Valley, Amsterdam-Zuidas door Ceescamel (bron: Wikimedia Commons)

De nieuwe stedenbouw is groen

11 juli 2025

6 minuten

Recensie In eerdere artikelen belichtte recensent Jaap Modder al de toekomst van de stedenbouw en het groen ontwikkelen in de stad. In zijn nieuwste bespreking komen beide thema’s samen. Een boek waarin negentien vakgenoten hun visie geven op verstedelijking in relatie tot menselijk welbevinden.

‘Stedenbouw in de praktijk’ heet het. En de ondertitel: ‘19 visies op verdichting en wellbeing’. De Hogeschool van Amsterdam heeft in het kader van het onderzoeksproject ‘Building for wellbeing’ een aantal professionals in de wereld van ontwerpen aan de gebouwde omgeving gevraagd naar hun visie op verdichting en ‘wellbeing’. Ik val met de deur in huis: veel te lezen over verdichting valt er niet. Het gaat voornamelijk over wellbeing (welzijn, gezondheid, geluk?) en de visie daarop. Die varieert van de ontboezeming dat men weinig idee heeft over wat dat is en hoe er mee om te gaan, tot een aantal ontwerpers dat het spreekwoordelijke licht heeft gezien. En dat gaat best ver. Ik lees over een ontwerper die meent dat ‘blue zones’ bijdragen aan het verlengen van de levensverwachting. Geen idee wat blue zones zijn. Iets met gezond leven…

Stedenbouw in de praktijk. 19 visies op verdichting en wellbeing

De druk om woningen in grote aantallen in de stad te bouwen vraagt om nieuwe ruimtelijke oplossingen. Hoe lukt het de praktijkprofessionals vandaag de dag, om krachtige leefomgevingen voor de toekomst te creëren? Dat vroegen de auteurs aan 19 professionals uit het veld, van opdrachtgevers en ontwerpers (stedenbouw, landschaps- en architectenbureaus) tot brancheorganisaties. In de gesprekken beschrijven ze de vindingrijkheid, die ze inzetten om de wellbeing van bewoners in nieuwe buurten te versterken. Het boek biedt zo in vogelvlucht voor (young) professionals, politici en beleidsmakers zicht op de staat van de stedenbouw.

De geïnterviewde professionals: Anne-Mette Andersen – AM Landskab; Anouk Distelbrink – BNSP; Daan Roggeveen – MORE Architecture; Filippo Lodi – UNStudio; Han Dijk – PosadMaxwan; Indira van ’t Klooster – Arcam; Johan Snel – AM; Joost van Faassen – Gemeente Amsterdam afdeling Innovatie; Joost Nieuwenhuijzen – European Federation for Living; Lars van Vianen – Scape Agency; Marco Broekman – BURA; Milou van Min – Arcadis; Nicole de Vrij – Eigen Haard; Paco Bunnik – Gemeente Amsterdam Zuidas; Paul Splinter – AORTA; Pim van der Ven – Juli Ontwerp; Stefan Bödecker – Studio Vinke; Tijl Hekking – IMOSS; Tjeerd Haccou – Space&Matter.

Stedenbouw in de praktijk

Stedenbouw in de praktijk door Hogeschool van Amsterdam (bron: Hogeschool van Amsterdam)

Auteurs:
Frank Suurenbroek, Gideon Spanjar, Hugo Beschuur Plug en Federica Colombo

Uitgever:
Hogeschool van Amsterdam

Aantal pagina’s:
144

Jaar van uitgave:
2025

Laten we beginnen met wat we in dit boekje aantreffen over verdichting. Zoals gemeld niet veel, maar er zijn wel een paar puntjes die de moeite van het vermelden waard zijn. Als het woonoppervlak afneemt, is de plafondhoogte des te belangrijker, zo lezen we. Op de Zuidas in Amsterdam is 3.3 meter de norm. Daar kan onze huidige minister van dienst een puntje aan zuigen, met haar voornemens om het plafond structureel weer te verlagen. Wie traditioneel de hoogte inbouwt draagt, vooral bij aan verticale anonimisering. Kijk naar de Kop van Zuid in Rotterdam. Je rijdt de parkeergarage onder het gebouw binnen, neemt de lift die uitkomt bij je appartement en je hebt bijna 100 procent kans dat je je buren nooit ziet. Verticale gated communities, dat is wat je dan krijgt. Little C (Coolhaven) in datzelfde Rotterdam laat zien dat het anders kan, dat je je medebewoners wel tegenkomt als je je huis in of uitgaat: met verkeersruimtes die tot ontmoetingen leiden.

