witte de with flickr

Een binnenstad is geen winkelcentrum, behandel het dan ook niet zo

30 maart 2018

5 minuten

De suggestie wordt vaak gewekt dat een vitale binnenstad het resultaat is van elkaar opvolgende stappen: urgentie, samenwerking, visie, interventies, uitvoeren en evalueren. John Bardoel, Seinpost, weet dat het proces in de praktijk verre van lineair is en vaak veel te eenzijdig wordt aangevlogen. Een binnenstad is geen winkelcentrum.

Een belangrijk kenmerk van binnensteden zijn de bezoekersstromen. Winkelbedrijven vestigen zich hier vanwege deze ‘omzetpotentie’. Maar die bezoekersstromen bestaan niet alleen uit winkelend publiek. Mensen komen ook (steeds vaker) naar de binnenstad om elkaar te ontmoeten door een terras te bezoeken, te dineren/lunchen, uit te gaan, een evenement of theater te bezoeken, of om te werken.

Deze veelheid van (combinaties van) redenen om naar de binnenstad te komen, moet zijn weerslag vinden in de invulling van de panden, de uitstraling van de gevels en de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. Daarbij mogen we overigens ook niet vergeten dat veel mensen in het stadshart wonen.

Nieuw perspectief, nieuwe kansen

Door de enge retailfocus los te laten, ontstaat niet alleen meer begrip voor het functioneren van binnensteden, maar komen ‘plots’ ook nieuwe perspectieven voor voormalige winkelstraten en winkelpanden in beeld. Zo kan de binnenstad een etalage zijn door de gehele keten van ontwerp, productie, verkoop en nazorg zichtbaar te maken.

Nieuwe technieken zoals 3D-printen bieden de mogelijkheid om activiteiten die de afgelopen decennia vooral naar bedrijventerreinen werden gedirigeerd, deels weer naar de binnenstad te halen. De potenties van de bezoekersstromen kunnen hierbij benut worden. Het stadshart kan een rol vervullen als podium of laboratorium door nieuwe concepten (samen met bezoekers) uit te proberen.

Dit zien wij in de praktijk in de mix van detailhandel, horeca, dienstverlening, ontwerp, (ambachtelijke) productie en verkoop. Extra kansen en energie ontstaan wanneer ook de openbare ruimte als verlengstuk voor de activiteiten wordt ingezet. De Bloemerstraat in Nijmegen is een voorbeeld van een transformatiegebied waar vanuit dit nieuwe perspectief wordt gewerkt.

Overigens, een winkel was in het ‘verre’ verleden een plek in een pand of huis waar spullen verkocht werden. In de middeleeuwen ging het bijvoorbeeld om een pand waar een goudsmid woonde, werkte en verkocht. Deze combinatie van wonen, productie en verkoop biedt ook nieuw perspectief voor delen van de binnenstad. Zeker als daarbij de plint en de verdieping (weer) als een geheel worden gezien (extra voordeel is de sociale controle).

Onder de noemer van blurring en conceptstores zien we steeds vaker dat de traditionele grenzen van detailhandel, horeca en dienstverlening (weer) worden doorbroken.

De binnensteden als assemblage

De binnenstad bestaat vanuit de interactie tussen de gebouwen, hun invulling, de openbare ruimte, het gebruik daarvan en de mensen die er op bezoek komen, wonen, werken en eigendom hebben. De relaties veranderen continu; bezoekersaantallen pieken tijdens evenementen, panden wisselen van invulling, openbare ruimte wordt heringericht et cetera.

Het is logisch om bij de economische versterking van een gebied te beginnen met zittende ondernemers en vastgoedeigenaren. Om tot echte (re)vitalisering te komen, kan het raadzaam zijn om (gaandeweg) het assemblage aan te passen, door ook bewoners in het gesprek en de aanpak te betrekken. Of door juist op zoek te gaan naar energie in de vorm van nieuwe ondernemers. Dit geeft nieuw elan, en zal het beschikbare palet van interventies en instrumenten verbreden!

Lean startupmethode als inspiratie voor de aanpak van vitale binnensteden

Maar hoe zorg je dan voor regie en samenhang? Om richting te geven aan de aanpak, is het belangrijk om een ambitie met bijpassende doelen en acties te bepalen. Met als doel de verschillende elementen van het assemblage op één lijn te krijgen om zo de werking van de assemblage te versterken.

