No time for dialogue? That’s crazy - Afbeelding 1

‘Geen tijd voor dialoog? Dat is idioot’

11 september 2013

5 minuten

Persoonlijk Voor het bijeenbrengen van tegenstanders bij het Maasvlakte 2-project ontving hij de ROA-Adviesprijs. Op het Water, Wonen & Ruimte Congres op 17 september leert omgevingsmanager Marc Wesselink watermensen als ruimtemensen denken, en vice versa. ‘De waterwereld en de ruimtewereld zoals ik ze ken, zijn twee totaal verschillende werelden.’

Omgevingsmanager Marc Wesselink

‘Marc Wesselink werkt sinds eind jaren ‘80 als adviseur. Zijn focus is altijd gericht geweest op het bij elkaar brengen van conflicterende belangen.’ Zo luidt de aanhef van het ‘ingekorte’ CV van Marc Wesselink. Hij is er niet om je kennisbasis te versterken. Die is, zeker bij kennisintensieve organisaties als waterschappen – aan wie we het beheer van onze fragiele watersystemen wel kunnen toevertrouwen, wel op orde, zo merkt Wesselink op. Hij is er vooral om je in te laten zien dat de wereld er een stuk mooier uitziet, als de vakprofessional ook eens vanuit het gezichtpunt van een andere vakprofessional leert te redeneren. In de context van het Water, Wonen & Ruimte Congres: waterprofessionals door de ogen van de ruimtemensen leren redeneren en vice versa. Dit is de mutual gains approach – een vanuit Harvard afkomstig concept voor het bijeenbrengen van conflicterende belangen, die door Wesselink werd aangepast voor het Rijnlandse organisatiemodel (waarin publieke partijen domineren) en tot SOM-methode (Strategisch OmgevingsManagement) werd gedoopt. Op het Water, Wonen & Ruimte Congres zal Wesselink deze SOM-methode uit de doeken doen en deelnemers als testmateriaal gebruiken. Wij spraken hem alvast kort.

No time for dialogue? That’s crazy - Afbeelding 1

Marc Wesselink

‘No time for dialogue? That’s crazy - Afbeelding 1’


CV MARC WESSELINK
Marc Wesselink (http://linkd.in/15sAeI3) werkt sinds eind jaren tachtig als adviseur. Zijn focus is altijd gericht geweest op het bij elkaar brengen van conflicterende belangen. Midden jaren ’90 legde Wesselink de basis voor SOM (Strategisch OmgevingsManagement). In de jaren daarna heeft hij de inzichten aangescherpt, verrijkt met onder andere sociale psychologie en toegepast in uiteenlopende projecten, variërend van infrastructurele projecten, projecten in de energiesector, gebiedsontwikkelingsprojecten zoals de Grenscorridor /N69 en Maasvlakte 2. Met het Maasvlakte 2-project won Wesselink de ROA-Adviesprijs voor de beste Nederlandse adviesopdracht.

Watermensen en ruimtemensen. Dat accordeert toch niet?

‘Ik twijfel wel een klein beetje. De waterwereld en de ruimtewereld zoals ik ze ken, zijn twee totaal verschillende werelden. Ruimtemensen zijn creatiever, zoeken naar mogelijkheden, kunnen in beelden praten. Watermensen zijn meer exacte mensen: het is zoals het is, het moet zoals het moet. Deze twee werelden vinden elkaar lastig. En omdat ze elkaar lastig vinden, informeren ze elkaar minder snel, begrijpen ze elkaar minder snel en betrekken ze elkaar amper bij hun werkzaamheden.’

Hoe krijg je watermensen en ruimtemensen op één lijn?

‘Dat is een lastig verhaal. De verhoudingen zijn in Europa heel anders dan in de Verenigde Staten, waar de mutual gains-gedachte vandaan komt. Daar ga je gewoon op zoek naar een klassieke win-winsituatie. In Europa spelen overheidsorganisaties een veel prominentere rol en gaan verschillen tussen personen en karakters opspelen. Daardoor gaan veel mooie kansen verloren, gewoon omdat de betrokken partijen elkaar niet begrijpen en elkaar niet tijdig opzoeken. Het achteraf doorvoeren van wijzigingen behoeft dan vaak een veelvoud van afstemming.’

Kunt u een concreet voorbeeld geven?

‘Ik was omgevingsmanager bij het project Maasvlakte 2. Het afstemmen tussen omliggende gemeenten en de projectorganisatie rondom woningbouwplannen probeerden we zo vroeg mogelijk te doen. Daarmee voorkom je onnodige ruis of kostbare misverstanden in een later stadium.’

Even ervan uitgaande dat er heel wat ruis bestaat tussen de ruimte- en de waterwereld: is dit volgens u een informatieprobleem of een communicatieprobleem?

‘Ach, die twee kun je toch niet los van elkaar zien? Ik geloof in de kracht van een geloofwaardige dataset. Maar de vraag is vervolgens hoe je dit communiceert. Ik zeg 1) vroegtijdig, en 2) eigentijds. Dus tijdens de initiatieffase van een project moet je al data delen. Niet alleen tussen gemeenten en waterschappen, maar ook met natuur- en milieuorganisaties en burgers. Ik kom vaak wethouders tegen die zeggen “ik ben gekozen, dus ik bepaal”, terwijl wij zien dat zo’n dialoog gewoon leuke en goede ideeën kan opleveren.’

