Jeu de boules 2

11 tips voor spellen in tijden van corona

8 mei 2020

10 minuten

Persoonlijk Crisistijd saai voor gebiedsontwikkelaars? Niet als het aan het team van de Leerstoel Gebiedsontwikkeling ligt. We verzamelden onze favoriete spellen (zowel fysiek als digitaal) die leuk zijn om te spelen én nieuwe inzichten opleveren voor de wondere wereld van gebiedsontwikkeling. Van klassiekers als Monopoly en SimCity tot de verrassingen van Backgammon en Jeu de Boules: met deze tips komt iedereen uit de crisis als een volleerd gebiedsontwikkelaar.

Backgammon: blijven doen om te leren

Backgammonnn

Backgammon bordspel

‘Backgammonnn’


●      Locatie: bordspel en digitaal
●      Aantal spelers: 2 (maar het kan ook met teams natuurlijk of in toernooivorm)

Bij backgammon beginnen beide spelers vanuit dezelfde, vooraf geplande, standaardsituatie. Wie het eerste zijn stenen in de thuisbak heeft wint. Simpel. Gelijktijdig vergt backgammon overzicht, een strategie en adaptief vermogen. Als je zomaar wat schuift weet je zeker dat je ten onder gaat. De dobbelstenen kunnen je strategie doorkruisen of juist versterken. Daar hou ik van, als een spel veel vraagt van je eigen inzicht en je het toch niet helemaal in eigen hand hebt.

Daarom is het voor mij net gebiedsontwikkeling. Want ook al heb je een strategie, een plan en hou je overzicht, altijd dienen zich onvoorziene omstandigheden aan die nopen de aanpak bij te stellen. Ook heb je rekening te houden met de strategie van de medespeler die zich gaandeweg ontvouwt. Pas je je aan of trek je onverkort je eigen plan? Of ga je in overleg? Ook na vele avonden verveelt het spel me nog niet. Elk spel is net weer even anders dan het vorige. Ook daarin lijkt het op gebiedsontwikkeling. We moeten het blijven doen om te leren.

Co Verdaas

Carcassonne: ieder voor zich

Carcassonne 2

Carcassonne

‘Carcassonne 2’


●      Locatie: fysiek bordspel
●      Spelers: 2-5

Carcassonne begint als de ultieme tabula rasa gebiedsontwikkeling; terug naar de tijd dat we iets maakten uit niets, waar soms nostalgisch naar wordt terugverlangd. Je begint bij dit bordspel namelijk met een lege tafel, die zich ieder potje vult met een ander landschap. De spelers voegen om de beurt een tegel toe en bouwen zo aan steden, wegen en kloosters. Door die bouwwerken te ‘claimen’ verdien je punten, en de speler met de meeste punten wint.

Het lonkt om in hoog tempo een groot vastgoedimperium te ontwikkelen, te meer omdat grote projecten de meeste punten opleveren. Van Carcassonne leer je echter dat je gebiedsontwikkeling strategisch aan moet pakken, met oog voor de lange termijn. Grote projecten duren namelijk lang, en de opbrengst komt pas op het eind. Ook is het aantal projecten waar je tegelijkertijd aan kan werken beperkt. Voordat je het weet zitten je handen vol en worden mooie nieuwe kansen voor je neus weggekaapt. Dit spel draait namelijk niet om samenwerken; in Carcassonne is het ieder voor zichzelf. Het valt dus te betwijfelen of we terug moeten naar deze tijd, maar voor een vermakelijke avond zorgt het zonder meer.

Simon van Zoest

Coronisten van Catan: ouderwets verdelen en heersen

Colonisten van Catan

Kolonisten van Catan

‘Colonisten van Catan’


●      Locatie: fysiek en online
●      Spelers: 2-4

In tijden van corona is het zeer plezierig om onder het genot van een goede pot Kolonisten (lees: Coronisten) van Catan vrienden en familie online te spreken en tezamen het eiland te ontwikkelen. Geen gezeur over binnenstedelijke transformaties, stikstofdeposities, anderhalvemeterinterventies en PPS-constructies, maar gewoon ouderwets verdelen en heersen, waarbij je soms stroop om de mond van je medespelers moet smeren om hun grondstoffen los te weken, en soms met harde hand moet laten zien wie hier nou eigenlijk de baas is.

