De aarde beeft

30 november 2012

8 minuten

Opinie Over de kwetsbaarheid van Tokyo. Door Lodewijk Brunt, emeritus-hoogleraar Stadssociologie.

Wie Tokyo bezoekt, realiseert zich niet voortdurend dat de stad op de rand van de afgrond balanceert. Er wonen hier ruwweg 24 miljoen mensen, bijna een kwart van de totale Japanse bevolking. Geen andere stad ter wereld is zo groot en ook zo welvarend. Je mag nog zo keurig gekleed gaan, maar bij de sjieke dames die beschaafd converseren en theedrinken met hun dochters en vriendinnen in Ladurée, steek je toch ongunstig af. Ze rusten hier uit van het winkelen in het imponerende warenhuis Mitsukoshi, vergeleken waarbij de Bijenkorf een armzalige kwartjeswinkel is. In Tokyo lijkt het Italiaanse ideaal van la bella figura te heersen, volwassenen dragen scherp gesneden kostuums, dure jurken of mantelpakjes; ook jonge meisjes die door het leven gaan als uitzinnige modepopjes. Wat er versleten uitziet, is door de designer precies zo bedoeld.

De aarde beeft - Afbeelding 1

‘De aarde beeft - Afbeelding 1’


De moderne architectuur, in het bijzonder langs de Sumidagawarivier in de buurt van Tokyo Bay, waar de laatste decennia veel aan grondwinning is gedaan, is niet mooi maar wel indrukwekkend. De Regenboogbrug naar Odaiba Marine Park is een wonder van technisch vernuft. Bij het openbaar vervoer in Tokyo kan niets in de schaduw staan: op iedere straathoek een taxi, overal bussen, monorails, treinen en een zeldzaam dicht vertakt metrosysteem dat je veilig en razendsnel naar alle uithoeken van de stad brengt. Ondanks de soms waanzinnige drukte is het rustig op straat, bijna ingetogen. Geschreeuw en getoeter hoor je nauwelijks en het is brandschoon - zonder ingesleten kauwgomvlekken, etensresten, lege blikjes. Afvalbakken zijn er niet, niemand gooit iets op de grond. Stedelijke beschaving in optima forma. Op stations en in treinen overal bordjes met een beleefd verzoek om medereizigers niet te storen. Iedereen heeft een draagbare telefoon en hoewel je in de metro af en toe een meisje ziet dat drie mobieltjes tegelijk bedient, staat het geluid af en wordt er op fluistertoon gesproken.

Hoezo afgrond?

In maart werd het noordoosten van Japan door zware aardbevingen en een tsunami getroffen. Erger dan ooit. Bijna 25.000 mensen dood of vermist, ontelbare gewonden, materiële schade die zal oplopen tot honderden miljarden euro. De kerncentrales bij Fukushima zwaar beschadigd. Een tikkende tijdbom. Ook in Tokyo schokte de aarde, maar de stad werd ditmaal voor het ergste gespaard. Hoewel ... Er viel weliswaar geen gebouw om, maar toch werd het stedelijke bestaan keihard geraakt. Dat laat een interessante dimensie zien van het begrip stedelijke kwetsbaarheid. Steden zijn niet alleen kwetsbaar door aanvallen van buitenlandse mogendheden of terroristen, door incompetente bestuurders en corrupte politici, door overstromingen, orkanen of droogten, maar dus ook door rampen die zich op afstand voltrekken. Fukushima maakte iedereen eens te meer duidelijk dat hier een groot deel van de elektriciteit wordt opgewekt waar het leven in Tokyo, zoveel kilometer naar het zuiden, van afhangt.

