Ruimte voor ontmoeting in het Curaçao Medical Center door Roos Alderhoff (bron: Lyongo Juliana)

Inclusieve gebiedsontwikkeling vergt erkenning van blinde vlekken

23 juni 2025

7 minuten

Interview Architect Lyongo Juliana pleit voor stedenbouw die recht doet aan de bewoners van superdiverse steden. In een interview deelt hij hoe ruimtemakers inclusieve plekken creëren: door een verdieping in de lokale dynamieken en zich bewust te worden van eigen vooroordelen.

Wat is de behoefte van de woningzoekende? Op de eerste plaats waarschijnlijk een woning. Maar nu er in rap tempo woningen uit de grond worden gestampt, wordt er naast de behoefte van een dak boven het hoofd wel genoeg rekening gehouden met de uiteenlopende woonbehoeftes? Zeker in grote Nederlandse steden is het percentage bewoners dat niet in Nederland is geboren hoog: In Amsterdam en Den Haag 60 procent, Rotterdam 55 procent en Utrecht 40 procent, volgens het CBS. De vraag is in hoeverre dit terug te zien is in gebiedsontwikkelingen.

Andere vormen van identiteit en de bijkomende woonbehoeftes zijn in ieder geval al wel terug te zien in het woonbeleid. De oproep vanuit het Rijk om meer gelijkvloerse seniorenwoningen te bouwen is een voorbeeld, of het meenemen van sociaaleconomische klasse door de stimulans van sociale woningbouw. Ook in de openbare ruimte zien we het terug, zo wil de gemeente Amsterdam haar openbare ruimte ontwerpen met de jonge vrouw als uitgangspunt.

Dit vraagstuk rondom een inclusieve stedenbouw voor verschillende culturele achtergronden houdt architect Lyongo Juliana al langer bezig. Hij is geboren in Utrecht maar heeft de helft van zijn carrière op Sint-Maarten en Curaçao doorgebracht. Zijn bureau lyongo architecture heeft kantoren in Willemstad, Curaçao en Amsterdam. Met de stichting Social Design Foundation doet hij onderzoek naar hoe ruimtelijke ingrepen de buurt prettiger voor bewoners kunnen maken. Ook maakte hij vorig jaar de documentaire Kombiná over zijn zoektocht naar hedendaagse architectuur in het Caribische deel van Nederland. Al jaren spreekt hij zich kritisch uit over de afwezige representatie van een groot deel van de bevolking in de Nederlandse stedenbouw.

Hoe komt het thema inclusiviteit terug in jouw werk?

“We gebruiken het woord ‘inclusiviteit’ bij mijn bureau zo min mogelijk; het is een modewoord geworden. Inclusiviteit betekent voor ons dat je bewust bent voor wie je ontwerpt en wat hun gebruiken zijn. Als je dit niet weet, loop je als architect of ontwikkelaar het risico dat je plekken maakt die niet bij de woonbehoeftes van de gebruikers aansluiten. Het gaat er niet om dat we ‘Marokkaanse’ of ‘Surinaamse’ buurten gaan ontwikkelen, want veel van de bewoners in deze buurten hebben nooit op die plekken gewoond. Net als in onze eetcultuur hebben deze mensen mede ervoor gezorgd dat onze leefcultuur, zeker in de grote steden, veranderd is. Het gaat om een besef; dat de ruimtemaker, die vaak wit en man is, in de Randstad tot de minderheid behoort en zich daarvan bewust is.”

Lyongo Juliana door Marco ter Beek (bron: lyongo architecture)

‘Lyongo Juliana’ door Marco ter Beek (bron: lyongo architecture)


“Daarbij gelden de voordelen voor inclusief ontwerp niet alleen voor een specifieke groep. Als het in bepaalde groepen gebruikelijk is dat jij je schoenen uitdoet als je een woning binnenkomt, dan kan daarvoor ruimte in de hal worden gemaakt. Maar dat is bijvoorbeeld ook fijn voor de ouder die een kind uit de kinderwagen moet halen. Op het gebied van toegankelijk ontwerp zien we deze voordelen al terug.”

Er zijn natuurlijk veel ontwikkelaars en ontwerpers die de sociale component al meenemen en met ontwerp en programma zorgen voor voldoende ontmoeting in de buurt. Is het genoeg om voor ontmoeting te ontwerpen, ongeacht iemands achtergrond?