En net zoals bij gebiedsontwikkeling sommige spelers altijd dezelfde tactiek hanteren (ik noem een Friso ‘alles in het groen!’ de Zeeuw en Frans “jullie vergeten de burgers!” Soeterbroek), hang ook ik bij Catan een vaste methode aan: wat er ook gebeurt, altijd investeren in ontwikkelingskaarten. Want of je nu opeens een geweldig mobiliteitsplan mag aanleggen (3 straten, en dus royale kansen op de langste weg, ka-ching!), de benodigde buurtwachten aanstelt (ridders die struikrovers wegjagen, plus een bonus krijgen als ze met genoeg zijn), een monopolie opeist op duurzame bouwmaterialen (kom op met dat spaarzaam verkrijgbare hout) of gewoon uit het niets spelpunten krijgt (alsof je onder de rivieren een project gegund krijgt door een bevriende ambtenaar), je komt met ontwikkelingskaarten altijd beter uit de strijd die de gebiedsontwikkeling van Catan heet.

Inge Janse

Hotel: een treffende parallel

Hotel 2

Hotel

‘Hotel 2’


●      Locatie: fysiek (sinds 1986)
●      Spelers: 2-4

Het doel van het spel is om zoveel mogelijk hotelketens te bezitten. Hierdoor moeten je tegenspelers aan jou kamerhuur betalen, waardoor ze uiteindelijk failliet gaan. Om een hotel te bouwen is het nodig om eerst grond te kopen. Daarna kan het zo zijn dat de speler wel of juist geen vergunning krijgt, gratis mag bouwen of juist een dubbele bouwsom moet betalen. Het bouwen gaat vervolgens in fases, waarna tegenspelers in de meeste gevallen een hogere kamerhuur moeten betalen. Voor alle hotels geldt dat de laatste bouwfase uit voorzieningen bestaat, dat wil zeggen een zwembad, tennisbaan, enzovoort. Ook deze parallel met gebiedsontwikkeling is treffend 😉

Tom Daamen

Jeu de boules: goed gezelschap en slimme strategieën

Petanque (CC BY 2.0) by Varde Kommune -> jeu de boules door Varde Kommune (bron: Flickr)

Jeu de boules

‘Petanque (CC BY 2.0) by Varde Kommune -> jeu de boules’ door Varde Kommune (bron: Flickr)


●      Locatie: fysiek spel, te spelen op een centrale ontmoetingsplek in jouw gebiedsontwikkeling (onder de bomen op een zwoele zondagnamiddag voor dat extra vakantiegevoel in crisistijd)
●      Spelers: minimaal 2 met maximaal 12 boules (er is geen limiet in het aantal spelers, want de teams kunnen zo groot zijn als je zelf wilt. Hoe meer zielen hoe meer vreugde, en een overvloed aan actoren dus, maar dat zijn we wel gewend in gebiedsontwikkeling.

In geval van crisis, waarbij je op gepaste afstand van elkaar nog naar buiten mag, is jeu de boules dé bezigheid waarbij je een frisse neus kunt halen op het buurtpleintje en de neuzen dezelfde kant op richt. Je hebt dit ballenspel namelijk gewonnen als je zo veel mogelijk ballen zo dicht mogelijk bij het kleine houten balletje (de zogenaamde but: Frans voor ‘doel’) gooit. Met z’n allen op hetzelfde doel afstevenen en proberen hier dit zo dicht mogelijk bij te komen: een gezamenlijk stip op de horizon. 

Uiteraard zit er een strategisch kantje aan dit ballen werpen. Je mag de ballen (lees: instrumenten en middelen) van de ander ook wegketsen, waardoor deze verder van dit doel af komen te liggen. Je mag zelfs het hele doel verplaatsen door jouw instrument hier tegenaan te kaatsen! Een verschuivende stip op de horizon, da’s niet onbekend bij gebiedsontwikkelingen met lange doorlooptijden waar meerdere ‘spelers’ bij betrokken zijn. 

Dan, de gewenste context van dit spel: in theorie kun je dit op ieder type ondergrond spelen, dus ook in iedere gebiedsontwikkeling (maar het lekkerst werkt toch wel zo’n grindstrookje omringd met bankjes waar de gemiddelde leeftijd 70+ is). Heb je in jouw gebiedsontwikkeling (door met zijn allen naar dezelfde but toe te werken) zo’n buurtgevoel weten te creëren dat er af en toe een balletje wordt geworpen, dan weet je het zeker: dit is een geslaagde gebiedsontwikkeling. Goed gezelschap en slimme strategieën zijn dé ingrediënten voor een geslaagde gebiedsontwikkeling (en een geslaagd potje jeu de boules). 