De Omgevingswet moet met bijbehorend nieuw instrumentarium (omgevingsvisie, omgevingsplan) bestaande, sectorale wetten en sectorale instrumenten vervangen. Sectoraal denken wordt hier in de kiem gesmoord. Maar, wat wekt de verbazing: de watercomponent ontbreekt goeddeels… Stom?

‘Als specialist omgevingsmanagement vind ik het een gemiste kans. Water is zo verweven met allerlei andere zaken. Maar uiteindelijk is het mensenwerk. Het ministerie kan wel ‘Sneller en Beter’ roepen (de naam van de programmadirectie die zich met de Omgevingswet bezighoudt, red.), maar uiteindelijk hangt het van de directeur ruimte, van de dijkgraaf óf van zijn team af, of ze uiteindelijk de kracht van de wet willen benutten. Al zorgen de wet en het instrumentarium wel voor meer overzicht.’

U zegt dat communicatie ook ‘eigentijds’ moet zijn. Doelt u daarmee op bijvoorbeeld 3D-visualisatie, zoals met 3Di, waarvan op het congres enkele demonstraties worden gegeven?

‘Ja, zo’n tool kan zeker helpen. Maar ik denk dat niet alleen die water- en ruimtemensen aan zo’n 3Di-tafel moeten zitten, je zou die tafel in een vroeg stadium groter moeten maken. En daarbij ook milieugroepen betrekken. Niet omdat het moet, maar omdat daar vaak heel veel kennis zit. Mensen zijn tegenwoordig hoog opgeleid en kunnen veel informatie verwerken. Het is een soort crowd intelligence dat aanschuift. Ik denk dat zo’n ontwerptool een prachtig instrument is om elkaar te verbinden. Verschillende partijen gaan respect voor elkaars belangen krijgen: waterbelangen, rioolbelangen, ontwerpbelangen, belangen in de buurt… En de rioolbeheerder moet ook beseffen dat het niet zijn eigen belangen zijn, maar die van de gebruiker. Als je vroegtijdig duidelijkheid aan elkaar verschaft, dan ontstaat vanzelf respect, hoe verschillend de werelden ook zijn. Maar ik vind ook dat je de professionaliteit moet hebben om de belangen van de ander in te zien.’

Klinkt mooi. Hoe brengen we dat in praktijk?

‘Door projecten aan de voorkant open te breken. Want dáár wordt het doorgaans klein gehouden. Men weet het zelf vaak het best. Over het algemeen is er geen tijd en budget om gezamenlijk een workshop te doen met een paar 3D-tafels, om samen naar ontwerpoplossingen zoeken in een fase dat alles nog kan. Het is steevast een probleem dat hier nooit tijd voor is. Dat is idioot!’

Zegt de adviseur...

‘Ik meen het. Want aan het einde van het project mag je wel miljoenen uitlopen, maar 10.000 euro aan het begin van een traject is te veel. Ik hanteer de stelregel dat iedere 10.000 euro die je aan het begin van een traject investeert in het proces, je aan het eind een half miljoen euro oplevert.’

Wat gaan deelnemers aan uw sessie leren?

‘Dat de SOM-methode niet gaat om de vraag ‘hoe manage ik mijn omgeving?’, maar over de vraag wat je nodig hebt om één dialoog te kunnen organiseren.’

Op het Nationaal Water, Wonen & Ruimte Congres op dinsdag 17 september in Rotterdam verzorgt Marc Wesselink een masterclass. Wesselink leert waterbeheerders denken als stedelijke ontwerpers en vice versa, met behulp van de door hem ontwikkelde SOM-methodiek. De boodschap: betere afstemming vooraf voorkomt extra kosten achteraf. Tijdens deze sessie gebruikt Marc Wesselink deelnemers als proefmateriaal.


Cover: ‘No time for dialogue? That’s crazy - Afbeelding 1’


jan jager

Door Jan Jager

Planoloog en hoofdredacteur bij Elba-Rec, uitgever van o.a. Stadszaken.nl, ROmagazine, Stedelijk Interieur en BT


Meest recent

sportcampus Zuiderpark, Den Haag door Menno van der Haven (bron: shutterstock)

Wat is goed in de ruimtelijke ordening?

De vraag ‘wat is een goede ruimtelijke ordening?’ wint aan gewicht nu we als samenleving meer ambities hebben dan er aan ruimte beschikbaar is. Alle reden voor een nadere reflectie, door hoogleraren Marlon Boeve en Co Verdaas.

Uitgelicht
Analyse

24 april 2024

Centrum Haarlem door Maykova Galina (bron: shutterstock)

Lokaal kijken naar de lange termijn, de visie en ervaringen van Willem Hein Schenk

In het boekje Sturen op Stadsarrangementen deelt architect Willem Hein Schenk de inzichten die hij verkreeg met zijn podcastserie de Haarlem Sessies. In een interview vertelt hij wat zijn belangrijkste lessen zijn: “Kijk naar de lange termijn”.

Interview

24 april 2024

Hoge Vucht, Breda door XL Creations (bron: shutterstock)

Een beter perspectief voor kansarme buurten, zo doet Breda dat

Het bieden van meer perspectief aan bewoners van kansarme wijken is geen sinecure. Lokaal kan daar het nodige voor gedaan worden, maar ook hogere overheden moeten meedoen. In Breda worden ze actief bij de problematiek betrokken.

Casus

23 april 2024