School Zwartewaalstraat Tarwewijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

Erfgoed en leefbaarheid: over gentrificatie en sociaal-cultureel ondernemerschap in Amsterdam-West en Rotterdam-Zuid

11 november 2025

13 minuten

Onderzoek De wijken De Baarsjes in Amsterdam en de Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis in Rotterdam-Zuid zijn op het eerste gezicht goed vergelijkbaar. De wijken zijn in het interbellum gebouwd als uitbreiding op de steeds voller wordende binnenstad en boden moderne en gezonde woningen aan arbeidersgezinnen. Toch maakten ze de afgelopen decennia een heel eigen ontwikkeling door. Teun van den Ende ging op zoek naar de oorzaken, met bijzondere aandacht voor het erfgoed.

In De Baarsjes vond de afgelopen jaren een proces van gentrificatie plaats. Door de instroom van vermogende bewoners zijn de woningprijzen maar ook die in de horeca en in winkels gestegen. Dat is in de Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis veel minder het geval. In dit artikel vormt dit verschil in ontwikkeling de achtergrond voor het beschouwen van het gebruik van het cultureel erfgoed in de wijken.

Gebiedsontwikkeling.nu publiceert de komende weken in een serie artikelen de belangrijkste ervaringen en inzichten van het onderzoek van erfgoedexpert Teun van den Ende. Hij ging in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heel Nederland door om het antwoord te vinden op de vraag: welke rol speelt het cultureel erfgoed in de leefbaarheid van een wijk? De RCE wil weten of cultureel erfgoed een positieve bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid in wijken en zo ja: op welke manieren. Het onderzoek is bewust breed ingestoken en gaat zowel over woningen en publieke gebouwen als over de openbare ruimte en de stedenbouwkundige opzet.

Van den Ende richt zich daarmee niet enkel op monumenten en beschermde (delen van) wijken maar schetst een beeld van de wijk vanuit het perspectief van de bewoners. Hoe verandert het gebruik van de wijk door de tijd heen? Aan welke plekken in hun wijk hechten bewoners waarde en in hoeverre komt die waarde overeen met de al dan niet ‘erkende’ erfgoedwaarden? En verandert er ook iets als eigenaren gebouwen slopen of renoveren en de gemeente de openbare ruimte aanpakt? Dit is het derde verhaal, lees hier het eerste, inleidende verhaal uit de serie en het tweede artikel over Utrecht en Emmen.

We beginnen met De Baarsjes, een wijk in Amsterdam-West binnen de ring. Het Rembrandtpark, dat langs de snelweg aan de westkant van de wijk ligt, vormt een ruimtelijk herkenbare grens van de Baarsjes. Aan de noordkant en aan de (zuid)oostzijde is dat anders. Lange stadsstraten met openbaar vervoerverbindingen verbinden de Baarsjes met Bos en Lommer en Oud-West. Ook de architectuur is redelijk homogeen waardoor er geen onderbrekingen zijn in het stedelijk weefsel. Maar wanneer je met bewoners praat, dan blijkt De Baarsjes voor wie dat wil, tegemoet te komen aan (bijna) alle dagelijkse behoeften. Aan winkels, horeca en sportscholen, maar ook (speel)tuinen en -pleinen, buurtkamers, is geen gebrek.

Bescheiden inkomen

De hoge dichtheid van voorzieningen is het gevolg van de hoge woningdichtheid in de wijk. De lange rijen gestapelde woningen in De Baarsjes zijn gebouwd voor de arbeidersklasse en de lagere middenklasse. De woningen zijn naar de huidige maatstaven klein, met twee of drie kamers en een keuken. Zo sloot de huurprijs aan op het bescheiden inkomen van de arbeiders. Behalve arbeiders trok de wijk ook bewoners uit de lagere middenklasse, waaronder kantoorbedienden, kleine winkeliers, onderwijzers, politiemensen of ambtenaren. Zij woonden in iets ruimere woningen aan de grotere doorgaande wegen, zoals de Admiraal de Ruijterweg of de Postjesweg.