Hedwig van der Linden

Mens erger je niet!

Mens erger je niet 2

Mens erger je niet

‘Mens erger je niet 2’


●      Locatie: fysiek en online
●      Spelers: 2-6

Mens erger je niet! is ongetwijfeld een van de meest irritante opties in de spellendoos. Tactiek, strategie, samenwerken: je kunt er helemaal niets mee. Het enige dat je kunt doen is – soms eindeloos lang – hopen dat je een zes gooit, waarna je pion ook echt mag beginnen aan een ronde op het bord. Zes is ook daarna het magische getal, want daarmee maak je de meeste stappen en mag je nog een keer gooien. Echter, als een tegenstander je pion slaat, dan kan je terug naar af en opnieuw beginnen. Zeer frustrerend. Bovendien lijkt het een onmogelijk karwei om alle vier de eigen pionnen precies op de 'eindcirkels' van de eigen kleur te krijgen.

Nu kan gebiedsontwikkeling in voorkomende gevallen ook ingewikkeld en wellicht frustrerend zijn. Maar troost je: zo irritant als Mens erger je niet! kan het niet zijn. Bovendien is de opbrengst nogal mager. Als je al wint dan heb je of alleen rood (woningen) of alleen groen (natuur) maar nooit een combinatie van beide. Mens erger je niet spelen helpt daarom niet alleen bij het omgaan met frustratie, het laat ook zien waarom samenwerken en het combineren van functies zo mooi is. 

Joost Zonneveld

Monopoly: leidraad voor gebiedsontwikkeling?

monopoly 2

Monopoly

‘monopoly 2’


●      Locatie: fysiek en online
●      Aantal spelers: 2-8

Monopoly, een spel zo oud als de weg naar Methusalem. Wie kent het nou niet? Maar had je ooit gedacht als gebiedsontwikkelaar dat je ook nog iets van dit spel zou kunnen leren? Je bouwt een monopoly op door zoveel mogelijk straten op te kopen, waarbij de bekende en vooral dure Kalverstraat het meest in trek is. Andere spelers betalen een bedrag als ze in deze straat moeten overblijven. Als je huizen of hotels bouwt in je straten, levert dat nog meer geld op.

Met dit spel leer je als geen ander de straten vol met huizen te zetten, dat genereert immers het meeste geld. Heb je meerdere straten en huizen in bezit, dan kun je helemaal je geluk op. Bij gebiedsontwikkeling speelt dit immers net zo: grond is aantrekkelijker met huizen dan zonder. En hoe meer grond je hebt, hoe meer je met partners richting kunt geven aan een wijk met een divers aanbod aan woningen, voorzieningen en bedrijven.

Maar waar het bij Monopoly erom gaat zoveel mogelijk waarde te creëren door (en voor) één persoon, draait het bij gebiedsontwikkeling vaak om via partnerships je doelen te bereiken. Voor één persoon of organisatie is het vaak niet mogelijk zoveel grond te kopen. Leuk en aardig dat Monopoly, maar er is toch meer nodig voor gebiedsontwikkeling! 

Christel Swarttouw

Party & co: 5 opdrachten voor gebiedsontwikkelaars

Party en cooo

Party & Co

‘Party en cooo’


●      Locatie: fysiek
●      Spelers: 4-20 

Party & Co is een leuk voorbeeld van processen en interacties die ook binnen gebiedsontwikkeling plaatsvinden. Het spel kan vaak met een grote groep mensen gespeeld worden en omvat het doorlopen van een route van begin- naar eindpunt. Hierin kom je (als team of individu) in interactie met een ander team of individu naar de finish.

Iedereen is ook afhankelijk van elkaar, want met elke stap of sprong die je maakt doorloop je de route naar het eindpunt. Op die route kom je alleen op punten terecht waar een handeling moet worden uitgevoerd om door te kunnen: tekenen, liplezen, verboden woord, gebarentaal en vraag. Het is juist bij deze handelingen dat het spel raakt aan gebiedsontwikkelingsprocessen: lichaamstaal interpreteren, tussen de regels door iemands idee of gedachte kunnen vatten, en snel ontwerpen. Daarnaast zijn er continu vragen die opdoemen en waar vaak in samenspel een antwoord op wordt gezocht.

