Windmolen -> Photo by Karsten Würth (@karsten.wuerth)

Laat natuur, landschap én energie hand in hand gaan in de regionale energieplannen

12 november 2020

5 minuten

Opinie In de transitie naar grootschalige opwekking van hernieuwbare energie pleiten Annie van de Pas, Gerben de Vries en Rinske Scheifes van de Natuur en Milieufederaties voor vroegtijdige inpassing van natuur en landschap in de energiestrategieën. Met de juiste aandacht kan de natuur zelfs profiteren, menen zij.

Nu de 30 concept Regionale Energiestrategieën (RES) zijn opgeleverd, wordt duidelijk dat ecologische en landschappelijke belangen in veel regio’s vooruit worden geschoven of zelfs ontbreken. In ruim 20 RES-regio’s is nog geen heldere afweging gemaakt op het gebied van natuur en landschap. In enkele regio’s spelen natuur en landschap zelfs helemaal niet of nauwelijks een rol. Dit vergroot het risico dat de energieplannen tot schade leiden aan natuur en landschap. Onnodig, want er zijn voldoende mogelijkheden om zonne- en windenergie op te wekken en de natuur en het landschap te ontzien of – liever zelfs – te versterken. Daarvoor zijn transparante keuzes en zorgvuldige spelregels nodig.

In de Regionale Energiestrategie worden de afspraken uit het Klimaatakkoord over hernieuwbare energieopwekking op land regionaal uitgewerkt. De klimaatcrisis waar wij in verkeren maakt deze opgave urgent. Daarbij horen RES’en met een hoog ambitieniveau voor grootschalige energieopwekking uit zon en wind. Het is onvermijdelijk dat ons landschap daardoor verandert en dat ecosystemen worden beïnvloed. Maar het is geen vrijbrief om energieopwekking onzorgvuldig in te passen. Want het overgrote deel van de Nederlandse habitattypen verkeert in een ongunstige of zelfs bedreigde staat. Juist daarom is het zaak om zonnepanelen, windmolens of andere vormen van duurzame energie zorgvuldig in te passen en vooraf een goede natuur- en landschapsafweging te maken. Sterker: wij zien nu te weinig terug van de ruimtelijke principes die in het Klimaatakkoord zijn meegegeven aan de RES. Zoals het combineren van opgaven, meervoudig ruimtegebruik en het aansluiten bij de gebiedspecifieke ruimtelijke kwaliteit (wat past in een landelijke omgeving of bijvoorbeeld aan de rand van de stad). Daarbij komt dat diverse regio’s te snel natuurgebieden aanwijzen als zoeklocaties, kwetsbare soorten over het hoofd zien of energieprojecten uitsmeren over het buitengebied zonder oog te hebben voor ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit.

De regio’s hebben eerst hun energie-ambities kenbaar gemaakt. Wij pleiten voor een integrale visie in een zo vroeg mogelijk stadium. De regio’s hebben nog tot 1 juli 2021, de deadline van de RES 1.0, de kans dit recht te zetten door de volgende stappen te zetten om te komen tot landschaps- en natuurinclusieve plannen. Volgens ons liggen daarbij twee fundamentele keuzes voor en pleiten wij voor het hanteren van twee belangrijke spelregels.

Keuze 1: investeer nú in een grondige analyse van kansen en knelpunten voor natuur en landschap. Breng de huidige kwaliteit in kaart en maak inzichtelijk waar natuur en landschap onder druk staan. En blik vooruit: waar moet de regio staan in 2030 en daarna, en welke andere ruimtelijke ontwikkelingen komen er op ons af waar we rekening mee moeten houden en die kansen bieden om landschaps- en natuurontwikkeling mee te koppelen? Alleen met deze kennis weet je welke opties je hebt, wat er te kiezen valt en wordt zinvol integraal ontwerp mogelijk.

Zeven aanbevelingen - artikel opinie

‘Zeven aanbevelingen - artikel opinie’


Keuze 2: durf onderscheid aan te brengen. Stem de mogelijkheden voor zon en wind af op de karakteristieken van de landschapstypen die in de regio aanwezig zijn. Kies bijvoorbeeld voor omvangrijke productielocaties in gebieden waar dat past, en voor subtiel verweven projecten in andere gebieden. Onderzoek wat mogelijk is buiten natuurgebieden.

Figuur 1 – Hoe maak je in de praktijk werk van de natuurinclusieve energietransitie? Zeven aanbevelingen voor goede borging van natuur en landschap in de RES 1.0 (en daarna). 

