Recensie Onze steden staan er beter bij dan ooit. Maar volgens criticus René Boer is de wens tot perfectie te ver doorgeslagen. Er is niet of nauwelijks ruimte voor dissonanten. Boer doet een poging om de door het neoliberalisme aangedreven ‘Smooth City’ te vatten. Joost Zonneveld las de publicatie en constateert dat veel gladde steden ook nog steeds een rauw randje hebben.
Soms verschijnen er boeken waarbij alleen al de titel herkenning oproept. ‘Smooth City’ van criticus René Boer is er daar een van. Als bewoner van Amsterdam-Zuid zie ik het dagelijks om mij heen. Iedereen ziet er op straat hetzelfde uit, de woningen zijn klein maar karaktervol – en vooral peperduur. De auto’s op straat vormen een mengvorm van dure elektrische leasebakken en Porsches. Tegelijkertijd gaat iedereen zijn eigen gang richting werk – een enkeling brengt nog een kind naar school – en in de avond terug naar huis of naar een van de horecagelegenheden in de buurt. Het sociale contact beperkt zich tot het jaarlijkse straatfeest, verder beweegt zo goed als iedereen zich in zijn of haar eigen bubbel.
Gescripte verrassing
Boer kiest een nog treffender gebied om zijn punt duidelijk te maken. De Negen Straatjes, en specifiek de Reestraat in Amsterdam. Dit gebied tegen het stadscentrum van Amsterdam was ooit een prettige mengelmoes van verschillende vreemdsoortige winkels. Het is in de afgelopen, zeg tien, vijftien jaar, exemplarisch geworden voor wat Boer de Smooth City noemt. Een gebied waar je eigenlijk alles kan vinden, waar iedere winkel ‘uniek’ is, waar de gebouwen er piekfijn uitzien, waar je kunt shoppen en waar de nodige horeca te vinden is. En waar je – als je er ook het geld voor hebt – goed terecht kunt voor die unieke ervaring. En die draag je uitbundig uit, zodat er in no-time een TikTok-rij achter je staat.
Een prima omgeving, zou je denken. Want wie zich daar ophoudt, heeft steeds iets te ontdekken, heeft ook het geld om iets aan te schaffen en doet dat bovendien in een Insta-waardige omgeving – kijk mij eens. Maar volgens Boer is die bijkans perfecte omgeving niet zo geweldig als die wellicht lijkt. Hij concludeert dat overigens niet uit jaloezie en ook niet omdat hij het al die mensen niet gunt. Wel omdat er volgens hem een tendens te ontwaren is die al langer sluimert en nu realiteit geworden is. Het is een tendens waarin stedelijke diversiteit plaatsmaakt voor homogeniteit, waar elke verrassing ‘gescript’ is en waar iedere vierkante meter een bestemming heeft gekregen.
Exit extremen
Steden zijn altijd plekken geweest waarin verschillende mensen elkaar ontmoeten, waarin demonstraties plaatvinden, waar tegengestelde belangen het met elkaar uit moesten vechten en uiteindelijk tot een middenweg moesten komen. Kortom, een samenkomst van verschillen, van subculturen die samen de bekende smeltkroes vormden. Je zou kunnen zeggen dat het vinden van die middenweg in de afgelopen decennia iets té serieus is genomen. Want Boer beschrijft en analyseert een vorm van stedelijkheid die platgeslagen is, waar de extremen uit verdwenen zijn. Alsof de boksers in de ring de witte handdoek werpen voordat de strijd gestreden is.
‘Leidseplein, Amsterdam’ door Harry Beugelink (bron: shutterstock)
En om die analogie door te trekken: er is geen trainer of coach aan te pas gekomen om te zeggen dat ze dat zouden moeten doen. De Smooth City is een stad die zichzelf lijkt te reguleren. Er zijn volgens Boer onderliggende, op elkaar ingrijpende processen en structuren die die platgeslagen stedelijkheid veroorzaken. Het neoliberalisme is daarvan de belangrijkste. Het vastgoed in steden is voor een grote groep mensen onbetaalbaar (geworden) en de waarde van dat vastgoed is volgens Boer meteen een incentive om dat ook in optimale conditie te houden.
