Opinie We hebben het er in het vak gebiedsontwikkeling al de nodige tijd over: hoe verbinden we de wereld van stenen en asfalt met de wereld van mensen en groen? De goede ambities ten spijt gaat het lang niet altijd goed. Partijen kleuren toch nog heel vaak binnen de eigen lijntjes. Een bezoek aan Wenen maakte adviseur Dorien de Wit (De Beuk) duidelijk dat het echt wel anders kan.
Het blijft me verbazen. Als adviseur leefbaarheid in een gemeentelijke Commissie Omgevingskwaliteit maak ik nog steeds mee dat ontwikkelaars plannen presenteren die ze met behulp van architecten hebben uitgewerkt. Maar zonder dat ze hebben nagedacht over de buren en de toekomstige bewoners en hun behoeften aan groen, ontmoeten en toegankelijke voorzieningen. Kan dat anders? Ja natuurlijk!
Vier pijlers
Tijdens een recent werkbezoek aan Wenen met collega’s zagen en hoorden we enthousiasmerende voorbeelden over een andere aanpak. Al sinds 1995 bestaat hier de ‘ontwikkelwedstrijd’. Deze aanpak is ingesteld om de kwaliteit van wonen te verhogen zonder de bouwkosten en huren te laten stijgen. De gemeente nodigt voor een specifiek stuk grond ontwikkelaars, architecten en andere deskundigen uit. Deze mogen in een niet-anonieme aanbestedingsprocedure voor gesubsidieerde woningbouw komen met realisatieconcepten voor bouwblokken. Alle projecten worden vervolgens getoetst aan het vier-pijlermodel, bestaande uit architectuur, economie, ecologie en sociale duurzaamheid. Het plan dat op elk van deze vier pijlers hoog scoort, mag uitgevoerd worden en komt in aanmerking voor subsidie.
Door deze werkwijze betrekken ontwikkelaars niet alleen architecten bij het maken van ontwerpen, maar van het begin af aan juist ook andere partijen. Variërend van experts op het gebied van openbare ruimte en groen, tot sociale en maatschappelijke partijen. Soms zijn dat wooncollectieven of woningcorporaties, soms organisaties voor zorg, welzijn of kinderopvang. En soms een partij die de betrokkenheid van (toekomstige) bewoners, gebruikers en omwonenden praktisch organiseert.
Auto's buiten beeld
Wenen scoort niet voor niets zo hoog op de ladder van leefbare steden. Door alle partijen vroegtijdig en gelijkwaardig met elkaar aan tafel te brengen, worden stenen, mensen en groen zichtbaar verbonden. De kwaliteit van de openbare ruimte is hoogwaardig, met veel groen, speel- en ontmoetingsruimte. Auto’s zijn in de nieuwe buurten veelal buiten beeld. De begane grond kent geen gesloten muren maar winkels, werkplekken, horeca en publieke voorzieningen. Het straatbeeld is levendig, als een artist impression. Maar dan eentje die werkelijkheid is geworden! Woongebouwen hebben vrijwel overal gemeenschappelijke binnen- en buitenruimtes. Vaak zijn er woningen toegevoegd voor specifieke groepen huurders met zorg of begeleiding.
‘Wenen centrum’ door FooTToo (bron: shutterstock.com)
Veel aandacht wordt ook besteed aan buurt(schaps)ontwikkeling. ‘Buurten vormen het geraamte voor sociale interactie in een stad’, zo luidt de filosofie. Daarom is het cruciaal om communicatie in een vroegtijdig stadium te starten, zodat planning en communicatie elkaar versterken. Nadrukkelijk wordt onderzocht hoe de wensen en behoeften van buren en bestaande buurten bediend kunnen worden. Zo wordt een teveel aan kappers of fietsenzaken voorkomen en juist bevorderd dat de nieuwe buurt voorziet in wat nog ontbrak in de omgeving. Vanuit die overtuiging worden bewoners en belanghebbenden gefaciliteerd met werkruimte en ondersteuning gedurende het hele proces van planning en realisatie en soms ook nog een tijd daarna.
Betaalbaarheid
Voor de gemeente Wenen en de Internationale Bouwtentoonstelling (IBA Wien) 2022 is ook betaalbaarheid een belangrijk principe. Dat gaat niet alleen om betaalbare huren, maar het gaat er ook om dat mensen het in het dagelijks leven kunnen rooien met de beschikbare middelen. Ook aan deze ambitie draagt het samenwerken met alle partijen vanaf de start bij. Met als resultaat dat er ruimtes zijn voor flexibel gebruik, gemeenschappelijke ruimtes en apparatuur, specifieke mogelijkheden voor ouderen en eenoudergezinnen, en slimme energiearrangementen. Zo worden gedeelde wensen en activiteiten gerealiseerd, terwijl zelforganisatie en gevoel van eigenaarschap worden bevorderd.
Staand beleid
Rondlopend in Wenen, luisterend naar de verhalen van betrokkenen, vonden we het allemaal zo logisch en vanzelfsprekend klinken! Gelukkig zien we ook in Nederland voorbeelden waarin partijen elkaar vroegtijdig opzoeken en waarbij groen, leefbaarheid en communicatie vanaf het begin deel uitmaken van de plannenmakerij. De inspiratie uit Wenen biedt hoop dat deze aanpak zich zou kunnen ontwikkelen van incidentele projecten naar staand beleid en een sterke praktijk. Nederland kan toch niet achterblijven?
Dit artikel van Dorien de Wit verscheen eerder op beuk.nl
Cover: ‘Wenen luchtfoto’ door Nok Lek (bron: shutterstock.com)