Persoonlijk Met de uitbreiding van de Kring van Adviseurs (KvA) haalt de SKG nog meer kennis binnen. De KvA wil zich nuttig maken door haar gebundelde expertise in te zetten voor onderzoeksprojecten van de praktijkleerstoel. De eerste opdracht is al binnen: voor het ministerie van BZK doen leerstoel en kring samen onderzoek naar de mogelijkheid van een regionaal investeringsfonds voor integrale ruimtelijke opgaven. Verder staat in april een kennisbijeenkomst over de Omgevingswet op stapel. Een interview met advocaat Jan Reinier van Angeren, kersverse voorzitter van de KvA.
Jan Reinier van Angeren werkt sinds 1995 bij advocatenbureau Stibbe en is gespecialiseerd in bestuursrecht en het ruimtelijk ordeningsrecht, met de laatste jaren de focus op mobiliteit. Onder zijn klanten zijn zowel ontwikkelaars als overheden. “Ik heb bij beiden in de keuken gekeken. Het voordeel daarvan is dat ik me bij een zaak altijd kan verplaatsen in de tegenpartij.” Hij heeft ook meegewerkt aan gebiedsovereenkomsten tussen publieke en private partijen (PPS). Dat komt goed van pas bij de opdracht van BZK. Voor de regio Groningen onderzoeken SKG en KvA de mogelijkheid van een investeringsfonds dat wordt bestuurd door publieke en private partijen. “Pionierswerk”, stelt Van Angeren, “want veel bestaande fondsen worden bestuurd door de overheid en gevoed uit belastinggelden. In de constructie die ons voor ogen staat, besturen private partijen mee.”
Van Angeren is binnen de KvA een oudgediende. Sinds 2010 vertegenwoordigt hij het lid Stibbe. Als voorzitter is hij trekker van het werkprogramma dat de kring samen met de SKG opzet. Een van de eerste activiteiten is een kennisbijeenkomst over de Omgevingswet op 23 april 2020, volgens hem een vraagstuk bij uitstek voor de kring. Vanaf 2021 krijgt iedereen met deze wet te maken, maar hoe die in de praktijk uitpakt is nog onzeker.
Villawijk of woontoren
“De Omgevingswet voorziet in de behoefte van gemeenten en ontwikkelaars aan meer flexibiliteit in ruimtelijke planprocedures, maar aan de andere kant zal de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hameren op de rechtszekerheid voor belanghebbenden. Dat is een spanningsveld. Stel dat een gemeente de invulling van een woonbestemming laat afhangen van beleidsregels. Dan kan de invulling van een bepaald perceel variëren van een villawijk met vijf woningen tot een woontoren van honderd meter hoog. Meer flexibiliteit voor beleidsmakers betekent minder rechtszekerheid voor burgers en bedrijven. Uiteraard moet een ontwikkelaar ook weten wat hij mag bouwen. Om bij het voorbeeld te blijven: een villawijk of woontoren. De jurisprudentie zal uitwijzen of dit soort bestemmingen met beleidsregels mogen worden ingevuld of dat dit in het omgevingsplan moet worden vastgelegd.”
Staalkaarten
“Elke gemeente moet een omgevingsplan vaststellen waarin heel veel verschillende dingen worden geregeld, van openingstijden voor de horeca tot de ruimtelijke ordening. De VNG maakt staalkaarten met standaardbepalingen. Ik zit in de reflectieraad van de VNG om hierover te adviseren. Dan merk je hoe lastig het is de huidige APV te integreren in een omgevingsplan. Hoe breng je bijvoorbeeld de huidige kapverordening daaronder? Mag je straks zonder vergunning bomen kappen? Heb je dan een herplantingsplicht? Hoe voorkom je dat monumentale bomen worden gekapt? Het is voor iedereen fijn dat het huidige versnipperde stelsel wordt geïntegreerd in één wet, maar de vraag is of het voor de gemeenteraad is te behappen om al die verschillende regels in één plan vast te stellen.”
Participatieplicht
“Voor ontwikkelaars is het prettig dat ze straks kunnen volstaan met één omgevingsvergunning. Ze hoeven bij minder loketten langs. Maar het kan wel heel wat voeten in de aarde hebben om aan alle voorwaarden te voldoen. Neem de participatieplicht. De meeste ontwikkelaars zullen hieraan voldoen. Maar stel dat ze de regels niet in acht nemen? Zal de bestuursrechter om die reden een omgevingsvergunning vernietigen? We moeten oppassen dat we deze verplichting niet gaan juridiseren. Ik hoop dat de rechter zich hierin terughoudend opstelt. Het is beter dat de gemeente sturend optreedt en al bij de aanvraag nagaat of een ontwikkelaar overleg heeft gehad met de buren. Als dat niet het geval is, kan ze de aanvraag aanhouden.”
Positief is volgens Van Angeren dat de vergunning van rechtswege bij het niet halen van een termijn met de nieuwe wet verdwijnt. “Daardoor is er meer tijd voor overleg over complexe bouwplannen en hangt niet meer het zwaard van Damocles van een van rechtswege verleende vergunning erboven.”
De Omgevingswet betekent een fundamentele herziening van het ruimtelijke planstelsel. “Toch hebben we de grootste herziening stiekem al een tijd achter de rug”, zegt Van Angeren. Hij doelt op de introductie van de zelfstandige projectprocedure in 2000. “Daarvóór mocht een gemeente alleen vooruitlopend op een bestemmingsplan een vergunning verlenen voor een bepaalde ontwikkeling. Dat werd dan anticipatieprocedure genoemd. Bij de zelfstandige projectprocedure is de knip tussen ontwikkeling en plan losgelaten. Dat heeft voor meer flexibiliteit gezorgd. Dat was al de geest van de Omgevingswet. Je kunt zelfs stellen dat de Omgevingswet gas terugneemt, want met de invoering daarvan moet elke ontwikkeling worden bekeken in het grote geheel van het omgevingsplan dat voor de gehele gemeente gaat gelden. Dan moet je de flexibiliteit dáárbinnen zoeken.”
Mobiliteit
Van Angeren voorziet verder dat overheden met behulp van de Omgevingswet eisen gaan stellen aan de koppeling van woningbouwplannen aan mobiliteitsopgaven. “Ze kunnen bijvoorbeeld eisen dat er in een bepaald gebied geen woningbouw mag komen voordat er een nieuwe OV-verbinding is aangelegd. Onze uitdaging is daarvoor goede instrumenten te vinden, zoals we nu proberen in Groningen. Je kunt ook denken aan een gebiedsinvesteringzone, waarbij iedereen met een woning meebetaalt aan gebiedsoverstijgende ontwikkelingen. Dat is niet alleen iets voor juristen, maar ook voor planologen, economen en plannenmakers. Daarom is het zo belangrijk dat we binnen de KvA alle expertise bundelen, zodat we het hele veld kunnen overzien.”
Dit artikel verscheen in onze wintereditie 2020 van gebiedsontwikkeling.krant. Lees hier de andere artikelen en bekijk de gehele krant!
Cover: ‘reinier van angeren gokrant’