Daarbij is het perfecte plaatje van de stad verder uitgewerkt en ondersteund door de (lokale) overheid die de openbare ruimte niet alleen verbetert maar ook uniformeert. En het bedrijfsleven staat klaar om stedelijkheid – de verrassing, de authenticiteit, de schoonheid – te vermarkten. Die op elkaar inwerkende tendensen zijn volgens Boer zo sterk doorgeslagen dat er in Amsterdam (en in alle grotere wereldsteden) niet of nauwelijks ruimte is voor een ander discours, voor een tegengeluid of een andere manier van gedrag of kledingstijl. Niet als een opgelegde verordening, maar als een zichzelf versterkend proces. Toeristen en zeker ook lokale bewoners conformeren zich volledig aan de omgeving en vice versa. Wie zich er niet lekker bij voelt, kan moven.
Perfecte plaatje
Het kan niet anders of Boer heeft al jaren met enige ergernis door zijn geboortestad Amsterdam gelopen. Zeker de zelfkant van de stad en de diversiteit zijn in vergelijking met 20, 30 jaar dramatisch afgenomen. En ik kan dat als import-Amsterdammer die dertig jaar in de hoofdstad woont alleen maar beamen. Overal hetzelfde soort cafés met dezelfde vrolijke – jonge – mensen waarvan je afvraagt hoe ze die hippe koffies, lunches en te dure biertjes eigenlijk kunnen betalen. Moeten deze mensen niet gewoon werken? Maar ze zitten er wel, allemaal in hetzelfde ogenschijnlijk perfecte plaatje.
Het idee van dat perfecte plaatje is een kernpunt in het betoog van Boer. Een gecontroleerde wereld die klopt met het ideale beeld van hoe de wereld zou moeten zijn. Niet alleen aangejaagd door het neoliberalisme maar ook door technologische middelen – want je kunt dat ideale plaatje heel makkelijk creëren én communiceren. Het resultaat is dat steden steeds meer op elkaar gaan lijken, met dezelfde gelijkgestemden die het zich kunnen veroorloven om deel uit te maken van de stad, of het nu Londen, Amsterdam of New York is.
‘Smooth’ (in de betekenis van zowel ‘soepel’ als ‘glad’) is een goed gevonden term om de beschreven tendens van conformeren naar dat ideale plaatje te beschrijven. Tegelijkertijd is dat natuurlijk niet het hele verhaal over de tegenwoordige stad. Zo is bekend dat er in Amsterdam en ook in andere steden sprake is van de nodige ondermijning van het gezag. De grote bedragen die te verdienen zijn met alle mogelijke soorten drugs kunnen niet losgezien worden van de ‘Smooth City’. (De druk van) het perfecte leven, het geld verdienen, het ideale zelfbeeld, dat moet blijkbaar ook ergens een uitlaadklep vinden – zoals we dat ook kennen uit de Angelsaksische literatuur en cinema.
‘Gracht Amsterdam’ door Skreidzeleu (bron: shutterstock)
Dat betekent ook dat de stad wellicht smooth lijkt maar ook dat er buiten het zicht genoeg gebeurt dat het daglicht niet kan verdragen. Het is een beetje zoals de toegenomen preutsheid terwijl er alleen maar meer porno wordt gekeken. De stad is veranderd en zal blijven veranderen, maar of de stad alle rauwheid ook echt kwijtraakt? Wel in het uiterlijk, zoals Boer overtuigend laat zien, maar helemaal? Nee, dat perfecte – smooth – plaatje heeft ook een rauwe tegenhanger achter de coulissen van de schone schijn.
Zie hier de film van Ed van der Elsken over het centrum van Amsterdam en haar bewoners, in de jaren tachtig:
Cover: ‘Drukke straat, Amsterdam’ door Wolf-photography (bron: shutterstock)