“Als ontwerper is het de kunst om zowel voor iedereen, als voor specifieke doelgroepen te ontwerpen zonder dat die twee elkaar bijten. Helaas wordt er veelal ontworpen en ontwikkeld vanuit een vrij homogeen perspectief, gevormd door een wit, westers en hoogopgeleid narratief. Denk aan een park, dat voor veel ruimtemakers draait om rust en wandelen. Maar voor veel stedelingen is het een plek waar je met je hele familie naartoe gaat, een grote groep met veel eten, drinken en muziek. Ik zeg niet dat het een beter is dan het ander, maar het is aan de ontwerper om ervoor te zorgen dat beide kunnen. Maar veel ruimtemakers zien deze reuring als overlast, dus wat zien we? In veel parken mogen we niet barbecueën. Als minder vervuilend alternatief zijn er in Australië bijvoorbeeld openbare, elektrische barbecues met afdakjes van zonnepanelen.”

Hoeveel ontwerpers ontwerpen wel niet vanaf Google Streetview en zijn nog nooit op de locatie geweest?

“Het is belangrijk te beseffen dat je als mens vooroordelen hebt en er daarom niet vanuit kan gaan dat je altijd weet wat goed is voor de ander. Stel ik zou op Urk een wijk moeten ontwerpen, dan ga ik daar eerst naartoe. Ik ga eens kijken: wat zie ik, begrijp ik dit? Ik probeer niet te oordelen, maar goed te luisteren. Ik ga eens met de mensen praten, want wat zijn belangrijke momenten? Hoe ziet een gemiddelde dag eruit, zijn er bijvoorbeeld straatfeesten? Zo krijg je een gevoel voor de dynamiek van een plek. Hoeveel ontwerpers ontwerpen wel niet vanaf Google Streetview en zijn nog nooit op de locatie geweest?”

De Mongui Maduro Library in Willemstad door Daphe Vermeulen (bron: Lyongo Juliana)

‘De Mongui Maduro Library in Willemstad’ door Daphe Vermeulen (bron: Lyongo Juliana)


“Daarnaast is het goed om te beseffen dat mensen met een migratieachtergrond vaak minder direct communiceren. Je spreekt misschien wel dezelfde taal maar er wordt iets anders bedoeld. Als ik op Curaçao iemand vraag: kom je op mijn feestje? Dan zegt die persoon: “Ik ga kijken of ik kom.” Dat is de meest duidelijke manier om te zeggen: ik kom niet. Je moet dus in staat zijn om tussen de regels door te lezen.”

In eerdere interviews waarschuw je voor het ‘sausje’ van diversiteit, waarbij dit iets is om af te vinken. Zie je dat diversiteit nu meer een integrale rol krijgt in ontwerp en ontwikkeling?

“Er is nog weinig veranderd. Het gaat namelijk om een systemische verandering. Als je hier architectuur of stedenbouw studeert, dan wordt dat vooral vanuit een westers perspectief gegeven, net als dertig jaar geleden. Ik kom uit het Caribisch gebied, maar er is bijvoorbeeld ook de architectuur van de Inca’s en de Maya’s. Ruim een derde van de wereldbevolking woont in India en China; er is daar natuurlijk ook een hele architectuurontwikkeling geweest die we niet terugzien in curricula. Het begint dus al in de opleiding.”

“Daarnaast vind ik ook dat iconische gebouwen – het maken van een statement – een erg grote rol heeft binnen de huidige westerse architectuur. De modernisten kwamen bij elkaar om te praten of sociale aangelegenheden; beter wonen met licht, lucht en ruimte. Zij hebben ook fouten gemaakt, maar ze waren wel bezig met een visie over hoe we prettig wonen. Stel je nu voor dat een Frank Gehry, Rem Koolhaas en Winy Maas bij elkaar zou komen om het te hebben over de grootstedelijke uitdagingen van vandaag de dag.”

Ontvangsthal in het Curaçao Medical Center door Roos Alderhoff (bron: Roos Alderhoff)

‘Ontvangsthal in het Curaçao Medical Center’ (bron: Roos Alderhoff)


“De ontwikkelaar is te veel bezig met zijn spreadsheets. Ik zeg altijd: maak een ontwikkelaar nog vijftien jaar na oplevering verantwoordelijk voor een gebied. Als er sociale problemen ontstaan, dan blijft die verantwoordelijk. Nu wordt het opgeleverd, snel verkocht en wanneer de sociale problemen ontstaan, moeten wij als gemeenschap die gaan oplossen en voor de kosten opdraaien.”

Onlangs maakte je een film over jouw architectuur in het Caribische deel van Nederland. Valt er iets te leren van de manier waarop je daar ontwerpt?

