zorgaanbod en de verzekeraars die steeds sterker in beeld komen, ook in de buurt. Ze experimenteren met hun rol als regisseur van het zorgaanbod, vooral gedreven door kostenreductie. Ze hebben steeds meer invloed op zaken zoals het zorgaanbod en preventie. Waarbij met name in de buurten het probleem speelt dat (publieke) investeringen die worden gedaan in preventie, deels ten bate vallen aan andere partijen. Een probleem waar ook die andere grote speler in de wijken, de corporaties, mee worstelen. Een bijkomend probleem is het lastig te formuleren begrip ‘gezondheidswinst’, dat voor weinig partijen een doelstelling op zich is. Partijen die ondertussen wél een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van gezondheidswinst in de wijk, zoals Rijkswaterstaat, bijvoorbeeld door de nabijheid van een snelweg.

Maatschappelijke impact

Maar ook hier is een verschuiving zichtbaar en dringt het besef bij private partijen door dat ook zij aan de lat staan als het gaat om maatschappelijke doelstellingen. Veel bedrijven staan momenteel voor de uitdaging hun winstdoelstellingen te combineren met het vergroten van hun maatschappelijke impact. In dat kader is het Nationaal Programma Preventie interessant, dat als uitgangspunt heeft dat de sleutel tot gezondheidsverbetering voor een groot deel ligt bij partijen buiten de zorg, zoals scholen, werkgevers, sportverenigingen en de gemeenten. Het programma laat bedrijven en organisaties ‘pledges’ ondertekenen, de belofte dat ze bij hun activiteiten gezondheid een belangrijke drijfveer zal zijn. De aandacht voor gezondheid als MVO-activiteit, met de ‘pledge’ als een keurmerk à la Breeam (duurzaamheid). Het haalt de vrijblijvendheid af van het formuleren van aanbevelingen, waarbij altijd het risico bestaat dat ze niet worden overgenomen in beleid of afvallen aan de onderhandelingstafel.

Nieuwe partijen

Het zijn nieuwe ontwikkelingen die ertoe moeten leiden dat ook andere dan de traditionele partijen bij gaan dragen aan het vergroten van de gezondheid en verbeteren van de leefomgeving. Daarbij is vooral in een samenhangende aanpak tussen gedrag en omgeving de nodige gezondheidswinst te genereren. Waarbij het ‘paternalistische’ label gezondheid meer en meer verschuift naar welbevinden of leefplezier. De tendens de andere kant op is die richting het hard maken van doelstellingen middels ofwel normstellingen van de overheid ofwel ‘beloftes’ van het bedrijfsleven. Initiatieven komen steeds vaker van ‘nieuwe’ partijen. Dat zijn niet in de laatste plaats ook steeds vaker burgers. Zie bijvoorbeeld het burgerinitiatief in krimpgemeente Oosterburen, waar de inzet van burgers het dreigende verdwijnen van ouderen- en zorgvoorzieningen een halt wist toe te roepen.

Kenniscentrum Healty Urban Living

Voorbeelden van projecten en programma’s
, een samenwerking tussen RIVM, TNO, KNMI, Deltares en de Universiteit Utrecht.

Doelstelling van het kenniscentrum is het op een integrale manier bundelen van kennis op het gebied van gezonde steden. De samenwerkende organisaties bundelen hun expertise om oplossingen te vinden voor complexe stedelijke vraagstukken, voor overheden, bedrijfsleven en burgers. De drive hierachter is de ambitie van de gemeente Utrecht om zichzelf te profileren op het gebied van gezonde verstedelijking.

Urban 40
In de 40 voormalige krachtwijken is van 2008-2012 onderzoek gedaan naar de effecten van fysieke ingrepen op de gezondheid. Daarbij is voor het eerst in een onderzoek op grote schaal bewezen dat fysieke ingrepen in de omgeving inderdaad resultaat hebben op gedragsverandering. Mensen in deze wijken zijn meer gaan fietsen en lopen. Oftewel: investeren op de gezondheid van de wijk heeft, onder bepaalde voorwaarden, wel degelijk nut.

Gezonde school
Van oorsprong een project van de GGD-en, begint het idee van de ‘Gezonde school’ steeds breder te leven. Het begrip wordt ruim opgevat en gaat van het eten in de kantine tot de aanfietsroutes van de school.

ZonMw
Stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, door middel van subsidiëring, onderzoeksprojecten en het verbinden van partijen.

Gezond Ontwerp, uitgave van Platfrom Gezond Ontwerp van TU/e, RIVM en GGD Rotterdam Rijnmond
Hierin zijn onder meer scenario’s geschetst voor tien ‘gezonde steden’, waaronder de schone stad, de veilige stad en de bewegingsvolle stad.

Rapporten RIVM:

- Intersectoraal samenwerken in de aanpak van gezondheidsachterstanden, een onderzoek onder 16 gemeenten
- Beweging en veiligheid in de wijk – Handleiding bewegingsbevorderende en veilige wijken
- Effecten van beleidsmaatregelen buiten het volksgezondheidsdomein op de gezondheid – Een verkennende studie
- Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014
Elke vier jaar publiceert het RIVM een overzicht van de omvang van ziekte en gezondheid, gezondheidsbeïnvloedende factoren, de gezondheidszorg en het beleid in de Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV). De zesde uitgave, de VTV-2014, verschijnt dit jaar, met onder meer veel aandacht voor maatschappelijke participatie, autonomie, preventie en kosten/baten.

Zie ook:


Cover: ‘2014.02.25_Van zorg naar leefplezier_660’


Portret - Anne Luijten

Door Anne Luijten

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu

Agnes Franzen door Ineke Oostveen (bron: Agnes Franzen)

Door Agnes Franzen

Strategisch adviseur SKG/TU Delft en medeoprichter/hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu (2010-2017)


Meest recent

Jewel Changi vliegveld in Singapore door Em Campos (bron: Shutterstock)

Natuur in de stad als een technologisch vraagstuk

Hoe kan technologie helpen om onze steden op een zinvolle manier groener te maken? Nadina Galle schreef hierover het boek ‘De natuur van onze steden’.

Verslag

7 oktober 2024

Windmolen naast de rivier de Ijssel door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock)

Ruimte voor de Rivier als ruimtelijke gids voor de energietransitie

De energietransitie vraagt naast technische oplossingen vooral ook om ruimtelijke antwoorden. Wat kan je leren van een programma als Ruimte voor de Rivier? Dat probeert TNO Vector te achterhalen in het programma Ruimte voor Energie.

Analyse

7 oktober 2024

Files in Amsterdam tijdens spits door Martin Bergsma (bron: Shutterstock)

Mobiliteitssturing met slimme ‘arrangementen’, die conflicten in de stad voorkomen

De auto en de stad, hoe kan dat huwelijk met goede voorwaarden tot stand komen? Daan van Egeraat en Friso de Zeeuw reiken mobiliteitsarrangementen aan die de boel in goede banen moet leiden.

Opinie

4 oktober 2024