Zicht op Arnhem vanaf het Sonsbeek Park door elroyspelbos (bron: Shutterstock)

“Een aantal jaar geleden was het echt not done als het gras hoog stond, maar dat zie je nu steeds meer”

30 augustus 2023

7 minuten

Nieuws Groen staat bij elke gemeente op de agenda, maar hoe doe je het goed? Roel van Dijk – directeur van Stichting Steenbreek – helpt gemeentes bij de vergroeningsopgave. “Als steden niks doen, worden ze onleefbaar.”

Wie met Roel van Dijk op een zonnige dag door Arnhem loopt, komt ogen te kort. De directeur van Stichting Steenbreek – die zich inzet voor het vergroenen en ontstenen van gemeentes – wijst om de haverklap naar zichtbaar en onzichtbaar groen op een gevel, dak, of stoep. Een insectenhotel in een groen perkje, een niet langer gedempte beek. Klimop dat zich een weg naar de bovenkant van een gebouw baant, zigzaggend langs vleermuizenkastjes en vogelhuizen. Grote bomen midden in de stad.

Arnhem is een van de 180 gemeenten waar Stichting Steenbreek actief is en een voorbeeld van een stad die volgens Van Dijk biodiversiteit en klimaatadaptatie erg hoog op de prioriteitenlijst heeft staan. Hier struikel je over de groene gevels, groenstroken en informatiebordjes over het nut van ontstening en vergroening. Gebiedsontwikkeling.nu ging in het centrum van een vergroend Arnhem met Van Dijk in gesprek over de vergroeningsopgave waar alle Nederlandse steden voor staan.

Wat doet Stichting Steenbreek?

“We zagen bij de oprichting in 2015 dat er in gemeentes vaak wel plannen zijn voor biodiversiteit en klimaatadaptatie voor de openbare ruimte, maar voor de private gebieden niet. Gemiddeld genomen is 40 à 50 procent van een gemeente privaat eigendom. Dan kun je als gemeente van alles willen op het gebied van vergroening, maar je hebt de private grondeigenaren nodig: bewoners met een tuintje, woningcorporaties, gebruikers van bedrijventerreinen.”

Als je door het Groene Hart rijdt, zie je alleen maar graslanden
Roel van Dijk, directeur Stichting Steenbreek

“De afgelopen jaren hebben we via gemeentes de bewustwording over biodiversiteit en klimaatadaptatie bij bewoners vergroot. Verharding is bijvoorbeeld enorm nadelig voor de biodiversiteit. Maar ook het sociale aspect van wat we doen is belangrijk. We merken dat het goed is voor de saamhorigheid in een buurt als mensen met elkaar aan het werk zijn in de tuin of straat.”

Hoe pakken jullie dat aan?

“Er is een enorm verschil in aanpak bij kleine, middelgrote en grote gemeentes. Die laatste hebben het beleid, de middelen en de capaciteit om actief op vergroening in te zetten. Bij kleine en middelgrote gemeentes is dat veelal anders. We gaan naar de betreffende gemeente toe en kijken wat daar al gebeurt. Maar ook: welke netwerken zijn er? Wat is er nodig?”

Nieuwstraat, Arnhem door Tess van den Bossche (bron: Tess van den Bossche)

‘Nieuwstraat, Arnhem’ door Tess van den Bossche (bron: Tess van den Bossche)


“Veel gemeentes, zoals hier in Arnhem, besteden de vergroeningsopgave voor de private gebieden uit. Bijvoorbeeld aan een platform als Arnhem Klimaatbestendig (dat verbindt bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en overheden met elkaar in projecten en initiatieven om de stad te vergroenen, red.). Soms pakt de lokale hovenier het op. Verder is het een kwestie van bij deuren langsgaan en aanbellen om mensen enthousiast te maken om te gaan vergroenen.”

Arnhem doet veel om te vergroenen. Om de haverklap staan er informatiebordjes in de stad, er zijn veel groenstroken langs drukke wegen, plantenbakken in het centrum en klimplanten tegen gevels. Hoe staan andere steden ervoor?

“Ten opzichte van het platteland staat het er best wel goed voor. In steden is relatief veel biodiversiteit. Alles wat groeit en bloeit draagt daaraan bij, want er komt leven op af. Als je door het Groene Hart rijdt, zie je alleen maar graslanden. Dat is een monocultuur, er is bijna geen variatie in het landschap.”

Is de noodzaak voor vergroening de afgelopen jaren toegenomen?

“Ja, al kun je dat niet echt meten. Maar dertig jaar geleden nam het groen vaak een esthetische plek in; het werd gebruikt voor de schoonheid. Nu zie je veel meer de functionaliteit ervan en dat is een groot verschil. Dertig jaar geleden werden er stroken groen neergezet met één type plant. Heel gebruiksvriendelijk, maar allemaal hetzelfde. We liepen hier in Arnhem net langs een strook in de buurt van een bushalte. Ik heb het niet geteld, maar daar waren op één vierkante meter al tien verschillende plantensoorten aanwezig.”

Wat is er veranderd?

“De kennis over het groen is door de bezuinigingen in de afgelopen jaren bij veel gemeenten afgenomen. Met de grote vergroeningsopgaven is het van belang dat gemeenten deze weer in huis hebben. Zo zien we in dat het niet meer wenselijk is om één boomsoort in een straat aan te planten. Komt er een ziekte in – zoals de kastanjebloedingsziekte – dan gaat de hele bomenstructuur eraan. Als je zorgt voor voldoende variatie in het bomenassortiment voorkom je een kaalslag. Steeds meer gemeenten zijn daarvan doordrongen en spelen daarop in.”

Wat doen gemeentes over het algemeen wel en niet goed?