Tussen 2007 en 2010 stond de leefbaarheid in De Baarsjes en Bos en Lommer sterk onder druk

Architect H.P. Berlage ontwierp Plan West, waar de Baarsjes onderdeel van is, in 1917. Hij had een monumentaal stadsbeeld voor ogen; een stedenbouwkundige eenheid. Dat ervaar je wanneer je door de buurt wandelt en zit ook in de baksteenarchitectuur: op enkele nieuwbouwblokken na, zijn de woningen gebouwd in Amsterdamse school-architectuur. Aan lange en brede hoofdwegen zoals de Admiraal de Ruijterweg en de Jan Evertsenstraat liggen de meeste winkels, terwijl de smallere straten daartussenin waren bedoeld voor het gezinsleven. Die hiërarchie is door de jaren heen zeer goed bewaard gebleven. De gebouwen die hun monumentaliteit verloren hadden zijn gerenoveerd, soms in een nieuwe functie. Sinds 2022 is een groot deel van de wijk, onder de noemer ‘de Admiralenbuurt’, aangewezen als een gemeentelijk beschermd stadsgezicht.

Grootschalig actieplan

In de laatste periode waarin het Rijk op grote schaal investeerde in wijken, tussen 2007 en 2010 stond de leefbaarheid in De Baarsjes en Bos en Lommer sterk onder druk. De hoge bebouwingsdichtheid werd als oorzaak van de problemen gezien. Bovendien werd in De Baarsjes een hoog percentage huurwoningen particulier verhuurd: 45 procent ten opzichte van 39 procent woningcorporatiebezit. Behalve problemen met de woningvoorraad was er ook veel werkeloosheid, armoede, vandalisme en hadden veel leerlingen een achterstandspositie.

Luchtfoto van het Mercatorplein en omgeving gezien in zuidoostelijke richting door Stadsarchief Amsterdam (bron: Stadsarchief Amsterdam)

‘Luchtfoto van het Mercatorplein en omgeving gezien in zuidoostelijke richting’ (bron: Stadsarchief Amsterdam)


Om die problemen in samenhang aan te pakken, stelden gemeente en woningcorporaties in 2007 een grootschalig actieplan vast voor het deel van de Baarsjes waar zich de meest problemen voordoen en het naastgelegen Bos en Lommer. Twee jaar daarna concludeerde onderzoeksbureau Rigo Research en Advies in het rapport Waterbedeffecten van het wijkenbeleid- een nulmeting dat meer bewoners werk hadden gekregen en het gemiddeld inkomen gestegen was. De wijken werd aantrekkelijker voor meer kansrijke huishoudens. Die ontwikkeling verklaarden de onderzoekers door de stijgende prijzen elders in Amsterdam waar het voor veel starters lastig was om een woning te bemachtigen. Een andere verklaring vonden zij in de eerder uitgevoerde fysieke verbeteringen in de woningvoorraad en -omgeving in De Baarsjes en Bos en Lommer. In cijfers is dit het beeld: tussen 2004 en 2024 steeg de gemiddelde WOZ-waarde met maar liefst 345 procent van 95.000 euro naar 423.000 euro, iets onder het huidige Amsterdamse gemiddelde van vijf ton.

Typische buurtstraat De Baarsjes door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Typische buurtstraat De Baarsjes’ (bron: Teun van den Ende)


Als minister Vogelaar (PvdA) voor wonen, wijken en integratie in 2008 opgevolgd wordt door haar partijgenoot Eberhard van der Laan, gaat de wijk in de statistieken dus al vooruit. In oktober 2010, kort nadat Van der Laan burgemeester van Amsterdam is geworden, vindt aan de Jan Evertsenstraat middenin de Baarsjes een moord op een winkelier plaats, de juwelier Fred Hund. Een groep bewoners neemt het initiatief om zich te organiseren, waaronder Anita Groenink.

