Analyse Net als iedere andere gemeente is ook Den Haag bezig met de toekomst van de stad. Met de Omgevingsvisie Den Haag 2050 moet dat toekomstbeeld concreet worden. Gebiedsgericht werken is het uitgangspunt, maar volgens onderzoeker Leo Oorschot zorgt die werkwijze er juist voor dat er geen duidelijke, richtinggevende keuzes worden gemaakt. Het bredere narratief en de verbeelding van de fysieke leefomgeving van Den Haag op de lange termijn blijven onderbelicht.
De Omgevingsvisie Den Haag 2050 ‘Thuis in een groene metropool aan zee’ bouwt voort op eerdere strategische plannen van de stad, zoals de Structuurvisie Wereldstad aan Zee (2005) en de Agenda Ruimte voor de Stad (2016). Voor de nieuwe visie hanteerde Den Haag een uitgangspunt van gematigde bevolkingsgroei, in overeenstemming met het eerder door het Rijk vastgestelde scenario uit het rapport Gematigde Groei – Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 (2024). Centraal in de omgevingsvisie staan gebiedsvisies en gebiedsprogramma’s, waarmee de stad inzet op een gebiedsgerichte aanpak. Op dit schaalniveau dienen uiteenlopende ruimtelijke en maatschappelijke bewegingen samen te komen.
Omdat de wijken en gebieden binnen Den Haag sterk van elkaar verschillen, werd echter geen generieke formule gepresenteerd voor de wijze waarop deze bewegingen moeten worden geïntegreerd. Het gemeentebestuur koppelde de ambitie tot verdichten aan de eerder gesloten Woondeal met het Rijk. In dat kader werd het doel gesteld om in de komende jaren ongeveer 30.000 woningen toe te voegen – gemiddeld 4.000 per jaar – in combinatie met investeringen in vergroening en leefkwaliteit.
Zwak punt
De gemeenteraad toonde zich op 26 juni dit jaar positief over de manier waarop de maatschappelijke opgaven en de vijf sectorale bewegingen in de visie zijn gedefinieerd. Wel werd kritiek geuit op het gebrek aan concreetheid in de vertaling van deze bewegingen naar de fysieke leefomgeving in de verschillende stadsdelen en woonwijken. Raadsleden spraken dan ook de wens uit voor meer sturing en regie vanuit het college op dit punt.
Elke beweging doet een beroep op de fysieke ruimte, waardoor conflicterende ruimteclaims ontstaan op schaalniveau van het stadsdeel of de wijk
Het oog voor onderlinge verschillen tussen woonbuurten werd als een sterk punt van de visie gezien – terecht, want de Vogelwijk verschilt wezenlijk van de Binckhorst, en Nieuw Waldeck kent een ander karakter dan het Zeeheldenkwartier. Wat echter als zwak punt werd ervaren, was het ontbreken van een generieke strategie of methodiek voor het samenbrengen van de vijf bewegingen op wijkniveau. De uitdaging voor de komende jaren is het verfijnde samenspel tussen generieke stedelijke doelen, sectorale bewegingen met de transities en de gebied specifieke uitwerking daarvan in een stad met zulke uiteenlopende woonwijken.
Vijf ruimtelijke bewegingen
Om richting te geven aan de ambities, veranderingen en groei in de fysieke leefomgeving, introduceerde de gemeente Den Haag vijf strategische thema’s: de zogenoemde “bewegingen”. Deze bewegingen vormen geen vastomlijnd eindbeeld, maar schetsen een gewenste sectorale koers voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Ze fungeerden als stuurinstrumenten – aldus de gemeente - voor het gemeentebestuur bij het maken van keuzes in het ruimtelijk domein. Deze vijf sectorale bewegingen zijn onderling sterk met elkaar verweven. Ze beïnvloedde elkaar wederzijds en vereisen daarom een integrale benadering en afstemming bij de uitvoering. Aan elke beweging is een strategische opgaven gekoppeld, gericht op het verbeteren van de leefomgeving, het faciliteren van groei en het versterken van de stedelijke kwaliteit. De vijf bewegingen zijn:
- Thuis in een divers Den Haag. De gemeente wil bouwen voor de buurt, segregatie tegengaan en wijken diverser maken door een mix van wooncategorieën en gemengde woon-werkgebieden te stimuleren. Daarbij hoort ook aandacht voor veilige en gezonde openbare ruimtes, maatschappelijke voorzieningen die meegroeien met de wijk, en het behoud van cultureel erfgoed.
