Speeltuin door Scouse Smurf (bron: Flickr)

“Herwaardeer de buurt als gezonde en sociale leefomgeving”

19 september 2022

4 minuten

Analyse Een gezonde en sociale leefomgeving is onmisbaar, juist in tijden van de grote ruimtelijke transities die ons staan te wachten. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en het College van Rijksadviseurs pleiten daarom voor actie. Zij zijn ervan overtuigd dat ruimtelijke condities de sociale cohesie kunnen bevorderen.

Wonen, mobiliteit, energie en klimaat. Zomaar vier onderwerpen die de komende jaren in een willekeurige Nederlandse buurt voor ingrijpende ruimtelijke transities gaan zorgen. Hoe zorg je ervoor dat er, ondanks al de veranderingen, toch een gezonde en sociale leefomgeving blijft bestaan of juist opnieuw ontstaat? De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en het College van Rijksadviseurs (CRa) proberen in hun advies Ruimte maken voor ontmoeting. De buurt als sociale leefomgeving, dat vorige maand verscheen, het antwoord te vinden op deze vraag.

Niet fijn wonen

De RVS en het CRa trekken geen vrolijke conclusies. Zij stellen dat de coronapandemie het belang van een gezonde, sociale en leefbare buurt heeft laten zien. Maar het ruimtelijk perspectief is volgens hen het tegenovergestelde: de publieke ruimte en aanwezige voorzieningen staan onder druk en de leefbaarheid en de toegang tot voorzieningen lopen allebei terug. “Tegelijkertijd zijn de beleidsverwachtingen voor de buurt als zorgzame omgeving juist gegroeid. Die paradox knelt en vraagt om gericht beleid voor een toekomstbestendige inrichting en adequate sociale infrastructuur voor buurten en dorpen.”

De herwaardering van de buurt als gezonde en sociale leefomgeving is volgens de twee partijen een stap die nu gezet moet worden. Zij zijn ervan overtuigd dat de ruimtelijke condities de sociale cohesie kunnen bevorderen en dat de ingrijpende ruimtelijke transities op het gebied van wonen, mobiliteit, energie en klimaat “als hefbomen kunnen dienen.” Bij zowel de aanleg van nieuwbouwwijken als verdichting van bestaande wijken moet er aandacht blijven voor een goede mix van woningtypen, de nabijheid van voldoende voorzieningen en gebruiksvriendelijke buitenruimte. Kortom: “Niet rücksichtslos bouwen.”

De focus op snelle en harde resultaten heeft het risico dat sociale samenhang verloren gaat en er buurten ontstaan waar het niet fijn wonen is

Qua mobiliteit moet er worden blijven ingezet op een goed netwerk van openbaar vervoer, fietspaden en voetgangersruimte. Door de auto te weren, ontstaat er ruimte om de stad leefbaarder te maken. De energietransitie biedt ruimte om de openbare ruimte opnieuw in te richten, bijvoorbeeld omdat de straat wordt opgebroken. En voldoende aandacht voor groen en blauw laat het “mes aan twee kanten snijden. Het voorkomt hittestress en droogte, geeft ruimte aan biodiversiteit, biedt verkoeling én zorgt voor fijne plekken om te bewegen, tot rust te komen of te ontmoeten.”

De partijen waarschuwen er wel voor dat de focus niet alleen moet liggen op de snelle en harde resultaten, zoals de woningbouwproductie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Juist die tactiek heeft het risico dat sociale samenhang verloren gaat en er buurten ontstaan waar het niet fijn wonen is.

Voorbij de algemeenheden

Om dat risico te kunnen afwenden, moeten gezondheid en sociale kwaliteit beter worden meegenomen in beleidsafwegingen en ontwerpkeuzes. Concreet betekent dit dat zowel het Rijk als gemeenten en andere organisaties die fysiek in buurten aanwezig zijn zoals woningcorporaties en zorgorganisaties in actie moeten komen. “Een actievere rolinvulling, heldere doelen stellen en zelf het goede voorbeeld geven,” is het advies voor het Rijk.

Spelende kinderen door Jnzl's Photos (bron: Flickr)

‘Spelende kinderen’ door Jnzl's Photos (bron: Flickr)


Zo zijn beleidsvisies als de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid en de Nationale Omgevingsvisie nu nog te algemeen en te vrijblijvend en geven ze daardoor te weinig richting en houvast. De visies moeten op strategisch niveau een visie formuleren en de sociale leefomgeving concreet invullen. “Dat betekent voorbij de nu vaak gebezigde algemeenheden van ‘meer ruimte voor ontmoeting’ en voorbeelden als ‘meer zitbankjes’.” Onderzoek naar drempelwaardes, het uitdagen van ontwerpers en hulp bieden aan gemeenten zijn acties die moeten worden uitgevoerd. Ook kan het Rijk het goede voorbeeld geven door eigen vastgoed een maatschappelijke bestemming te geven en door interdepartementaal beter samen te werken.

Gemeenten moeten meer buurtgericht werken: “gebiedsgericht en vanuit een visie, voor langere tijd, om gemeentelijke kokers te doorbreken en aan te sluiten bij de uitdagingen én de potentie van een buurt.” Juist gemeenten kennen hun burgers en weten waar gezondheidswinst of versterking van buurtbanden nodig of mogelijk is. Ook moet de actieve betrokkenheid van bewoners beter ondersteund en gereguleerd worden. De gemeente moet bewoners helpen om initiatief te nemen bij planning en uitvoering, bijvoorbeeld door plekken te creëren voor laagdrempelige ontmoetingen of door bewoners de ruimte te geven publieke ruimte tijdelijk toe te eigenen.

Waarde van de buurt

Tot slot zien de partijen een belangrijke rol weggelegd voor zorgorganisaties en woningcorporaties. Dat betekent niet dat de buurten vol moeten komen staan met nieuwe gebouwen waar bewoners terecht kunnen, maar vooral dat bestaande plekken hun deuren meer dan nu openen voor buurtbewoners. “Er liggen dus kansen om hun potentie als ruimte voor ontmoeting in de buurt beter te benutten. (Her)ontwerp zou hier dan ook mede op gericht moeten zijn.” Overheden moeten deze organisaties helpen door beperkende regels, financieringsvoorwaarden of wettelijke kaders te versoepelen of door te helpen bij het vinden of realiseren van passende huisvesting.

Werken aan een adequate sociale infrastructuur vraagt samen optrekken van burgers, overheden en maatschappelijke én private partijen

Met deze voorstellen hopen de RVS en het CRa dat de waarde van de buurt als sociale leefomgeving sterker wordt geborgd, juist bij de komende ruimtelijke transities. Uitgangspunten zijn heldere en minder vrijblijvende kaders op nationaal niveau, nieuwe manieren van buurtgericht werken met de focus op eigenaarschap van bewoners op lokaal niveau én betere samenwerking met en ondersteuning van andere partijen in de buurt. “Immers: werken aan een adequate sociale infrastructuur vraagt samen optrekken van burgers, overheden en maatschappelijke én private partijen.”


Cover: ‘Speeltuin’ door Scouse Smurf (bron: Flickr)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad door Joost Zonneveld (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst, met ‘Soft City’-auteur David Sim als gastspreker.

Verslag

19 april 2024

Oosterschelde door Ruud Morijn Photographer (bron: Shutterstock)

Oké, water en bodem sturend – maar niet altijd en overal

Water en bodem sturend, je kunt er bijna niet tegen zijn. Maar we moeten oppassen dat het nieuwe adagium niet alles gaat overheersen, zo waarschuwt columniste Agnes Franzen.

Opinie

19 april 2024

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024