Schoolgebouw Midwest Amsterdam door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Schoolgebouw Midwest Amsterdam’ (bron: Teun van den Ende)


Zij nemen het op zich om van de Jan Evertsenstraat weer een levendige en aantrekkelijke winkelstraat te maken, waar bewoners van de Baarsjes hun dagelijkse boodschappen doen en voeren campagne met een de 'Geef om de Jan Eef-tas', wat uitgroeit tot een succesvolle beweging. Groenink gaat door en start een nieuw initiatief om in een verloederd schoolgebouw werkplekken voor ondernemers uit de wijk te creëren. Dat schoolgebouw heet nu Midwest en heeft Groenink met hulp van haar netwerk in 2016 van de gemeente weten te kopen. Dat vormde het startsein voor verdere investeringen in het pand en de tuin eromheen. Nu fungeert het behalve als bedrijfsverzamelgebouw ook als informeel soort buurthuis waar diverse groepen uit de wijk en daaromheen naartoe komen.

Actieve lobby

De ontwikkeling van Midwest loopt parallel aan de gentrificatie van De Baarsjes. Die is gedreven door stijgende woningprijzen in de hele stad maar ook in mindere mate door de erfgoedwaarden in de wijk. Een belangrijke reden om in Midwest te investeren is de kenmerkende Amsterdamse School-architectuur, vertelt Groenink. Zij heeft actief gelobbyd om een aanwijzing tot monument, die de gemeente heeft opgevolgd. Ook de ligging heeft erfgoedwaarde: de school ligt aan een intieme, pleinachtige ruimte dichtbij het Mercatorplein, het grootste en meest monumentaal vormgegeven stadsplein van de wijk. De hiërarchie is onderdeel van Plan West, waarin Berlage naast het Mercatorplein een hele reeks kleinere pleinruimten schiep waar scholen en kerken aan liggen. Na een periode van verloedering, zoals in het geval van Midwest, is in de laatste vijftien jaar veel geld besteed om deze gebouwen te renoveren en opnieuw betekenis te geven in de wijk. Groepen bewoners met tijd, energie en binding met hun wijk, waren de drijvende krachten in dit proces.

Mensen leven eerder langs elkaar heen, dan met elkaar
Marco de Ridder, gemeente Amsterdam

De geschetste heropleving van de wijk is voor een deel van de bewoners niet relevant. Zij komen niet op de terrassen of in de hippe koffiezaken waar werkenden, bellend of verzonken in hun laptop, de dag doorbrengen. Afhankelijk van wie je het vraagt, is de gentrificatie een probleem of een zegen. Journalist Sarah Luijters huurt tien jaar een woning in de buurt en stelt: “Het is hier nog niet De Pijp of De Jordaan, waar alle multiculturele invloeden er wel uit zijn. Hier is wel meer menging. Maar op de terrassen is er een duidelijke scheiding.” Die scheiding is ook in het straatbeeld duidelijk zichtbaar. Want behalve de bovengenoemde horeca, is er ook veel horeca die wijkbewoners van Turkse en Marokkaanse afkomst aanspreekt. Vormt die tweedeling een probleem in de wijk? "Mensen leven eerder langs elkaar heen, dan met elkaar," oordeelt Marco de Ridder, gemeenteambtenaar die werkt in de Mercatorbuurt.

Typische rijwoningen De Baarsjes Amsterdamse School door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Typische rijwoningen De Baarsjes Amsterdamse School’ (bron: Teun van den Ende)


Voor zijn werk komt De Ridder veel in de diverse buurthuizen en buurtkamers. Daaronder valt ook het vrouwencentrum aan het Columbusplein dat is opgericht om vrouwen uit de wijk samen te brengen. Initiatiefnemer en buurtwerker bij welzijnsorganisatie Combiwel Khadija Bouazza is druk met het communiceren van alle (grotendeels gratis) activiteiten zoals wandelingen door de wijk, schilder- en buikdanslessen. Er ligt gratis maandverband en er is ook een kledingbank en voedseluitgifte. De buurtkamers tonen aan waar de behoeften liggen van bewoners voor wie een koopwoning ver buiten het bereik ligt. Haar bezoekers wonen in huurwoningen waarvan een deel door de jaren heen is verkocht nadat huurders vanwege huurverhogingen gedwongen waren te verhuizen. Een deel van hen vertrok ook vanwege de kleine woningen in De Baarsjes. Bouazza kent mensen die daarom verhuisden naar Amsterdam Nieuw-West, waar wel grotere woningen te vinden zijn.