NB: Dit spel wordt nog toepasselijker als de vragen en opdrachten worden herschreven naar vragen en opdrachten over gebiedsontwikkeling.

Arthur Verwayen

Pim Pam Pet: hoe groot is je woordenschat?

Pim pam pettie

Pim pam pet

‘Pim pam pettie’


●      Locatie: fysiek (heb je het niet, dan kun je het alfabet op gevouwen papieren vierkantjes zetten en in een pot doen)
●      Spelers: 2 (maar het kan ook in teams) 

Pim Pam Pet is een spel dat in het begin van de 20e eeuw is overgewaaid uit Duitsland. Het klassieke spel bestaat uit een een draaischijf met letters en een aantal kaarten met vragen. Maar je raadt het al: met de letters kan je ook komen tot een relevant woord voor gebiedsontwikkeling. Hoe groot is je woordenschat? En wie weet als eerste een mooi woord te vinden? Deze krijgt een punt. Heb je het fout, dan gaat je kaartje naar de tegenpartij.

Wat natuurlijk ook kan, is dat de spelers eerst gezamenlijk een aantal vragen over gebiedsontwikkeling maken, en aan de hand van deze vragen en de letter van de draaischijf met letters (of de pot met letters) met een passend woord komen. Het spel is af als de vraagkaarten op zijn, of na een van te voren afgesproken aantal rondes. Het team of de persoon die de meeste kaartjes of punten heeft, is de winnaar!

Agnes Franzen

SimCity: niets is zonder consequenties

Sims city

Sim City

‘Sims city’


●      Locatie: online
●      Aantal spelers: 1 tot 7

Gebiedsontwikkeling is een vak van balanceren tussen beleidsvisies, exploitatiebudgetten, marktmechanismen, wettelijke kaders en regelgeving. Hoe zouden steden eruit zien zónder al deze praktische voorwaarden? Dat bepaal jij zelf in het klassieke computerspel SimCity! Laat het eindeloos overleggen tussen opdrachtgevers, ambtenaren, ontwerpers en toekomstige bewoners voor een keer buiten wegen en neem de regie in eigen handen. Door je fantasie de vrije loop te laten, kom je er zo misschien wel achter hoe steden er éigenlijk uit moeten zien – vol zwevende wegen, zakencentra, casino’s of dierentuinen misschien?

Toch zijn zelfs virtueel je ruimtelijke ingrepen niet zonder consequenties, want je Sims (de gebruikers van je fantasiestad) hebben een mening en willen in hun behoeften worden voorzien. Of hun behoeften worden vervuld, hangt van jou af: kies je voor de bouw van een industriegebied (en zo economische welvaart), of voor de gezondheid van jouw Sims. 

Hoewel dit computerspel al meer dan dertig jaar op de markt is (en daarmee een echte virtuele klassieker is), heeft globalisering ook in SimCity toegeslagen. Zo kun je in de laatste versies ook met andere steden regionaal of mondiaal samenwerken. Overigens hoeft jouw SimCity natuurlijk niet per se een utopische stad te zijn. Wie weet gebruik je het dus om de post-corona-maatschappij vorm te geven.

Céline Janssen

Transport Tycoon Deluxe: sloop dat huizenblok

typhooon rollercoaster

Transport Tycoon Deluxe

‘typhooon rollercoaster’


●      Locatie: online
●      Spelers: 1 

Openbaar vervoer is een hot topic in gebiedsontwikkeling. Transport Tycoon Deluxe biedt je de kans om zelf een ov-netwerk aan te leggen. Je zult zien dat dán pas de steden beginnen met ontwikkelen. Je zou het spel daarom ook een grote Transit Oriented Design-simulator kunnen noemen. Leuk om eens uit die eeuwige vergaderingen (of Zoomsessies) over stedelijke ontwikkeling te stappen, en gewoon wél dat huizenblok te slopen voor een betere ov-verbinding.

Sebastien Reinink

Cover:  Petanque" (CC BY 2.0) by Varde Kommune 


Cover: ‘Jeu de boules 2’



Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024