2015.04.20_De concurrentiepositie van Nederlandse steden_660

De concurrentiepositie van Nederlandse steden

23 april 2015

2 minuten

Nieuws Nederlandse steden zijn internationaal gezien klein. Om mee te spelen op internationaal niveau moeten onze steden zich niet op agglomeratiekracht maar op hun netwerkkracht focussen. Dat stellen onderzoekers Frank van Oort (UU), Evert Meijers (TUD), Mark Thissen (PBL), Marloes Hoogerbrugge (TUD) en Martijn Burger (EUR) in de publicatie 'De concurrentiekracht van Nederlandse steden'. Niet alleen de nabijheid van stedelijke voorzieningen speelt een rol, zo blijkt uit het onderzoek, maar vooral de verbondenheid in regionale, nationale en internationale netwerken. Op die manier kan borrowed size ontstaan. Benadrukt wordt dat uiteindelijk de kracht van de regio voorop moet staan als de Nederlandse regio’s de concurrentie internationaal willen aangaan.

Van Agglomeratiekracht naar Netwerkkracht

De concurrentiepositie van Nederlandse steden - Afbeelding 1

‘De concurrentiepositie van Nederlandse steden - Afbeelding 1’


De Platform31-publicatie 'De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Van agglomeratiekracht naar netwerkkracht' staat in het teken van de concurrentiekracht van Nederlandse steden en stedelijke regio’s. De positie van de steden – in het bijzonder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Groningen-Assen – in internationale, nationale en regionale netwerken van handel, kennis en buitenlandse investeringen wordt hierin uitgelicht. Vastgesteld wordt met welke Europese regio’s de steden concurreren en welke locatiefactoren van belang zijn voor groei in de steden.

De publicatie bespreekt de mogelijkheden voor Nederlandse steden om agglomeratiekracht van elkaar te lenen (borrowed size). In hoeverre steden kunnen profiteren van elkaars nabijheid is afhankelijk van hun posities in netwerken. Ook het proces van metropoolvorming in polycentrische stedelijke regio’s in Europa is onderzocht. Hierbij is er gekeken naar de functionele, culturele en bestuurlijke integratie van deze regio’s.

De publicatie is één van de resultaten van het zogenaamde ‘NAPOLEON’ onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het ‘Kennis voor Krachtige Steden’ onderzoeksprogramma van Platform31. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Technische Universiteit Delft en Planbureau voor de Leefomgeving hebben het onderzoek uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en de regio Groningen-Assen


Cover: ‘2015.04.20_De concurrentiepositie van Nederlandse steden_660’



Meest recent

Back to School with Andrea Prins, een beeld van de avond op 28 januari 2025 door Maarten Laupman (bron: Rotterdamse Independent School for the City)

Sociale woningbouw tussen crisis en creativiteit

Schaars, niet passend bij de woonbehoeftes en stigmatiserend: de sociale woningbouw in Nederland staat onder druk. Wat valt er te leren? Curator en architect Andrea Prins zet drie richtinggevende perspectieven op een rij.

Verslag

13 juni 2025

Weekoverzicht donderdag 12 juni door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de ‘nieuwe’ manier van leven

Het ging deze week over hoe wij de gebouwde omgeving opnieuw en beter leren gebruiken. Van het ontrafelen van het sociale weefsel tot de lessen uit de Smart City. En van het beter benutten van sportvelden tot het ontrafelen van het sociale weefsel.

Weekoverzicht

12 juni 2025

Co Verdaas door Phil Nijhuis (bron: Deltacommissaris)

“Hoe zit het sociaal weefsel in elkaar?"

In gesprek met Ysbrand Visser van Stedebouw & Architectuur gaat Co Verdaas in op de ontwikkeling en positie van het vak gebiedsontwikkeling anno 2025. Zijn pleidooi: blijf altijd bereid te leren en te reflecteren, vanuit kwetsbaarheid en openheid.

Uitgelicht
Interview

12 juni 2025