Rotterdam

Dan naar drie wijken in Rotterdam-Zuid, die net als de Baarsjes, in het interbellum zijn gebouwd. In originele opzet zijn er veel gelijkenissen. Ook de Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis zijn gebouwd voor arbeiders die te voet naar hun werk gingen, in industriegebieden dicht tegen de stadswijken aan. De wijken zijn het eerst hoofdstuk in de geplande volkshuisvesting die vanaf de jaren 10 en 20 van de vorige eeuw gestalte kreeg vanuit het ideaal om arbeiders moderne en hygiënische woningen te bieden.

Vergelijkbaar met Berlage’s Plan West liggen de grotere woningen voor de hogere en middenklasse langs de hoofdwegen en de arbeiderswoningen aan smallere straten tot vier lagen hoog. Met wijkvoorzieningen zoals scholen en kerken op loopafstand van de woning zouden stedenbouwkundigen dat tegenwoordig als 15-minutenstad aanduiden. Om elke straathoek zijn pleintjes te vinden met een kerk met een toren of hoog puntdak, of een schoolgebouw met een torentje om het belang ervan te markeren. De schoolgebouwen uit de bouwtijd van de wijken zijn ontworpen door stadsarchitect Adrianus van der Steur (hij ontwierp tussen 1924 en 1931 in totaal bijna 50 schoolgebouwen in Rotterdam).

Luchtopname rond 1930 van het arbeiderswoningcomplex de Kiefhoek in Rotterdam-Hillevliet door Stadsarchief gemeente Rotterdam (bron: Stadsarchief gemeente Rotterdam)

‘Luchtopname rond 1930 van het arbeiderswoningcomplex de Kiefhoek in Rotterdam-Hillevliet’ (bron: Stadsarchief gemeente Rotterdam)


In de wijk Bloemhof staan verschillende wooncomplexen die gelden als vroege experimenten in de volkshuisvesting. Het oudste complex is Patrimonium's Hof, gebouwd in 1915 in een traditionele opzet in de vorm van een vierkant hof met een fontein in het midden. Vanaf 1917 richtte de gemeente Rotterdam een Gemeentelijke Woningdienst op om zelf woningen te kunnen bouwen. Rotterdam ging als eerste stad in Nederland woningen in beton bouwen met platte daken. Het Stulemeijer-complex (1921-1923) in het zuiden van Bloemhof en de Kossel I zijn de eerst gerealiseerde buurten, gevolgd door de Kossel II, waarop fors bezuinigd is. De Kiefhoek is vanwege de spierwitte architectuur, zonder twijfel het meest bekende voorbeeld. Het ontwerp van stadsarchitect J.J.P. Oud is gebouwd tussen 1928-1930 in de stijl van het Nieuwe Bouwen. De buurt was aanvankelijk in beton ontworpen, maar werd vanwege de bouwkosten toch traditioneel geconstrueerd.

Uitbreidingsplan Linkermaasoever, W.G. Witteveen (1926) door Stadsarchief gemeente Rotterdam (bron: Stadsarchief gemeente Rotterdam)

‘Uitbreidingsplan Linkermaasoever, W.G. Witteveen (1926)’ (bron: Stadsarchief gemeente Rotterdam)


De bevolkingssamenstelling van de drie arbeiderswijken veranderde vanaf het moment dat bedrijven vanaf eind jaren zestig in groten getale gastarbeiders naar Nederland haalden. In Rotterdam kwam het merendeel van hen in de verouderde wijken op Zuid terecht. Zij hadden geen andere keuze dan hun toevlucht te zoeken in slechte woningen. In de Tarwewijk en Bloemhof kwamen er wijkvernieuwingsprojecten om de woningvoorraad te verbeteren en sociale cohesie te versterken, mede als gevolg van rassenrellen in de naburige Afrikaanderwijk in 1972. De gemeente voerde een spreidingsbeleid in om concentraties van migranten in de wijken op Zuid te voorkomen.