- Ruimte voor groen en water. Dit omvat het vergroenen van versteende straten en pleinen, verbetering van de bodemkwaliteit en de versterking en bescherming van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (SGH).
- Verstedelijking en bereikbaarheid in samenhang. De focus ligt op verstedelijking rond ov-knooppunten, een bouwtempo passend bij de schaal van de Haagse metropool, in- en uitbreiding elders in de stad, versnelling van de mobiliteitstransitie op stedelijk en regionaal niveau en verduurzaming van stadslogistiek.
- Ruimte voor kennis en kunde. De gemeente zet in op een circulaire economie, bevordering van clustervorming tussen onderwijs en werkgelegenheid, verdichting en beter gebruik van bestaande bedrijventerreinen, terugkeer van diensten en kleinschalige bedrijvigheid in woonwijken, en versterking van economische topmilieus.
- Basissystemen op orde. Hieronder vallen investeringen in en regie op de ondergrond, bodem- en watersystemen, opschaling van het elektriciteitsnetwerk, uitbreiding van het collectieve warmtenet, versterking van de kustverdediging, en verduurzaming van de bestaande gebouwen en woningen in de stad.
Lange termijn
De vijf ruimtelijke bewegingen hebben elk een relatief autonome en inhoudelijk gerechtvaardigde ontwikkelingslijn. Op gebiedsniveau komen deze bewegingen samen in gebiedsvisies, gebiedsprogramma’s en omgevingsplannen voor de woonwijken en -kwartieren. Elke beweging doet een beroep op de fysieke ruimte, waardoor conflicterende ruimteclaims ontstaan op schaalniveau van het stadsdeel of de wijk. Deze spanningen vormen een centraal thema binnen de gebiedsvisies en uitvoeringsprogramma’s. De gemeenteraad had graag meer sturing gezien van het college op dit punt. Raadsleden waren eensgezinds over het gemis aan duidelijke sturing door de gemeente bij de gebiedsvisies en gebiedsprogramma’s in de verschillende wijken door de gemeente. Een aantal punten werden meerdere malen als zienswijze ingediend:
- Samenhang tussen de vijf bewegingen. De omgevingsvisie biedt geen houvast op het sturen op deze samenhang tussen de bewegingen. De vijf bewegingen zouden door hun vrijblijvendheid gestuurd kunnen worden door politieke overwegingen op korte termijn in plaats van de lange lijnen van een metropool aan zee.
- Cultureel erfgoed. Bescherming van het cultureel erfgoed en versterken van de stedenbouwkundige samenhang is niet goed geduid. Het gaat niet alleen om beschermde stadsgezichten maar bijvoorbeeld ook over cultuurhistorische waardevolle groenstructuur, waterlopen, landgoederen en archeologie.
- Aandacht voor water is vooral voor de kwaliteit en een robuust watersysteem. Echter water heeft ook recreatie- en natuurwaarde. Water zo meer in balans met groen moeten worden gebracht.
- Effecten op Natura 2000-gebieden. Een opgave met concrete maatregelen om bij de Natura 2000-gebieden te herstellen en drukfactoren te verminderen zoals: wonen, werken, recreatie en mobiliteit.
- Gezondheidsverschillen tussen wijken.
- Realisme en uitvoeringskracht. Welke middelen (financiën en mensen) heeft de gemeente om al deze bewegingen en strategische keuzes uit te voeren?
- Groei van de stad. Men vraagt zich af of in een dichtbevolkte stad met schaarse ruimte zo’n groeiambitie wel wenselijk is
Een belangrijke tegenstelling is er tussen het opnamevermogen van de stad en de ambitie uit de Woondeal met 4.000 woningen per jaar bijbouwen realistisch zijn. Het opnamevermogen van de stad, de woningvraag van burgers en de hedendaagse lage woningbezetting zijn daarbij niet in beschouwing genomen. Volgens cijfers van CBS StatLine telde Den Haag in 2012 in totaal 241.376 woningen en in 2024 waren dat er 272.242, een toename van 30.866 woningen in twaalf jaar tijd. Dat komt neer op gemiddeld 2.572 extra woningen per jaar. Deze 12 jaar waren er ook maar 2.453 sociale huurwoningen bijgekomen. Het grootste deel van de groei vond plaatsvond bij midden- en dure huur, voornamelijk via particuliere verhuurders. Die woningen worden nu verkocht. Ook de afgifte van bouwvergunningen, volgens CBS StatLine, laat zien dat bouwen in een dichtbebouwd stedelijk gebied grote uitdagingen met zich meebrengt. Deze cijfers benadrukken de spanning tussen ambitie (Woondeal, Woonvisie, Omgevingsvisie) en realisatiekracht en ruimte binnen de gemeente. Dilemma dilemma.