Dit gebeurt echter niet één keer, maar vraagt om continue bijsturen. Waak voor processen waar de energie verloren gaat in praatsessies. Ontwikkel een ‘prototype’ plan van aanpak en ga op basis daarvan in gesprek. Toets, verrijk, vul aan en vooral ga aan de slag met elkaar. Maak de samenwerking zichtbaar.

De ambitie zal daarbij de meest duurzame component in de aanpak blijken, gebruik deze om op te navigeren. Dan worden afzonderlijke lijntjes in de tijd verbonden door robuuste strengen. Overigens zal vaak bewust moeten worden ingezet op het toevoegen of ‘afkoppelen’ van elementen. Denk aan de introductie van nieuwe spelers, aanpassen van het planologisch kader of herinrichting van de openbare ruimte.

Place identity als vertrekpunt én toetssteen

Een ander ijkpunt in de aanpak is de ‘place identity’. Dit is het verhaal, DNA of de identiteit van een gebied en bestaat uit twee componenten. De cultuur van een plaats (place culture), ofwel de beleving en oordelen van de ondernemers en bewoners die deel uitmaken van het gebied.

Zij moeten geloven in de potenties van hun gebied, en dit ook uitstralen naar het publiek. En dat is meer dan promotie on- en offline. Het kan ook gaan om gezamenlijke muurschilderingen, gezamenlijke groenprojecten et cetera. Ook tijdelijke initiatieven kunnen zorgen voor een ‘vibe’ in een gebied. Het belang en de impact van de cultuur van een plaats wordt nog te vaak onderschat.

Daarnaast is er het beeld en het oordeel van (niet-)bezoekers op basis van hun ervaringen met de plek (place image). Wanneer het assemblage en de place culture niet op orde zijn, zal marketing geen of slechts tijdelijk effect sorteren. In de ogen van de bezoeker of consument wordt dan de plank misgeslagen. Dan ben je dus nog verder van huis.

Het verleiden van de bezoeker is vaak cruciaal voor de economische versterking van een gebied. Niet alleen voor hem- of haarzelf maar ook omdat hij/zij dit weer doorvertelt (via de social media). Het kan zo dus ‘als vanzelf’ aanzwellen. En Rotterdam maakt duidelijk dat het niet alleen gaat om historische binnensteden: als je de handen uit de mouwen steekt en durft te vernieuwen dan bereik je zeker zoveel.

Omarm de dynamiek!

De kracht van binnensteden zit in het dynamische karakter van deze gebieden. Dat maakt (het werken in en aan) onze stadscentra juist ook zo boeiend. Omarm dit gegeven, beweeg mee met de energie in het gebied.

Dit vraagt een veranderlijke aanpak en rol van de overheid en de partners in een gebied. Concepten als ‘assemblage’ en ‘place identity’ helpen om vervolgens gestructureerd te werk te gaan.


Dit item verscheen eerder op stadszaken.nl

Cover: "Witte de With" (CC BY 2.0) by Michiel020


Cover: ‘witte de with flickr’


df2tsg.jpg

Door John Bardoel

Adviseur Seinpost Adviesbureau


Meest recent

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024

Bovenbouwwerkplaats Wisselspoor, Utrecht door Synchroon (bron: Synchroon)

Van Werkspoor naar Wisselspoor, transformatie met de menselijke maat

Een voorheen afgesloten spoorterrein aan de rand van de Utrechtse binnenstad krijgt een nieuwe invulling. Synchroon herontwikkelt het gebied tot Wisselspoor, met de Cityplot als structurerend principe.

Uitgelicht
Casus

23 april 2024

De slotmanifestatie door Ingrid Koenen, studio IK (bron: EFL Stichting)

Waarom ontwerpen aan een klimaatrechtvaardige wereld nodig is

De klimaattransitie kan allerlei gevolgen hebben, niet in de laatste plaats voor de ruimte. Welke rol speelt rechtvaardigheid daarin? De EFL Stichting liet drie teams daarop studeren, Hilde Blank reflecteert.

Interview

22 april 2024