Afgelopen voorjaar was ik in Tokyo. Een vriendin, Japanoloog aan de Universiteit van Cambridge, was eind maart naar Japan afgereisd om onderzoek te doen in Yamana, een havenplaatsje in het getroffen gebied. Daarna zou ze een tijdje in Tokyo zitten en omdat ze mijn nogal morbide belangstelling voor stedelijke rampen kent, nodigde ze me uit. Ik was al eerder in Japan geweest, maar nooit met iemand die het land goed kent en de taal vloeiend spreekt. Het was leerzaam om haar verslagen te horen over het rampgebied. Yamana had omstreeks 20.000 inwoners, ruim duizend mensen waren dood of vermist. Net als elders lag er een beschermende tsunami-muur om het stadje, maar de golven waren er ditmaal met gemak overheen gespoeld. Er waren veel slachtoffers gevallen, ook vanwege het ‘cry wolf’-effect: er wordt zo vaak gewaarschuwd voor aardschokken en een tsunami terwijl er niets gebeurt dat mensen het op den duur wel geloven en geen voorzorgsmaatregelen meer treffen. Tja, en dan opeens is het een keer wel raak. Hoe verwoestend de natuur ook mag zijn, veel schade en narigheid ontstaat indirect, met name door brand omdat gasleidingen ontploffen of kachels omvallen. De buitenlandredacties van Nederlandse kranten schreven destijds vol ontzag over het gedisciplineerde karakter waarmee de ramp door de bevolking tegemoet werd getreden. Dat klopte in grote lijnen, maar er werd wel degelijk ook op grote schaal gestolen en geplunderd. Toch was het medeleven soms ontroerend, zoals toen groepen sumoworstelaars in de rampgebieden soep kwamen uitdelen. In Japan is dat ongeveer alsof de goden zelf uit de hemel waren neergedaald. Bij opruimings- en schoonmaakactiviteiten werden met grote zorg fotoalbums verzameld, gedroogd en tentoongesteld - een manier om de doden en vermisten in ere te houden.

De aarde beeft - Afbeelding 2

‘De aarde beeft - Afbeelding 2’


In Tokyo werd me door verschillende mensen verteld dat je de eerste tijd na de ramp in de stad kon merken dat de gebeurtenissen ook hun weerslag hadden op het leven hier. Was het uit solidariteit? Misschien. Iemand die pendelt tussen Tokyo en Nagoya zei dat de betrokkenheid toe- of afneemt met de afstand: ten zuiden van Tokyo is Fukushima voor veel mensen heel ver weg. Het uitgaansleven en de vermaaksindustrie hadden stilgelegen of op halve kracht gedraaid, ook al vanwege de drastische teruggang in zowel het binnenlandse als buitenlandse toerisme. Eind mei, begin juni begon het gewone leven in Tokyo weer een beetje op gang te komen. Volgens mijn zegslieden.

Maar de kwetsbaarheid op afstand manifesteerde zich bij uitstek óók in meetbare eenheden: door het uitvallen van de kerncentrales raakte de elektriciteitsvoorziening van de stad ernstig in het ongerede. ’s Zomers is het nat en benauwd in Tokyo, een hoge vochtigheidsgraad onder een dik wolkendek. Normaal gesproken wordt de stad afgekoeld door airconditioning op enorme schaal, maar daarop moest worden bezuinigd en dat voel je meteen nadat je het vliegtuig bent uitgestapt.

Bij de kwetsbaarheid van steden ben je misschien een beetje geneigd om aan grote, dramatische situaties te denken: instortende gebouwen, grootschalige opstanden, verzengende branden, tanks in de straten, rottende kadavers. Als het gaat om kwetsbaarheid op afstand is alles subtieler en als buitenstaander merk je vaak pas dat er iets aan de hand is als het je door insiders wordt verteld. Zonder mijn gids zou ik na mijn bezoek aan Tokyo desgevraagd naar eer en geweten hebben verklaard dat er in de stad van die hele tsunami niets te merken was geweest. Maar nu had ik steeds een opschrijfboekje bij de hand om de terloopse opmerkingen van mijn vriendin en gids te noteren.