Vastlopen in systemen

Mede door de sterk toegenomen werkloosheid bleven de wijken kampen met structurele achterstanden. In een poging het tijd te keren startte de gemeente in 2006 een samenwerkingsprogramma met de woningcorporaties, het onderwijs, en het bedrijfsleven. Dit zogenaamde ‘Pact op Zuid’, later opgegaan in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, had als doel het verbeteren van de leefbaarheid, werkgelegenheid en onderwijspositie in Rotterdam-Zuid. Cultuurwerkplaatsen in de wijken waren onderdeel van het pact, opgericht als plekken waar bewoners zich konden organiseren om hun buurt te verbeteren.

Tarwebuurt Rotterdam door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Tarwebuurt Rotterdam’ (bron: Teun van den Ende)


In alle wijken zijn deze cultuurwerkplaatsen verdwenen, behalve in de Tarwewijk. Het onopvallende gebouw ligt in een zijstraat tussen de Dordtselaan en de Mijnsherenlaan, twee belangrijke doorgaande wegen. Behalve kunstenaars, creatieve makers en studenten, wandelen op een vrijdagmiddag in oktober ook regelmatig ‘gewone’ wijkbewoners het pand binnen. Zij komen af op het buurtloket dat hulp biedt met het invullen van formulieren en (geld)zaken. De initiatiefnemer van dit loket, dat 10 jaar bestaat, heeft haar handen vol aan wijkbewoners die vastlopen in systemen. Zij kan vaak mensen op weg helpen hun schulden te laten kwijtschelden of, bijvoorbeeld, met de aanvraag van een digitale pas waarmee je gratis voedsel kunt afhalen.

In Hillesluis en Bloemhof zijn ook goede voorbeelden te vinden van plekken voor de gemeenschap

Een deur verder vindt een gesprek plaats tussen een betrokken groepje bewoners. Zij willen onder de noemer 'Geheugen van de Tarwewijk' met borden met historische foto's en verhalen een wandeling door de wijk uitzetten. Ondernemer Marco Faasen, die al twee publicaties maakte over bewoners van de Tarwewijk, coördineert en denkt met ze mee. De Cultuurwerkplaats vormt een redelijke afspiegeling van de wijk: zowel bewoners met grote (geld)zorgen als bewoners met tijd en ruimte in hun hoofd om ideeën te realiseren, kruisen elkaar. Faasen toont aan de hand van een reeks portretten van zes andere plekken in de wijk, hoe divers het netwerk is van gemeenschappen in de wijk. Bewoners organiseren zich op basis van culturele en religieuze overtuiging, maar soms is gewoon 'samen zijn' ook een motief, ontdekte Faasen.

Mix van functies

In de andere twee wijken, Hillesluis en Bloemhof, zijn ook goede voorbeelden te vinden van plekken voor de gemeenschap. Neem bijvoorbeeld de Hillevliet 90, gebouwd als Technische school, in Hillesluis. Het enorme gebouw heeft na een periode als ateliers voor kunstenaars gefungeerd maar heeft na de verkoop van de gemeente aan een vastgoedontwikkelaar in 2019 een nieuw gebruik. Het is nu een verzamelgebouw met kantine, culturele en educatieve voorzieningen, werkplekken voor ondernemers en de wijkrechtspraak. Dankzij de functiemix en goede bereikbaarheid heeft het gebouw bewoners veel te bieden, laat een bewoonster uit het naburige Bloemhof weten. Zij bezoekt het gebouw vanwege bokslessen en ging er recent stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ze voelt zich er welkom maar gaat vaker naar het Huis van de wijk Irene in Bloemhof-Zuid. In de vakantie volgden haar kinderen er schilderlessen. Omdat ze de een van de beheerders kent, blijft ze nu vaak hangen voor een praatje en een kopje thee.

