Amsterdam, April 2020. Neighborhood with wooden houses, floating on the water door www.hollandfoto.net (bron: Shutterstock)

Buiksloterham in Amsterdam: circulaire stadswijk in wording

27 mei 2021

4 minuten

Casus Buiksloterham aan de noordelijke IJ-oever in Amsterdam moet de circulaire stadswijk van de hoofdstad worden. Tijdens de ontwikkeling wordt met de hoge circulariteitsambities in de praktijk geëxperimenteerd. “Dit is een waardevol project voor de kennisontwikkeling op het vlak van circulaire gebiedsontwikkeling.”

Op de plek waar ruim 700 jaar geleden een zeedijk werd aangelegd om twee buitendijkse landtongen in te sluiten ontwikkelt zich momenteel de circulaire stadswijk van Amsterdam: Buiksloterham. In de vorige eeuw fungeerde het gebied aan de noordelijke IJ-oever voornamelijk als terrein voor industrie, onder meer voor Shell.

Toen haven- en industrieactiviteiten zich vanaf de jaren tachtig steeds meer richting het westen van Amsterdam verplaatsten, besloot de gemeente Amsterdam de Noordelijke IJ-oevers te transformeren tot stedelijk woon-werk gebied. Voor Buiksloterham stelde zij in 2009 een bestemmingsplan op zonder concreet eindbeeld en met zoveel mogelijk flexibiliteit, om het gebied op een organische manier te ontwikkelen.

Zo werd Buiksloterham een plek waar avontuurlijke ondernemers en zelfbouwers de ruimte kregen om te ontwikkelen. Inmiddels kenmerken verschillende in het oog springende initiatieven het gebied. Op De Ceuvel zijn oude woonboten hergebruikt om op sterk vervuilde grond een creatieve en duurzame tijdelijke broedplaats te creëren. Even verderop ligt Schoonschip, een plek in het kanaal waar milieubewuste bewoners samen een duurzaam wijkje met drijvende woningen hebben gecreëerd. Ook is het Stadslab Buiksloterham Circulair actief, dat de verschillende initiatieven van zelfbouwers, ondernemers, bedrijven, kennisinstellingen en ontwikkelaars met elkaar verbindt.

Circulariteitsambities

In de beginjaren van de gebiedstransformatie ontwikkelden verschillende stakeholders het idee om van Buiksloterham een circulair stedelijk gebied te maken. Dit sloot aan op het stevige circulariteitsbeleid van gemeente Amsterdam, dat zich baseert op de ‘stadsdonut’-filosofie van de Britse econome Kate Raworth. Het in het gebied aanwezige Stadslab zette vaart achter deze ambities en bracht in 2015 22 partijen bij elkaar om een gezamenlijk ambitiedocument voor het gebied te ondertekenen. Dit manifest, onderbouwd met analyses van adviseurs Metabolic, DELVA Landscape en Studioninedots, formuleert negen wijd uiteenlopende ambitiepunten: van afvalstromen, zelfvoorzienende energie en ‘zero-waste’ tot inclusie, diversiteit en een aantrekkelijke, gezonde en veilige woonomgeving. De partijen hebben het gebied ook als ‘living lab’ aangewezen: een plek waar bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en de gemeente Amsterdam experimenteren met duurzame en circulaire gebiedsontwikkeling.

In de beginjaren van de gebiedstransformatie ontwikkelden verschillende stakeholders het idee om van Buiksloterham een circulair stedelijk gebied te maken

Buiksloterham&Co

Binnen het grotere gebied van Buiksloterham vindt het project Buiksloterham&Co plaats, dat ontwikkeld wordt door woningcorporatie de Alliantie. Buiksloterham&Co bestaat uit zo’n 520 woningen, 5000 m2 werkruimte en horeca en heeft een zeer divers woonprogramma. Sociale huurwoningen, vrije sectorhuurappartementen, koopwoningen, collectief particulier opdrachtgeverschap en individuele zelfbouw wisselen elkaar af op een grondoppervlak van 29.000 vierkante meter. Het plan is door Studioninedots ontworpen met een ‘kleine korrel’ –stedenbouwkundig jargon voor relatief kleine blokken en een gevoel voor de menselijke maat. Ook zijn de woningen gepositioneerd rondom binnentuinen, waar de woningeigenaren via een VVE-achtige constructie voor het beheer zullen zorgen.

Sociale circulariteit

De circulaire ambities voor Buiksloterham vertaalde de Alliantie in samenwerking met de gemeente Amsterdam in een uitwerkingsprogramma met aandacht voor onder andere energie, afval en deelmobiliteit. Ook richtte de woningcorporatie zich onder de noemer ‘sociale circulariteit’ op de sociale dimensie van het gebied.