Spelregel 1: onderzoek en betrek de cumulatieve impact van alle energieprojecten tezamen. Juist de optelsom van alle ontwikkellocaties kan in de praktijk tot problemen leiden. Zoals barrières voor kwetsbare soorten, druk op leefgebieden of een ongewenst landschapsbeeld. Andersom geeft deze regionale bril vanaf het begin de kans om tot een ecologisch en landschappelijk solide afweging te komen. Een ‘adviesgroep natuur & landschap’ kan zowel in de voorbereiding als in de uitvoering toezien op een goede monitoring op cumulatieve effecten en hoe daarmee om te gaan. In de voorbereiding kan dat leiden tot andere locatiekeuzes of inrichtingseisen, in de uitvoering tot aanvullende maatregelen. Met name in de grensgebieden tussen de RES-regio’s, waar relatief veel projecten worden gepland, is het belangrijk hier alert op te zijn.

Het is mogelijk: snelle opschaling van hernieuwbare energieopwekking én regio’s aantrekkelijk en leefbaar houden voor mens en natuur

Spelregel 2: Streef naar meerwaarde voor natuur en landschap. Met de juiste aandacht en zorgvuldigheid is wederzijdse winst ook mogelijk. Door aan te sluiten bij gebiedsopgaven en -wensen, door koppelkansen met andere opgaven te benutten. Denk, bijvoorbeeld, aan een zonnepark dat ook meehelpt veenoxidatie in een veenweidegebied tegen te gaan. Of het project Energietuinen waarmee wij op meerdere plekken in Nederland laten zien dat grootschalige opwek van duurzame energie ook mooi kan zijn én kan samengaan met natuur en recreatie. Leg kwaliteitseisen voor bijvoorbeeld biodiversiteit vast in ontwerpkaders voor ontwikkelende partijen. Het is belangrijk dat kwalitatief hoogstaand ontwerp wordt beloond, de RES kan hier kaders voor stellen.

Een snelle opschaling van hernieuwbare energieopwekking én ervoor zorgen dat regio’s aantrekkelijk en leefbaar blijven voor mens en natuur is mogelijk, daar zijn wij van overtuigd. Dat kan door de dialoog te starten over de toekomst van het landschap, door koppelkansen te verzilveren en door te investeren in onderscheidende regio’s. Dat zal niet alleen resulteren in aantrekkelijke, groene landschappen, maar ook in meer begrip voor nieuwe energieprojecten en minder herstelwerkzaamheden achteraf.

Vier fasen - opinie

‘Vier fasen - opinie’


Figuur 2 – Uitwerking van natuur en landschap in RES 1.0 (en daarna) in vier fases: inventariseren, afwegen, integraal ontwerpen, en monitoren & evalueren. Per fase is een aantal concrete stappen geformuleerd om te zorgen voor een volwaardige en transparante omgang met ecologische en landschappelijke waarden

Cover: Karsten Wuerth

Lees hier de volledige handreiking Natuur en landschap verdienen volwaardige plek in de regionale energietransitie de Natuur- en Milieufederaties. 

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


Cover: ‘Windmolen -> Photo by Karsten Würth (@karsten.wuerth)’


Annie van de Pas

Door Annie van de Pas

Annie van de Pas is netwerkdirecteur Natuur en Milieufederaties

Gerben de Vries

Door Gerben de Vries

Gerben de Vries is auteur van de publicatie ‘Natuur & landschap in de RES'

Rinske Scheifes

Door Rinske Scheifes

Rinske Scheifes is auteur van de publicatie ‘Natuur & landschap in de RES'


Meest recent

Shoppen door Inside Creative House (bron: Shutterstock)

Growth for good, lukt het tegengaan van klimaatverandering zónder ontgroeien?

Moeten we stoppen met groeien om werkelijk duurzaam te worden? Degrowth is niet per se dé panacee, ontdekt recensent Frank van Oort in een boek van Alessio Terzi.

Recensie

16 april 2024

Veenetië impressie door Zeinstra Veerbeek Architecten (bron: Zeinstra Veerbeek Architecten)

Veenetië: is de tijd rijp voor drijvend bouwen in de veenweidepolder?

Wanneer kunnen we Veenetië, de eerste drijvende woonwijk in veenweidegebied, verwachten? Welmoed Visser, expert water- en bodemvraagstukken in het Groene Hart, zocht uit of de tijd al rijp is voor drijvend bouwen.

Analyse

16 april 2024

Annius Hoornstra Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Patrick van den Hurk)

De versnellers

Het zou wat zijn, maar toch: ze liggen klaar. Plannen voor 630.000 nieuwe woningen in de komende kabinetsperiode. Volgens columnist Annius Hoornstra zijn alleen nog wat onorthodoxe maatregelen nodig.

Opinie

15 april 2024