“Ik heb daar geleerd dat observeren belangrijk is. Als je in Nederland bijvoorbeeld een ziekenhuis ontwerpt, heb je veel boeken en kennis om op terug te vallen. Als je op Curaçao een ziekenhuis wil ontwerpen met een eigentijdse Caribische identiteit, heb je die voorkennis niet: veel ziekenhuizen zijn in Europese of Amerikaanse stijl gebouwd. Het was belangrijk voor het ontwerp om de mensen te begrijpen. Mensen op Curaçao maken minder afspraken en ontmoeten elkaar buiten de deur. Dat geldt ook in het ziekenhuis, dus daarvoor moest ruimte zijn. Iemand die twintig minuten in gesprek gaat, moet niet in de weg van patiënten of medisch personeel staan, anders wordt het een frustratie.”

Woontoren Bario Lobi: Render woontoren Bario Lobi in de E-buurt in Amsterdam Zuidoost door lyongo architecture (bron: lyongo architecture)

‘Woontoren Bario Lobi: Render woontoren Bario Lobi in de E-buurt in Amsterdam Zuidoost’ (bron: lyongo architecture)


“Uit het Caribisch gebied herken ik dat mensen elkaar graag ontmoeten in de openbare ruimte. Je gaat misschien iets minder snel bij elkaar op de koffie. Maar het sociale contact is wel enorm sterk dus moet je dit faciliteren. Voor een opdracht in Amsterdam Zuidoost heb ik dit contact in het ontwerp van een woontoren verweven. Als je normaal op de tiende verdieping woont, heb je geen contact met het maaiveld. Daarom heb ik elke vijf à zes verdiepingen een gemeenschappelijke daktuin gemaakt zodat ook in het gebouw de ontmoeting opgezocht kan worden. Via de vluchttrappen die naar buiten zijn gehaald kan je vanuit je eigen woonlaag naar deze plekken gaan.”

Wat geef je mee aan de Nederlandse ontwikkelsector?

“Over sociale toevoegingen aan een gebied wordt nog vaak gezegd: het is te duur. Maar we zitten in een van de rijkste landen ter wereld, dus laten we kijken hoe we het dan wél voor elkaar krijgen. Misschien moeten we eens kijken naar hoe de bouw georganiseerd is. Er zijn allemaal zelfstandigen in de bouw die ieder een percentage willen vangen, waardoor de kosten oplopen. Kunnen we niet alle diensten terug naar één organisatie brengen? Daarnaast pochen ontwikkelaars nog te vaak met de hoeveelheid woningen die er gebouwd worden, maar we horen achteraf nooit iets over de hoeveelheid gelukkige mensen die daarin wonen. Moeten we niet eerst goed definiëren hoe we met elkaar willen samenwonen en welke ruimtes daarbij horen?”

Met Lyongo Juliana is afgesproken elkaar voor dit interview te tutoyeren.

Lyongo Juliana was enkele jaren geleden Artist in Residence bij het Amsterdamse architectuurcentrum ARCAM. Deze minidocu geeft een overzicht van de gevoerde gesprekken over inclusie en diversiteit.


Cover: ‘Ruimte voor ontmoeting in het Curaçao Medical Center’ door Roos Alderhoff (bron: Lyongo Juliana)


Bono Siebelink door - (bron: Linkedin)

Door Bono Siebelink

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Architectuur, Kerckebosch, Zeist door Wikipedia Commons (bron: Nanda Sluijsmans)

Landschappelijk ontwikkelen in een naoorlogse probleemwijk, de lessen van Kerckebosch

Ook in bestaand stedelijk weefsel kunnen stenen en groen toekomstbestendig worden gemengd. Het project Kerckebosch in Zeist is een goed voorbeeld, de onderzoekers van Platform31 reisden af voor een evaluatie.

Casus

15 juli 2025

Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland door My Eyes4u (bron: Shutterstock)

Esther Agricola over gebiedsontwikkeling als rechtvaardige manier om belangen af te wegen

Gebiedsontwikkeling vraagt om diverse vormen van samenwerking, met steeds vaker nieuwe actoren aan tafel. Een kolfje naar de hand van Esther Agricola, regiodirecteur bij BPD. Ze sprak met Ysbrand Visser onder meer over landschappelijk ontwikkelen.

Interview

15 juli 2025

Annius Hoornstra Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Patrick van den Hurk)

De pijnlijke 50 procent-vraag

Er moet 50 procent meer worden gebouwd, en wel per direct. Volgens columnist Annius Hoornstra vraagt dat om rigoureuze en pijnlijke oplossingen, op de korte termijn. Wat gaat de politiek daaraan doen?

Opinie

14 juli 2025