Een andere tegenstelling van bewegingen is de combinatie verdichten en vergroenen. Uit een onderzoeksrapport van december 2024 Tekort aan groen in Nederlandse steden: Onderzoek naar de verstening van Nederlandse gemeenten van Natuur & Milieu & Sweco blijkt dat het Haagse groen de afgelopen jaren relatief afnam. In 2019 bedroeg het gemiddeld aantal vierkante meters publiek groen per woonadres in Den Haag 102 vierkante meter. In 2024 was dat gedaald naar 83 vierkante meter – een afname van 19 meter, oftewel 18,5 procent. Het aantal woonadressen en inwoners groeide met 8,5 procent, terwijl het openbaar groen in de buurt slechts met 0,9 procent toenam. De ruimte voor groen hield geen gelijke tred met de ruimte die werd ingenomen door woningbouw en mobiliteit.
Een derde tegenstelling die onderbelicht blijft is de gezondheid van burgers in kwetsbare corporatiewijken. Woonbuurten die met sloop-nieuwbouw worden verdicht en waarbij dure woningen worden toevoegen. Gewoonlijk wordt daarbij niet de sociaaleconomische toestand ven de bewoners verbeterd maar worden ze verplaatst naar elders in de regio en gaan veel meer huur betalen. Ook bij terugkeer is hun woonbuurt en de huur niet meer hetzelfde. In de Omgevingsvisie werd bovendien duidelijk dat Den Haag voor haar ruimtelijke ontwikkeling in hoge mate afhankelijk was – en is, en zal zijn – van nationale, Europese en mondiale ontwikkelingen. Daarnaast is de Den Haag sterk afhankelijk van de samenwerking met regiogemeenten, zoals georganiseerd binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Zonder het maken van duidelijke keuzes, dreigt externe druk leidend te worden in hoe Den Haag zich ruimtelijk ontwikkelt.
Groenblauwe lijnen
Toch zijn er in Den Haag goede aanknopingspunten voor een narratief dat in hoofdlijnen de kwaliteit van de fysieke leefomgeving beschrijft en daarmee richting geeft aan voorgenomen of voor te nemen ontwikkelingen. Naast de dilemma’s zijn er ook interessante koppelkansen die “de bewegingen” in de verschillende stadsdelen bij elkaar kunnen brengen. In februari 2025 verscheen het voorontwerp van de Netwerkstrategie 2040 – Voor een leefbaar en bereikbaar Den Haag die de oude Haagse Nota Mobiliteit uit 2011 vervangt gaat uit van de 15-minutenstad en het STOMP-principe voor wat betreft de mobiliteit. Tenslotte neemt een auto ca. 80 vierkante meter stadsgrond in beslag. Het gevolg van deze mobiliteitstransitie is dat er op termijn een meerkernige stad ontstaat. Scheveningen en Loosduinen hebben een behoorlijke eigenheid, dat kan zo worden versterkt. De auto wordt verder teruggedrongen, daardoor is er weer meer ruimte voor verdichten, verduurzamen en vergroenen en kan er per stadsdeel de verhouding tussen de vijf bewegingen - die past bij het karakter van dat stadsdeel - beter en precies worden beschreven.
Toch een soort thuis in een groene metropool aan zee
Dat gegeven kan gebruikt worden voor het narratief van Den Haag dat de Haagse ruimtelijke karakteristiek verbindt van “de lange lijnen” – de geomorfologisch structuur waarlangs verschillende vormen van mobiliteit zich hebben ontwikkeld - aan het groenblauwe netwerk van de stad. Mobiliteit, klimaatadaptatie, bevordering van de biodiversiteit, recreatie en zelfs erfgoed (landgoederen) kunnen zo worden gekoppeld, een ruimtebesparing. De “lange groenblauwe lijnen” van Den Haag bevestigen enerzijds ook het groene en dorpse karakter van Den Haag en geeft ook ruimte om de kernen (of dorpen) van Loosduinen en Scheveningen meer centraal te stellen. Het zijn de verbindingslijnen tussen de kernen. Gebiedsgerichte aanpak in de toekomst als leidend principe in de Haagse omgevingsvisie is zo gekaderd in een narratief voor heel Den Haag met respect voor de verschillende kernen en stadsdelen zoals Loosduinen en Scheveningen. Toch een soort thuis in een groene metropool aan zee.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Panorama Den Haag’ door Sebastian Grote (bron: shutterstock)