“Van politieke partijen van rechts tot links is de noodzaak er en die vertaalt zich nu in daadwerkelijke vergroening. Als steden niks zouden doen, zouden het heel onaantrekkelijke plekken worden op de langere termijn en worden ze onleefbaar. Die verandering, het besef van de noodzaak, zie je in alle steden.”

In Arnhem zie je dat delen van brede trottoirs gebruikt worden om groenstroken van te maken
Roel van Dijk, directeur Stichting Steenbreek

“Maar men weet in de interne organisatie vaak niet van elkaar wat ze aan het doen zijn. Je kunt elkaar vaak veel meer versterken in de vergroeningsopgave. Biodiversiteit is niet alleen van belang voor de ecoloog, maar ook voor de stedenbouwkundige en de ruimtelijke ontwikkelaar. Er zou meer vanuit die integraliteit gewerkt moeten worden.”

Vergt elk deel van de stad een andere aanpak?

“Het gaat erom hoe de stad is opgebouwd. Vanuit het buitengebied kom je via de stadsranden en de toegangswegen in de wijken uiteindelijk in de binnenstad. Daar worden verschillende typen beplanting toegepast. In het buitengebied zijn dat de flora en fauna die daar van nature voorkomen. De stadsranden zijn een overgangsgebied. Daar is de beplanting ruiger en natuurlijker. Het wordt minder beheerd. In de binnenstad is de ruimte beperkt. Hier geldt voor veel gemeenten bovendien het hoogste onderhoudsniveau. Er is afgesproken dat het er spic and span uit ziet.”

“Ook de toegangswegen spelen een belangrijke rol als verbinder tussen het buitengebied en het centrum. In Apeldoorn komt de ijsvogel in het hart van de stad voor, maar dat is totaal niet vanzelfsprekend. Hij kan tot in de binnenstad komen, omdat de omgeving van buiten naar binnen zo is ingericht. Daarom zijn groene aders en watergangen heel belangrijk om de biodiversiteit vanuit het buitengebied naar de stad toe te brengen.”

Waar moeten gemeentes in de binnenstad op letten?

“In een perkje langs een drukke weg zagen we bijvoorbeeld het belang van de bloeiboog. Als je meerdere planten bij elkaar zet die elkaar afwisselen, zorg je dat er continu genoeg voedselaanvoer is voor insecten. En voor het beheer op de lange termijn is het handig als planten dichtbij elkaar groeien, dan kan er weinig onkruid bij. In Arnhem zie je dat delen van brede trottoirs gebruikt worden om groenstroken van te maken. Ook begraafplaatsen en binnentuinen zijn belangrijk voor de biodiversiteit.”

Groene gevel door Tess van den Bossche (bron: Tess van den Bossche)

‘Groene gevel’ door Tess van den Bossche (bron: Tess van den Bossche)


“Als tuinen aaneengesloten groen zijn, staat de binnenstad meer in verbinding met de natuur. Als de helft daarvan versteend is, houdt het op. Voor de wilde bij moet voldoende voedsel aanwezig zijn binnen een straal van 300 meter, vandaar dat beplanting zo belangrijk is. Zie het als één groen lint van tuinen naar de binnenstad.”

Gelden aan een stadsrand dezelfde spelregels?

“Daar zijn de omstandigheden anders. In een natuurlijke omgeving is veel minder verharding zoals hier in de binnenstad. Daar komen dus ook planten voor die zichzelf vermeerderen en de kans krijgen. De gemeente laat de natuur daar wat meer z’n gang gaan. Dat is een transformatie die we nu ondergaan. Een aantal jaar geleden was het echt not done als het gras hoog stond, maar dat zie je nu steeds meer.”

Waar vind je in een verdichte stad dan toch de ruimte voor vergroening?

“Groene gevels en daken zijn innovatieve oplossingen die steeds vaker worden gebruikt. In het centrum is het moeilijk om met grote bomen aan de slag te gaan. Die hebben een groeiplaats nodig, maar hier zitten veel kabels en leidingen onder de grond en de straten zijn heel smal. Je kunt hier niet zomaar een grote boom planten. Maar ook daar zijn weer oplossingen voor, zoals met bomen in plantenbakken. De spanning op de ruimte is er in de stad zeker, maar het is belangrijk om te kijken wat wél kan.”


Cover: ‘Zicht op Arnhem vanaf het Sonsbeek Park’ door elroyspelbos (bron: Shutterstock)


Tess van den Bossche door Tess van den Bossche (bron: LinkedIn)

Door Tess van den Bossche

voormalig webredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Rinske Brand Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Flore Zoe)

Een bankje als recept voor meer sociale cohesie

In gebiedsontwikkeling gaat het steeds vaker over sociale impact. Kansrijk is het stimuleren van verbinding bij de inrichting van de openbare ruimte. Rinske Brand vraagt zich af waarom we echter het tegenovergestelde lijken te doen.

Opinie

29 april 2024

Woningen aan de Kraanvogel, met uitzicht op de Zaamkreek. door Lidwine Guiran (bron: Lidwine Guiran)

Projectenkaart-update april 2024: 4 nieuwe gebiedsontwikkelingen uitgelicht

In de afgelopen maanden verschenen er meerdere nieuwe gebiedsontwikkelingen op onze GO Projectenkaart. Uw gebiedsontwikkeling ook op de kaart? Vul het formulier in!

Casus

29 april 2024

Boomwortels verdrukken parkeervlak door Pat Siravich (bron: Shutterstock)

Een boom voor een auto

Ook voor de auto is plek in de leefbare stad. Dan moeten de straten wel op de schop, want leefbaarheid doet óók claims op de ruimte en daar is plek voor nodig.

Onderzoek

29 april 2024