Opinie Het aardgasvrij maken van de bebouwde omgeving betekent een gebiedsherontwikkeling die haar weerga niet kent. Floris van Proosdij, adviseur bij APPM, trekt de parallel met de iconische woorden van John F. Kennedy en ziet daarin de sleutel tot succes.
Het is 26 juli 1963. De Amerikaanse president John F. Kennedy bezoekt West-Berlijn – op dat moment een democratische enclave diep in de communistische en totalitaire DDR. Op een overvol Rudolph Wilde Platz houdt hij voor een uitzinnige menigte West-Berlijners een toespraak waarin hij zijn beroemd geworden woorden Ich bin ein Berliner uitspreekt. Kennedy wilde daarmee zeggen dat niet alleen West-Berlijners te maken hadden met de dreiging van het communisme, maar álle inwoners van de vrije wereld. West-Berlijn vormde slechts de frontlinie van een wereldwijde strijd. Kennedy verklaarde zich solidair met de mensen die zich aan dit front bevonden door zij aan zij met hen te staan en met trots te verklaren dat ook hij, op een bepaalde manier, een Berlijner was.
En dan nu de hamvraag: wat heeft dit verhaal precies met gebiedsontwikkeling te maken?
Wat is er aan de hand?
We staan in Nederland aan het begin van een gebiedsherontwikkeling die haar weerga niet kent. In het Klimaatakkoord is besloten dat de gehele gebouwde omgeving in Nederland in 2050 aardgasvrij moet zijn. Dit lijkt nog ver weg, maar als je bedenkt dat er in 30 jaar tijd ruim 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af moeten, dan leert een simpele rekensom dat er tot 2050 élk jaar gemiddeld 233.000 woningen en 33.000 gebouwen aardgasvrij moeten worden gemaakt.
Zo bekeken is het opeens geen ver-van-je-bed-show meer, maar misschien wel de grootste en meest urgente opgave in de gebouwde omgeving sinds de wederopbouw.
Hoe moeten we dit aanpakken?
In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat deze opgave onder de regie van de gemeente valt. Startpunt is daarbij het vaststellen van de transitievisie warmte. Hierin staat wanneer en in welke volgorde alle wijken en buurten in een gemeente aardgasvrij worden. Ook bekijkt de gemeente per wijk wat de dominante warmtevoorziening moet worden. De volgende stap is wijk voor wijk uitwerken van een wijkaanpak aardgasvrij, en het vinden van een passende oplossing voor elke woning en ieder gebouw.
Nederland telt 355 gemeenten, samen goed voor ruim 12.000 wijken en buurten. Kortom: gemeenten staan voor een monsterklus.
Wat betekent dat, een ‘wijkaanpak aardgasvrij’?
Het aardgasvrij maken van een wijk vraagt om allerlei ingrepen in de ondergrond, de openbare ruimte en de gebouwen zelf. In feite krijgt dus élke wijk in Nederland de komende jaren met een soort gebiedsherontwikkeling te maken. Helemaal als je je bedenkt dat in het klimaatakkoord staat dat met de energietransitie ook andere zaken aangepakt moeten worden (de beruchte ‘meekoppelkansen’), zoals vervangen van het riool of herinrichting van een straat. Ook de koppeling met sociale opgaven wordt gezocht. Zo moet de energietransitie in de ene wijk ook nog eens helpen eenzaamheid onder ouderen te bestrijden, en in een andere wijk werkgelegenheid voor jongeren creëren.
Daarnaast moet het allemaal betaalbaar blijven. Woonlastenneutraliteit voor bewoners is hierbij het devies. Een mooi uitgangspunt, totdat je jezelf realiseert dat de gemiddelde kosten voor aansluiting op een warmtenet momenteel op kunnen lopen tot meer dan 15 duizend euro per woning. En dan zijn in deze prijs nog niet eens de kosten voor het isoleren van een woning meegerekend. Wie gaat dat betalen, en hoe?
Zie je door de gebiedsbomen het herontwikkelde bos niet meer? Helaas, we zijn er nog niet: last but not least moet de oplossing ook nog eens ‘gedragen’ worden door de wijk en haar inwoners. Daarmee speelt in de energietransitie, net als in zoveel gebiedsontwikkelingen, de vraag der vragen: hoe krijg je draagvlak? En wat is dat eigenlijk precies, draagvlak? Met andere woorden: ook in de wijkaanpak aardgasvrij is iedereen op zoek naar het gouden participatie-ei.
Professionals met de handen in het haar
Het valt me op hoe professionals met deze participatievragen worstelen. Ambtenaren, adviseurs, stuk voor stuk met een hart voor de publieke zaak en het belang van de burger in de energietransitie voorop, zie ik met de handen in het haar: wie betrek je en op welke manier, waar laat je bewoners over meebeslissen en welke invloed geef je ze?
Maar er valt me ook iets anders op, namelijk hoe vaak in professionele settings de opmerking “ja, maar als ik bewoner zou zijn, dan…” valt. Dit bracht me op een idee. Heel vaak gaan maatschappelijke opgaven namelijk over ‘de ander’: de kansarme jongere, de sociale huurder, de alleenstaande moeder. In de energietransitie bestaat ‘de ander’ echter niet: vroeg of laat krijgt élke Nederlander ermee te maken. En in dat feit ligt misschien wel de sleutel tot het antwoord op de vraag hoe je zinvolle participatie organiseert.
Elke professional is namelijk óók een bewoner.
Ik zie dit als een kans. Een kans om bewoners te betrekken zoals je zelf betrokken wil worden. Een kans om de kloof tussen de systeem- en de leefwereld te dichten. Stop daarom met systeemdenken over participatieladders en toolboxes: het belangrijkste stuk gereedschap heb je al - gratis en voor niks. Stel jezelf gewoon af en toe de vraag: “Als dit mijn wijk zou zijn, wat zou ik er dan van vinden?”
Terug naar West-Berlijn
De wijken waar we momenteel – onder de noemer ‘pilots’ of ‘proeftuinen’ aardgasvrij - als eerste aan de slag gaan met de aanpak aardgasvrij, vormen in zekere zin het West-Berlijn van de energietransitie. Ze liggen in de frontlinie van onze strijd tegen het aardgas. Het zijn deze wijken waar we de lessen voor de komende dertig jaar leren.
Toevallig was het vorige maand precies dertig jaar geleden dat de Berlijnse Muur viel. Nu, drie decennia later, is er in het stadslandschap nog maar weinig terug te zien van de ‘frontstad West-Berlijn’. Hopelijk gaat het met de energietransitie net zo. Laten we daarom tot die tijd trots zijn op de woorden: “Ich bin ein bewoner”.
Cover: Nieuwbouw" (CC BY 2.0 https://creativecommons.org/licenses/by/2.0/) by tuppus
Cover: ‘Nieuwbouw" (CC BY 2.0) by tuppus’