Vormgeven aan de spontane stad

6 november 2012

4 minuten

Verslag Een groot en gevarieerd publiek kwam dinsdag 30 oktober af op de bijeenkomst Vormgeven aan de spontane stad in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Ongeveer 250 geïnteresseerden, waaronder architecten, ambtenaren en investeerders, waren aanwezig om het overvolle programma bij te wonen. Inhoudelijke verdieping, stellingname en interactie stonden hierin centraal. Aanleiding voor de bijeenkomst was het verschijnen van de publicatie ‘Vormgeven aan de spontane stad’ van het Planbureau voor de Leefomgeving en Urhahn Urban Design en de publicatie ‘Ruimte voor initiatief’ van Nirov|Platform31.

Hoe werkt organisch stedelijke ontwikkeling in de praktijk?

Conclusies
- Organisch ontwikkelen is een methode voor kleinschalige experimenten en ‘open source urbanism’. Dit vraagt om:
- Stedenbouwkundigen en architecten die met plannen en ideeën andere partijen kunnen verleiden tot participeren en meefinancieren;
- Een overheid die de spelregels faciliteert (bijv. via de Crisis- en herstelwet en de aankomende nieuwe Omgevingswet);
- Mensen die het gebied door en door kennen, een continue betrokkenheid met het proces hebben en voor iedere betrokken partij benaderbaar zijn.

De middag startte met een kleine discussieronde. De zaal werd verdeeld in een eens- en een oneens-helft, waartussen de gasten moesten kiezen na het lanceren van stellingen. De eerste stelling – organisch ontwikkelen is een hype –leverde een tweedeling op, wat duidelijk maakte dat de meningen over organisch ontwikkelen sterk verdeeld zijn. Aan de eens-zijde klonk het: “Iedereen het nu over enkele succesverhalen (zoals Havenkwartier Deventer), maar in veel gevallen leidt het tot een ‘prisoner’s dilemma’ of patstellingen. Anderen voorzien juist een fundamentele verandering in het ontwikkelen van de stad.

Een mogelijke oorzaak voor de eerder genoemde patstelling kwam naar boven in de tweede stelling: Organisch ontwikkelen is alleen mogelijk onder strakke regie van de overheid. Het grootste gedeelte van de groep was het hiermee oneens. De regie zou in handen moeten liggen van meerdere partijen, en in het bijzonder de eindgebruiker(s), werd gesteld. Maar wie hierin het initiatief moet nemen en hoe dit dan moet worden georganiseerd bleef enigszins onbenoemd.

Na de discussieronde werden de twee publicaties, die de aanleiding voor deze middag vormden, besproken onder leiding van dagvoorzitter Ruben Maes. Sjoerd Feenstra (Urhahn Urban Design), Arjan Raatgever (Platform31) en Niels Sorel (PBL) zetten de belangrijkste bevindingen van Vormgeven aan de spontane stad en Ruimte voor initiatief uiteen.

Vormgeven aan de spontane stad - Afbeelding 1

-

‘Vormgeven aan de spontane stad - Afbeelding 1’


Switch naar organische gebiedsontwikkeling (Bron: Planbureau voor de leefomgeving). Klik voor groot

De sprekers benadrukten nog eens dat organisch ontwikkelen voor een grote omslag zorgt na de periode van integrale, veelal grootschalige gebiedsontwikkeling en dat het voor vele betrokken partijen ook nog wel even zal duren voordat zij hieraan gewend zullen zijn. De spelregels (ook wel toolbox genoemd) moeten worden aangepast en met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en ook de aankomende nieuwe Omgevingswet zal hiervoor meer ruimte komen. Sjoerd Feenstra legde uit dat ook de rol van stedenbouwkundigen en architecten in organisch ontwikkelen anders is dan voorheen. Zij moeten met plannen en ideeën andere partijen kunnen verleiden tot participeren en meefinancieren. Belangrijk is echter wel dat plannen niet worden dichtgetimmerd. Plannen moeten ruimte bieden: faciliteren. Voor overheden geldt hetzelfde; bij elke regel die zij opstellen dienen zij bij zichzelf te rade te gaan of het wel iets toevoegt. Bijvoorbeeld: is het nodig om de functie van een bepaald kavel vast te stellen? Onderstaande figuur laat zien hoe de switch naar organisch ontwikkelen dient te worden gemaakt. Arjan Raatgever lichtte de procesmatige wijze van organiseren toe. Bij een gebied dat een organische ontwikkeling doormaakt is het belangrijk dat er mensen zijn die de stad en vooral het gebied door en door kennen. Zij moeten een continue betrokkenheid met het proces van de ontwikkeling hebben en voor iedere betrokken partij, klein en groot, gemakkelijk te vinden en benaderbaar zijn.

Na dit gesprek was het tijd voor een column van Justus Uitermark (Erasmus Universiteit en Universiteit van Amsterdam), waarin hij op zowel een cynische als een optimistische manier keek naar organisch ontwikkelen. Cynisch gezien is organisch ontwikkelen een opportunistische strategie om de tijd en ruimte te vullen zolang de crisis en de gevolgen hiervan voortduren; een soort antikraak in het groot. Optimistisch gezien is het een methode voor kleinschalige experimenten en ‘open source urbanism’. Een soort Wikipedia van de gebiedsontwikkeling, waarin vele partijen samenwerken aan een gebied, dat een breed draagvlak heeft. Hij vroeg zich concluderend af of de planmatigheid waar Nederland om bekend staat en de integrale ontwikkeling die de laatste decennia hoogtij vierde juist niet een uitzondering in de geschiedenis was. Tot slot werden beide publicaties door Ries van der Wouden (PBL) uitgereikt aan Jop Fackeldey (wethouder Lelystad). Deze gaf vervolgens een slotpleidooi waarin hij iedereen aanspoorde de succesverhalen niet alleen te delen met bouw- en ontwikkelpartijen, maar juist ook met overheidsinstanties en politieke partijen. Volgens Fackeldey is juist daar nog een grote stap te maken in het ‘opwekken van energie’ en het verder verspreiden van de voordelen van organisch ontwikkelen.

Concluderend kan worden gesteld dat organisch ontwikkelen leeft, maar dat de toekomst nog zal moeten uitwijzen of het een structurele en fundamentele verandering in de manier van ontwikkelen met zich mee brengt. Organisch ontwikkelen bevindt zich nog in de beginfase en vele verschillende betrokken partijen zijn nog zoekend naar de juiste methodes om hierin te participeren. Bijeenkomsten zoals deze en de publicaties van PBL, Urhahn en Platform31 zijn uitermate geschikt om kennis en ervaringen uit te wisselen, met het doel organisch ontwikkelen een stap verder te brengen.

Dinsdag 30-10-2012 | Pakhuis de Zwijger, Amsterdam
Organisatie: Platform31, Urhahn Urban Design en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)


Portret - Rick de Boer

Door Rick de Boer

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu | Assistent Projectleider Asset Management bij Arcadis


Meest recent

Zonnepanelen op het dak van een gebouw door Richie Quintyne NVEST (bron: shutterstock)

Duurzame energie in de regio, een passend ontwerp begint bij de goede vraagstelling

In de eerste ronde Regionale Energiestrategieën ging het ook over ruimtelijke kwaliteit. Hoe landen ingrepen in de energie-infrastructuur in onze omgeving? PBL en Royal HaskoningDHV plozen de plannen door en formuleren lessen & tips.

Uitgelicht
Onderzoek

25 april 2024

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024