Little C, Rotterdam door Marcel Douwe Dekker (bron: Wikimedia Commons)

‘Little C, Rotterdam’ door Marcel Douwe Dekker (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 2.0, uitsnede van origineel


De vraag dan wat ruimer gesteld: draagt een gevarieerd programma bij aan meer community? Volgens sommigen wel: varieer op leeftijd, huishoudensgrootte et cetera. Maar is dit nou een mening of een bewezen feit? Ruime entrees dragen in ieder geval wel bij aan de kans op ontmoetingen en die kunnen ‘by the way’ ook uitnodigen de trap te nemen, in plaats van de lift. Misschien nog wel belangrijker is het pleidooi van meerdere kanten om bij grote aantallen woningen clusters te vormen met een eigen identiteit en gemeenschappelijke voorzieningen (30 à 40 eenheden wordt genoemd). De plint, liefst een hoge, is natuurlijk een vaste waarde voor ontwerpers met ervaring, ‘the city at eye level’. Hoge dichtheden vragen om een ruime buitenruimte, dat wist Le Corbusier ook al. Maak uitzichten, lange zichtlijnen, een gebouw in een landschap. Eén ontwerper gaat zelfs zover om te stellen dat hij vooral vormgeeft aan de buitenruimte, het woongebouw is een decorstuk in die ruimte.

Compliceren van de opgave

Een ontwerper in dienst van een ontwikkelaar weet wel waarom het (ook) zo lastig is om binnenstedelijk te verdichten, het is vooral de stapeling aan opgaven waarmee ze te maken krijgen. De eerdergenoemde Zuidas-supervisor is er klaar mee, hij meent dat er te strak wordt gestuurd op woongebouwen. Hij noemt zich, vanwege de grote hoeveelheid belangen waarmee rekening moet worden gehouden, niet in de eerste plaats supervisor maar curator. Maar ook architecten kunnen er wat van, van het compliceren van de opgave: het moet natuurlijk klimaat adaptief, circulair, biobased en nog veel meer zijn. Maar misschien vinden eindgebruikers (bewoners en ondernemers), een lage energierekening net iets interessanter. En dan is er natuurlijk ook het prijskaartje, in huur of koop. Overigens wordt ook benadrukt dat het in ons land bepaald niet ontbreekt aan ontwerpkracht, daar hebben we genoeg van, het ontbreekt vooral aan uitvoeringskracht. Wanneer dringt dat eens door?

Er zijn gelukkig ook de nodige ontwerpers die de weg nog niet kwijt zijn

De ontwerpers aan verdichting hebben de buitenruimte ontdekt, inmiddels hoofdstuk 1 in het architects playbook. Natuurlijk was dat al een tijdje zo, maar nu is dit thema het onverbiddelijke nieuwe testament van de stedenbouw geworden. En als het gaat om verdichting hebben ze zeker een punt, de (groene) buitenruimte is downtown nu eenmaal een stuk belangrijker hier dan in de eerste de beste Vinex-wijk. Het lijkt erop dat de geïnterviewden in dit boek met elkaar hebben afgesproken dat daar in ieder geval de auto het veld voor moet ruimen: auto eruit, groen erin. Of men er aan de vraagkant net zo over denkt, laat ik maar even buiten beschouwing. Gedeeld groen, of het nou parkachtig is of de groentetuin, er moet in ieder geval meer worden gedeeld. Het vraagt van de bewoners van een gebied met een hoge dichtheid een andere levensstijl. De lezer ziet hem al aankomen, we zijn bij het thema wellbeing aangeland. Eén ding is daarbij zeker en dat is dat we er nog niet al te veel over weten, over wat werkt en wat niet.