Tuin Cultuurwerkplaats Tarwewijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Tuin Cultuurwerkplaats Tarwewijk’ (bron: Teun van den Ende)


De Cultuurwerkplaats Tarwewijk, de Hillevliet 90 en het Huis van de Wijk Irene, zijn geen van allen monument. Twee monumentale Van der Steur-scholen uit de bouwtijd van de wijken zijn dat wel. Beide zijn in gebruik als atelierruimtes voor culturele ondernemers. De school aan de Zwartewaalstraat in de Tarwewijk is behalve voor kunstenaars ook als school in gebruik. Ook het House of Urban Arts is er gevestigd, dat danscursussen aanbiedt aan jongeren vanaf zeven jaar, met een extra focus op Rotterdam-Zuid. De inzet op het ontwikkelen van talenten van kinderen en jongeren is onderdeel van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ). Het programma volgde vanaf 2011 het ‘Pact op Zuid’ op en richt zich op het verbeteren van wonen, werken, onderwijs en veiligheid. Vanaf het begin van het programma is ingezet op een lange adem, in 2030 moeten de statistieken in de wijken significant verbeterd zijn.

De rol van het erfgoed

Terug naar de hoofdvraag van dit artikel: welke rol speelt het cultureel erfgoed bij de ontwikkelingen in de wijken in Amsterdam-West en Rotterdam-Zuid, die in dit artikel centraal staan? Om te beginnen met die ontwikkelingen: in beide gebieden zijn de woningen door de jaren heen enorm in prijs gestegen. Maar alleen in de Baarsjes heeft de druk op de woningmarkt geleid tot een significante instroom van vermogende bewoners. Dit resulteert in grote verschillen in leefstijlen en actieradius tussen bewoners. Het ene deel gebruikt de wijk als uitvalsbasis, terwijl het andere deel van de bewoners juist sterk op (voorzieningen in) hun buurt gericht is.

Plein voor school in Zwartewaalstraat in Rotterdam door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Plein voor school in Zwartewaalstraat in Rotterdam’ (bron: Teun van den Ende)


Van een ‘overloopeffect’ dat in De Baarsjes heeft geleid tot vestiging van nieuwe, vermogende bewoners, is in de Rotterdamse wijken nauwelijks sprake. Die ontwikkeling is, mede door beleid van de gemeente, wel opgetreden op Katendrecht en de Kop van Zuid, die via de Erasmusbrug direct met het stadscentrum verbonden zijn. Voor sommige bewoners van de Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis is de nabijheid van (nieuwe) voorzieningen (horeca, musea, bioscoop) in die wijken een pre. Maar de meeste bewoners blijven hoofdzakelijk op hun eigen wijk, of buurt, gericht.

De overheid kan helpen door het sociaal en cultureel ondernemerschap te faciliteren en ondersteunen

Welke invloed heeft het aanwezige cultureel erfgoed op de geschetste ontwikkelingen (gehad)? In de Baarsjes springt de wijkonderneming Midwest eruit als voorbeeld waarbij buurtbewoners het cultureel erfgoed hebben geactiveerd. Ook in andere gebouwen en openbare ruimtes in de wijk is in de afgelopen twintig jaar geïnvesteerd, wat het monumentale stadsbeeld ten goede is gekomen. Er is hiernaast een netwerk van buurtkamers dat bewoners in staat stelt zich te organiseren en netwerken te vormen. De gemeente speelt daarbij een belangrijke rol – op de achtergrond zijn er misschien ook positieve effecten van het Rijksbeleid voor wonen, wijken en integratie (tussen 2007-2010).

