Photo by Mika Korhonen on Unsplash door Mika Korhonen (bron: Unsplash)

“We hebben geen woningbouw nodig, maar steden- en landschapsbouw”

7 mei 2020

4 minuten

Opinie Het regende de afgelopen maanden toekomstvisies voor de inrichting van Nederland, variërend van de natuur als drijvende kracht tot kernenergie. Landschapsarchitecten Ben Kuipers en Jan Janse pleiten voor een overkoepelende aanpak, zodat Nederland meer is dan een optelsom van losse projecten.

Wie de vakbladen en dagbladen volgt, moet constateren dat de wereld van gebiedsontwikkelaars lijkt geobsedeerd door twee vragen: hoeveel huizen moeten we snel bouwen om een ramp te voorkomen, en moet dat gebeuren in stedelijk gebied of in het landschap? Afhankelijk van je antwoord op deze vraag, word je ingedeeld in het kamp van de gemakzuchtige ontwikkelaars of van de naïeve plannenmakers. 

Wél trots

Vanuit de vakgemeenschap van landschapsarchitecten plaatsen wij echter kanttekeningen bij beide scenario’s. Woningbouw door herontwikkeling en verdichting in de stad verdient voorkeur, want het ontziet het landschap en beperkt de mobiliteitsgroei. Voorwaarde is wel dat tegelijkertijd ook de openbare groene ruimte in de stad en de verbindingen van de stad met het landschap worden verbeterd en dat door woningbouw niet de laatste vrije ruimte uit de stad wordt geperst. 

En als bouwen in het buitengebied onvermijdelijk is, doe dat dan daar waar weinig kwaliteit verloren gaat en juist door bouwontwikkeling wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe natuur- en landschapskwaliteit en stad-landverbindingen. Want laten we eerlijk zijn: er zijn ook delen in het buitengebied die minder aantrekkelijk zijn en niet smeken om behoud, maar juist om doorontwikkeling naar een landschap waar we wél trots op kunnen zijn. 

Kansen bieden   

En daarmee komen we op het belangrijkste knelpunt: de opgave waar we voor staan is veel breder dan alleen het bouwen van huizen. Het omschakelen van fossiele energie naar duurzame energie, het bieden van een goed vestigingsklimaat waar je kan wonen, werken en recreëren, het circulair maken van de landbouw, het aanpassen van ons land aan een wijzigend klimaat, dát zijn de opgaven die in samenhang met elkaar moeten worden aangepakt. De oplossing is dan ook niet woningbouw, maar stedenbouw en landschapsbouw.

Met Panorama Nederland heeft het College van Rijksadviseurs ons land de weg gewezen door duidelijk te maken dat we er alleen uitkomen met een brede, integrale aanpak. Maar Panorama Nederland maakt óók duidelijk dat we iets te kiezen hebben, en dat er nu kansen worden geboden om ons land in een richting te ontwikkelen naar een gebied waar het beter en aantrekkelijker leven is.

Proeve

Hoe dat land eruit moet zien zullen we als Nederlanders met elkaar moeten bepalen. Dat is niet aan het College van Rijksadviseurs, en ook niet aan landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen of andere deskundigen. Wat al die ruimtelijke ontwerpers wel moeten doen, is samen met vakspecialisten op relevante terreinen onderzoeken en inzichtelijk maken welke opties we hebben. Zij moeten slimme plannen maken waarmee verschillende opgaven tegelijkertijd worden opgelost en een meerwaarde kan ontstaan, specifiek toesneden op de regionale karakteristiek.

Een proeve hiervan is zichtbaar in het project Regio van de Toekomst (bekijk de publicatie, pdf), dat de Nederlandse Vereniging van Tuin en Landschapsarchitectuur (NVTL) en Beroepsvereniging voor Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP) hebben opgezet om de Nationale Omgevingsvisie van input te voorzien. In dit project staat bijvoorbeeld een aanpak voor de Eemsdelta, waarmee de energietransitie wordt ingepast in het landschap, de natuur in de dichtslibbende Eems wordt hersteld en dorpen weer vitale gemeenschappen worden.