Weinig gezelligheid

Ontwerpers hebben de neiging om te vinden dat ze overal verstand van hebben en dat vinden we in dit boekje zeker terug. Een paar ‘wizards of oz’ gaan er helemaal op los, met de al genoemde blue zones als voorlopig hoogtepunt. Sommige collega’s kunnen er ook wat van met hun supersurfaces, valuescapes en andere algoritmische hoogstandjes. Anderen verliezen zich in doorgetripte databergen en single day data landscapes. Bij dit type homo universalis is de gezelligheid meteen ver te zoeken.

Er zijn gelukkig ook de nodige ontwerpers die de weg nog niet kwijt zijn op dit vlak. Het transparant en toegankelijk maken van het ontwerpproces voor toekomstige gebruikers van woning en buitenruimte, het bottom up-ontwerpen, dat kan in ieder geval tot veel tevredenheid daarna leiden.

Bloesempark - Amsterdamse Bos door fokke baarssen (bron: shutterstock)

‘Bloesempark - Amsterdamse Bos’ door fokke baarssen (bron: shutterstock)


Op dat vlak kan nog steeds vooruitgang worden geboekt en dat maakt het project van de Hogeschool van Amsterdam, Building for wellbeing, zeker tot een relevante activiteit (misschien met een Nederlandse naam en wat meer definiërende discipline). Neem bijvoorbeeld de ‘subjectieve atlas’ waarmee in Amsterdam wordt gewerkt door architectuurcentrum Arcam en die gericht is op het in kaart brengen van persoonlijke ervaringen van gebruikers. Dit raakt overigens wel aan de rol van de ontwerper. Is hij of zij in de goede positie voor die rol? Wellbeing zit in ieder geval niet aan tafel, aldus een van de geïnterviewden. Zeker waar maar die tafel wordt vooral bij verdichtingsopgaven steeds groter. Hoe houd je alles een beetje overzichtelijk, hoe organiseer je geluk en gezondheid op termijn voor zover dat überhaupt mogelijk is? Zijn architecten de ontwerpers van geluk?

Meer nuchterheid

Op het lijstje van geïnterviewden staan tien vertegenwoordigers van bureaus, vier ngo’s, drie ambtenaren, iemand uit de wereld van de corporaties en een ontwikkelaar. Bij die laatste negen is wel wat meer nuchterheid te bespeuren over de combinatie van verdichting en een prettige woonomgeving, wellbeing dus. Dit boekje is een tussentijds product van een belangrijk project. Laten we vriendelijk blijven en vaststellen dat dit thema ook een zoektocht is en dat er af en toe een verkeerde afslag lijkt te worden genomen. Dat valt de makers van deze publicatie overigens niet te verwijten. Wel is het zaak in het vervolg het kaf van het koren te gaan scheiden. Er is al genoeg onzin in de wereld.


Cover: ‘Valley, Amsterdam-Zuidas’ door Ceescamel (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 4.0, uitsnede van origineel


Jaap Modder door Jaap Modder (bron: LinkedIn)

Door Jaap Modder

Brainville, urban and regional planning


Meest recent

Valley, Amsterdam-Zuidas door Ceescamel (bron: Wikimedia Commons)

De nieuwe stedenbouw is groen

Jaap Modder belichtte eerder de toekomst van de stedenbouw en het groen ontwikkelen in de stad. In zijn nieuwste bespreking komen beide thema’s samen. Een boek waarin negentien vakgenoten spreken over verstedelijking in relatie tot menselijk welzijn.

Recensie

11 juli 2025

Weekoverzicht donderdag 10 juli door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van het ruimtelijk rechtbreien

Het ging deze week over rechtbreien. In fysiek opzicht bij het landschapsherstel in Brabant en een alternatief gebruik van parkeerplaatsen. Maar ook procesmatig, zoals bij het dichten van de kloof tussen bestuurders en ontwerpers.

Weekoverzicht

10 juli 2025

Kleine Beerze hermeandering door Nadine van den Berg (bron: Ministerie VRO)

Van krom naar recht en weer naar krom, Brabants beekherstel doet het landschap goed

Journalist Mark Hendriks en fotograaf Nadine van den Berg gaan in actuele projecten op zoek naar ruimtelijke kwaliteit. In aflevering 5 gaat het naar de Kleine Beerze in Brabant, waar beekherstel veel goed doet.

Uitgelicht
Casus

10 juli 2025