Bebouwing in de Rotterdamse Tarwewijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

‘Bebouwing in de Rotterdamse Tarwewijk’ (bron: Teun van den Ende)


In de Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis is er ook overal wijkgericht ondernemerschap te vinden. De Cultuurwerkplaats Tarwewijk, de Hillevliet 90, net als de meeste ‘huizen van de wijk’, zijn plekken die betekenis hebben in sociale zin. De monumentale scholen en kerken in de wijken zijn in gebruik voor meer specifieke doelgroepen en functies. Soms hebben deze plekken nog altijd de onderwijs- of religieuze functie waarvoor ze zijn gebouwd, maar ze lenen zich ook voor herbestemming. Zo faciliteren ze culturele uitwisseling en ontmoetingen. De idee dat dit een rol kan spelen in het verbeteren van de wijken was tussen 2006-2010 in gemeentelijk beleid verankerd maar is met de start van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) in 2011 losgelaten. Het voorbeeld van De Baarsjes laat echter zien dat de overheid kan wel degelijk kan helpen de leefbaarheid te versterken door sociaal en cultureel ondernemerschap in de wijk te faciliteren en ondersteunen.


Cover: ‘School Zwartewaalstraat Tarwewijk’ (bron: Teun van den Ende)


Marcel Ijsselstijn door Marcel Ijsselstijn (bron: LinkedIn)

Door Marcel Ijsselstijn

Onderzoeker Stedenbouw & Cultuurlandschap bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Portret - Teun van den Ende

Door Teun van den Ende

Zelfstandig schrijver / onderzoeker en onderzoeksjournalist Bouwende Stad bij Vers Beton


Meest recent

School Zwartewaalstraat Tarwewijk door Teun van den Ende (bron: Teun van den Ende)

Erfgoed en leefbaarheid: over gentrificatie en sociaal-cultureel ondernemerschap in Amsterdam-West en Rotterdam-Zuid

De Baarsjes in Amsterdam en Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis in Rotterdam zijn op het eerste gezicht goed vergelijkbaar. Toch maakten ze een eigen ontwikkeling door. Teun van den Ende zocht door de bril van het erfgoed naar de oorzaken.

Uitgelicht
Onderzoek

11 november 2025

Vogelvlucht van Barcelona in de nacht door BearFotos (bron: Shutterstock)

Dragen al die digitale toepassingen echt bij aan leefbare steden?

Ook dit jaar gingen honderden Nederlandse overheden, kennisinstellingen en bedrijven naar het Smart City Congress in Barcelona. Florian Witsenburg was er ook en noemt de rol die de Nederlandse delegatie speelde hoopvol.

Opinie

10 november 2025

Nieuwbouw woningen in Amsterdam Zuidoost door Milos Ruzicka (bron: Shutterstock)

Het kostenverhaal ontcijferd, wat gaat goed en waar wringt het

Onderzoekers Evert Jan van Baardewijk en Nathan Westerhuis onderzochten in opdracht van het ministerie wat in de praktijk van het kostenverhaal goed gaat, waar het wringt en welke oplossingen een verschil kunnen maken.

Onderzoek

10 november 2025

Uw gastbijdrage op GO.nu: Over gastbijdragen

Uw gastbijdrage op GO.nu

Wij staan open voor bijdragen uit wetenschap en praktijk. Wij moedigen auteurs aan hun kennis en ervaring te delen.

Over gastbijdragen
Uw project toevoegen: Ga naar de GO-Projectenkaart

Uw project toevoegen

Wilt u graag een gebiedsontwikkeling toevoegen aan de GO-projectenkaart? Vul dan via onderstaande link het formulier in.

Ga naar de GO-Projectenkaart
Uw organisatie bij de SKG: Ga naar de SKG-website

Uw organisatie bij de SKG

Uw organisatie aansluiten op het netwerk van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling? Neem dan contact op.

Ga naar de SKG-website
Uw bijeenkomst in de agenda: Neem contact op

Uw bijeenkomst in de agenda

U kunt uw gebiedsontwikkeling-gerelateerde evenement aankondigen via onze agenda door contact op te nemen met de redactie.

Neem contact op