Geen optelsom 

De afgelopen maanden zijn er echter uit verschillende richtingen nog veel meer initiatieven en scenario’s voor de toekomst van Nederland over het land uitgestrooid. Van een toekomstbeeld voor Nederland in 2120 op basis van natuurontwikkeling als motor tot een visie van de groep Denkwerk die zich vooral op de stedelijke ontwikkeling richt en pleit voor het opwekken van energie in het buitenland of met de inzet van kernenergie. Al deze initiatieven hebben in ieder geval het debat van brandstof voorzien. Helaas heeft dit nog niet geleid tot een gemeenschappelijke gedragen richting waarin we de opgaven te lijf gaan. Wie heeft hier eigenlijk de regie? Het Rijk benoemt weliswaar de opgaven, maar stelt nog weinig kaders.

De vakgemeenschap van ruimtelijk ontwerpers pleit daarom voor een stevige impuls van gecoördineerde inzet van ontwerpkracht en onderzoek om richting te geven aan de transitie van Nederland. We stellen een nationaal onderzoeks- en ontwerpplatform voor dat ten eerste de (rijks)overheid en de politiek van onderbouwde scenario’s en toekomstbeelden voorziet, op basis waarvan de alom gevraagde regie kan worden gevoerd. Daarnaast kunnen we via dit platform gecoördineerd de uitwerking voor de regio’s ter hand nemen, om van praten en schetsen ook tot uitvoeren te komen, en om zo al doende verder kennis en ervaring op te bouwen (bekijk het manifest, pdf).

Als vertegenwoordigers van de landschapsarchitecten willen wij samen met de andere ruimtelijke ontwerpers hier graag onze bijdrage aan leveren. Door structureel rond de tafel te zitten met de opdrachtgevers - publiek en privaat -, kunnen we er samen voor zorgen dat de aard van de opgaven helder wordt benoemd en de opgaven ook gericht worden geadresseerd. Daarmee voorkomen we dat de inzet van ontwerpkracht verloren gaat in een stroom van vrijblijvende studies zonder concrete vertaling naar de praktijk. Uiteindelijk moet de inzet van ontwerpkracht leiden tot nieuwe steden en landschappen, en niet dat Nederland een optelsom wordt van individuele woonwijken, bedrijfsterreinen, zon- en windparken en landbouwenclaves.


Cover:  Photo by Mika Korhonen on Unsplash


Cover: ‘Photo by Mika Korhonen on Unsplash’ door Mika Korhonen (bron: Unsplash) onder CC0 1.0, uitsnede van origineel


Ben Kuipers

Door Ben Kuipers

Zelfstandig landschapsarchitect en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL)

Jan Janse

Door Jan Janse

Landschapsarchitect, teamleider bij Staatsbosbeheer en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL)


Meest recent

Amsterdamse Poort door Make more Aerials (bron: Shutterstock)

De publieke ruimte in gebiedstransformaties: twee verschillende aanpakken

In gebiedstransformaties is de publieke ruimte belangrijk, maar hoe krijg je een goede publieke ruimte voor elkaar als er veel verschillende eigenaren zijn en er hoge kosten zijn gemoeid met de aanleg of verbetering van het openbaar gebied?

Verslag

4 december 2024

Hattem, Netherlands door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatadaptief én goed verzekerd bouwen in tijden van toenemende klimaatrisico’s

Welke rol spelen verzekeraars bij het klimaatadaptief bouwen in gebiedsontwikkelingen? Vylon Ooms, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars, vertelt hoe moedige keuzes voor een toekomstbestendig Nederland kunnen zorgen.

Analyse

3 december 2024

Almere. Nederland door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)

Van NOVEX-gebieden leefbare stadsdelen maken, dan helpt samen leren

In de NOVEX-gebieden is het bouwen van genoeg woningen lang niet de enige uitdaging voor gebiedsontwikkelaars. De inzet moet zijn leefbare stadsdelen te maken, met genoeg sociale en maatschappelijke voorzieningen. Maar hoe?

Onderzoek

2 december 2024