Buiksloterham door VERO visuals (bron: vero.digital)

‘Buiksloterham’ door VERO visuals (bron: vero.digital)


In drie appartementenblokken met sociale huurwoningen reserveerde de Alliantie fysieke ruimte om daar later gemeenschappelijke huiskamers met gedeelde wasmachines te realiseren. Dit kon zij doen omdat de corporatie samenwerkt met zorgorganisatie Philadelphia, die 24 woningen bij de Alliantie huurt voor bewoners met een licht verstandelijke beperking. Sinds de appartementenblokken in het voorjaar 2020 zijn opgeleverd, beheert Philadelphia de ruimtes en gebruikt deze voor dagbesteding voor haar cliënten. Daarnaast bieden de huiskamers ruimte voor allerlei initiatieven, activiteiten en uitwisselingen onder bewoners. Zo moeten de huiskamers een katalysator vormen voor het ontstaan van ontmoeting en een community-gevoel in de buurt.

Experiment

De gedeelde huiskamers zijn een voorbeeld van het experiment dat Buiksloterham is. Het zal nog moeten blijken wat de investeringen in de huiskamers door de Alliantie en Philadelphia uiteindelijk aan maatschappelijke opbrengsten opleveren. Een ‘living lab’ betekent ook dat sommige ideeën niet niet lukken.

De woningcorporatie richtte zich op de ‘sociale circulariteit’ van het gebied

Nu de nieuwbouwblokken in Buiksloterham in een razend tempo verschijnen en de stadswijk echt vorm begint te krijgen, ontstaan er kritische geluiden van mensen die zich afvragen in hoeverre het gebied daadwerkelijk circulair zal worden. Zo lijkt er nog maar weinig ruimte voor ‘groen’ over te blijven in deze duurzame wijk. Wat het uiteindelijke resultaat ook zal zijn, Buiksloterham is als experiment in de praktijk in ieder geval een waardevol project voor de kennisontwikkeling op het vlak van circulaire gebiedsontwikkeling.

Projectgegevens

Projectnaam: Buiksloterham

Gemeente: Amsterdam

Essentie van de opgave: Buiksloterham verandert van een industrieel bedrijventerrein in een circulaire stadswijk gericht op wonen en werken

Type gebiedsontwikkeling: Gebieds(her)ontwikkeling

Gebiedstype (oorspronkelijk): Industrie/Bedrijventerrein

Gebiedstype (toekomstig): Woon/Werkgebied

Gebiedscategorie (toekomstig): Waterfront

Omvang en programma: 8.575 woningen, 167.000 bedrijven, 35.000 m2 kantoren, 35.000 m2 maatschappelijke voorzieningen en 7.000 m2 detailhandel

Startmoment: 2007

Doorlooptijd: meer dan 15 jaar

Fase: uitvoering

Betrokken partijen: Gemeente Amsterdam (SKG-partner)

Samenwerkingsvorm: Gemeentelijke exploitatie


Cover: ‘Amsterdam, April 2020. Neighborhood with wooden houses, floating on the water’ door www.hollandfoto.net (bron: Shutterstock)


Celine Janssen door Celine Janssen (bron: Celine Janssen)

Door Céline Janssen

Postdoctoraal onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Tankbataljon nam deel aan de oefening op de veluw door Staffotografen Directie Voorlichting Ministerie van Defensie (bron: Wikipedia Commons)

Tussen tanks en bedrijventerreinen: ruimtelijke afstemming in tijden van schaarste

Steeds meer ministeries lopen zich warm voor de Nota Ruimte en dienen hun wensenlijstjes in, zoals recent Defensie en EZ. De vraag rijst dan ook: hoe passen hun plannen straks binnen de kaders van de nieuwe Nota Ruimte?

Analyse

1 juli 2025

Aeisso Boelman column cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Cleo Mulder)

Van wensenlijstjes naar de nieuwe woonagenda

Met de verkiezingen en het schrijven van de programma’s in aantocht, is het weer de tijd van de politieke wensenlijstjes. Het lijstje voor de gebiedsontwikkeling van columnist Aeisso Boelman is kort: vier punten als basis voor de nieuwe woonagenda.

Opinie

30 juni 2025

Plein Overvecht Utrecht door Gemeente Utrecht/Posad Maxwan (bron: VINU)

Om inzicht te krijgen in de kansen van versnelling helpt het versnellingskompas

Maarten van Oosterom (VINU) ziet de waarde van ‘parallel plannen’ maar plaatst ook kanttekeningen. Hij pleit ervoor eerst de lokale complexiteit te doorgronden en daar de inzet van versnellers op aan te passen. Het ‘versnellingskompas’ helpt daarbij.

Analyse

30 juni 2025