Grote publieke ruimten zoals stations, vliegvelden, supermarkten, warenhuizen en winkelcentra zijn uitgerust met liften en roltrappen - onmisbaar in een stad die in de hoogte gebouwd is. Sommige restaurants, winkels of kantoren bevinden zich op de achtste, tiende of vijftiende verdieping van een wolkenkrabber; wie zou daar ooit komen als je de trap zou moeten nemen? Toch moest er bezuinigd worden en lang niet alle roltrappen of liften werkten of konden maar een deel van de dag worden gebruikt. Supermarkten die normaal gesproken 24 uur per dag geopend zijn, waren nu ’s nachts gesloten en in de hele stad werd drastisch bezuinigd op verlichting, ook reguliere straatverlichting. Datzelfde gold voor reclame of andere vormen van informatievoorziening zoals verkeersborden of richtingaanwijzers. Winkels die zich gewoonlijk afficheren met uitdagende lichtbakken of kunstzinnige neonreclames, zagen er niet zo spectaculair uit als je had verwacht op grond van hun reputatie. Dat sprak vooral in het Akihabaradistrict, beter bekend als Electric City. De naam zegt het al: een dichte verzameling van felverlichte en met schreeuwerige reclame uigeruste warenhuizen en winkelketens op het gebied van de elektronica - alles wat god gemaakt heeft voor computers, geluidsdragers en beeldverschaffers is hier te koop. Maar de koopjespaleizen zagen er zonder al die glitter en glans wat somber en afgedragen uit, ook al omdat onder de huidige omstandigheden weinig animo bestaat om dit soort producten te kopen. Wat altijd zwart zag van de consumenten, leek nu zelfs onderkomen en verlaten.

Wat voor verlichting geldt, gaat net zo hard op voor airconditioning. In de benauwde zomers van Tokyo kon je altijd op adem komen door een station of een warenhuis binnen te lopen: na enkele tellen was je dan door de airco weer tot normale temperaturen afgekoeld. Ik kon me dat ook van een vorig bezoek aan Tokyo herinneren. Dat was nu niet meer zo gemakkelijk. Ik ben gewend aan tropische steden met een hoge vochtigheidsgraad, maar het klimaat van Tokyo was af en toe zelfs voor mij wat teveel van het goede; ik zat vaak moe en bezweet op een bankje om een beetje bij te komen - de airco werkte op halve kracht of helemaal niet. Helaas waren ook de treinen voller dan anders omdat de dienstregelingen waren aangepast aan de nieuwe realiteit: minder treinen dus.

De aarde beeft - Afbeelding 3

‘De aarde beeft - Afbeelding 3’


Maar voor de stadsbevolking waren er enkele verlichtende maatregelen. Hier en daar kon je weer gewone elektrische fans kopen, een overblijfsel uit een primitieve fase in de Japanse geschiedenis en een goedkoop alternatief voor de airco. Ook zag je menigeen met een waaier over straat lopen - maar of dat zo uitzonderlijk was, weet ik niet eens. Grote bedrijven hadden de kledingvoorschriften versoepeld. Mannen mochten zonder stropdas op kantoor komen en hier en daar werd zelfs toegestaan om in ‘vrijetijdskleding’ te verschijnen. Ik moest geloven wat me werd verteld, maar ik heb er weinig van gezien. Hier en daar zag ik een geïsoleerde heer inderdaad zijn stropdas afdoen, maar de keurig geklede man in maatpak, met smetteloos overhemd en stropdas, domineerde nog altijd het straatbeeld. In mijn ogen, tenminste.

Tokyo is bepaald geen rampgebied en de situatie is fundamenteel verschillend van de streken waar mensen familieleden, werk, huis en haard zijn kwijtgeraakt, maar desondanks is de stad op streng dieet gezet en moeten de bewoners zich plotseling aanpassen aan een strikter, kariger, strenger bestaan. Op bepaalde punten tenminste. Het is opmerkelijk dat je niets merkt van gekanker, onvrede, woede of erger. Zelfs in zo’n grote stad zijn mensen blijkbaar in staat om zich collectief te schikken en aan te passen; je moet niet denken aan de golven van zelfbeklag en verongelijkte woede die een land als Nederland zouden overspoelen als er iets op die schaal zou gebeuren. Hoe kan dat? Japanners weten uiteraard dat ze altijd zullen leven onder de doem van aardbevingen en tsunami’s, maar je zou toch ook denken dat er iets in de Japanse cultuur zit dat tot zulke inschikkelijkheid en opofferingsgezindheid leidt. Voor de Japanologie ligt nog een heel onderzoeksprogramma klaar.


Portret - Lodewijk Brunt

Door Lodewijk Brunt

emeritus hoogleraar Stadssociologie bij de Universiteit van Amsterdam


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024