Interview In een bouwcultuur die gericht is op de harde criteria van tijd, geld en organisatie sneuvelt vaak de aandacht voor de minder tastbare aspecten van samenwerking en goed opdrachtgeverschap. Ester Heiman en Martine Verweij pleiten voor meer aandacht voor de ‘onderstroom’: alles was niet gezegd wordt – maar wel degelijk grote invloed heeft op de uitkomst van processen.
Overal waar mensen samenwerken is er een bovenstroom en een onderstroom. Terwijl die ‘harde’ bovenstroom met duidelijke structuren, processen, rollen en doelen vaak leidend is binnen bijvoorbeeld gebiedsprocessen, heeft de ‘ontastbare’ onderstroom grote invloed op de resultaten die je samen boekt. Maar wat is die onderstroom en hoe maak je die zichtbaar én nuttig binnen een gebiedsproces of complexe transitieopgave?
Laten we bij het begin beginnen: wat is ‘de onderstroom’ eigenlijk?
Ester: “De onderstroom gaat over dat wat niet gezegd wordt, maar wel gevoeld en ervaren. We zijn in ons werk heel rationeel, maar we ervaren ook emotie en hebben gevoelens, zorgen, ideeën en overtuigingen. Het zijn psychologische factoren die vaak niet zichtbaar zijn en onbesproken blijven, maar wel grote invloed kunnen hebben op mensen en samenwerking kunnen belemmeren of versterken. Het is dus belangrijk om daar aandacht voor te hebben.”
Ik kan me voorstellen dat mensen ‘de onderstroom’ lastig, ingewikkeld of zweverig vinden.
Ester: “Dat snap ik. De onderstroom klinkt misschien vaag en het is logisch dat mensen er huiverig voor zijn. Het druist in tegen onze cultuur en hoe we opgevoed en opgeleid worden: neutraal, rationeel en met afstand. Daardoor zijn we bijvoorbeeld geneigd onze emoties te onderdrukken. Maar hoe meer we de onderstroom negeren en wegduwen, hoe meer invloed ze heeft en processen laat stokken of zelfs ontsporen.”
‘Ester Heiman’ (bron: Ester Heiman)
‘Martine Verweij’ (bron: Martine Verweij)
Wat kan het meenemen van de onderstroom betekenen voor de resultaten van een traject?
Martine: “Bij windparken in de Noordzee zag ik dat de ontwikkeling daarvan startte vanuit een bekend paradigma: zo kostenefficiënt en met zo min mogelijk risico’s een windpark realiseren. Dan krijg je windparken achter een spreekwoordelijk hek waar vissers met een boog omheen moeten varen. Het is niet raar dat dit emoties oproept. Pas toen de onderstroom mee ging doen en emoties en overtuigingen op tafel mochten komen, ontstond er meer compassie en begrip tussen vissers en windparkontwikkelaars. Dat leidde uiteindelijk tot een ruimer beeld van de gewenste manier van ontwikkelen: in een ecologisch gezonde Noordzee, waar we op een verantwoorde wijze energie en eiwitten (zoals vis) oogsten. Ons beeld van ‘succes’ veranderde dus.”
Jullie overtuiging is dus: geef ruimte aan dat wat niet besproken maar wel ervaren wordt, zodat ook grotere oplossingsruimte ontstaat. Kost dit niet veel te veel tijd en geld?
Martine: “Op dit moment gaat het in onze maatschappij vaak in de eerste plaats om doelen en deadlines halen. We vergeten daarbij dat we goede relaties nodig hebben voor succes. Die relaties worden nog crucialer als we dingen echt anders moeten gaan doen, want je begint pas aan iets nieuws als je ergens houvast of veiligheid aan ontleent. Als het houvast van ‘de gangbare manier van denken en doen’ wegvalt, dan zijn het de relaties met de mensen met wie je werkt die dat kunnen bieden. Het kan een gevoel zijn van ‘we’re in this together’ of ‘de ander zal me niet laten vallen’. Als je op zo’n moment gelijk naar het ‘wat’ zou gaan, dan is er een kans dat je de ‘we’ verliest.”
‘Nieuwe Kompas tweedaagse Mariënwaerdt’ (bron: Randi de Vries)
Ester: “Ik film op dit moment succesvolle projecten waar dijkversterking en natuurversterking hand in hand gaan. Die successen blijken vaak in de kwaliteit van de relaties te zitten. Daar is een besef dat investeren in goede relaties de samenwerking efficiënter én plezieriger maakt. Mensen voelen zich in deze projecten gezien en gehoord als professional en als mens. Als mensen binnen jouw project of opgave innerlijk op omvallen staan, als er thuis emoties zijn of als er zakelijke irritaties zijn, dan helpt het dat die gevoelens er mogen zijn. Investeren in relaties zorgt voor respect en vertrouwen en geeft energie en motivatie om samen echt ergens voor te gaan. Dat is weer de basis voor nieuwsgierigheid, van waaruit een stap naar iets nieuws vanzelfsprekender wordt.”
Jullie hebben het over emoties, maar ook over ecologische waarden. Klopt het dat er verschillende ‘soorten’ onderstroom zijn?
Ester: “In ons onderzoek ontdekten we dat je onderstroom op verschillende lagen kunt onderscheiden. Zo heb je iemands eigen onderstroom: wat speelt er nog meer in je leven terwijl je aan de vergadertafel zit? Dan is er de collectieve onderstroom van een groep mensen die samenwerkt: wat is onze manier van denken en doen, wat zijn de ongeschreven regels, de relationele patroneren en de routines en rituelen van onze samenwerking? Tot slot heb je in een gebiedsproces de identiteit van het gebied, die meer of minder bewust meedoet. Dat gaat om relaties die water, bodem, planten, dieren en mensen met elkaar zijn aangegaan in de loop van de tijd en deze plekken gemaakt hebben tot wat ze zijn. Ik noem dat ook wel ‘de Stem van de Plek’.”
Een individuele onderstroom herken ik wel, maar heb je ook een voorbeeld van de onderstroom van een groep of een gebied?
Ester: “Het gaat dan om het verhaal van het landschap met de ecologie, de geologie, de rol van 'bodem en water' door de eeuwen heen in combinatie met het verhaal van de gemeenschap met haar cultuur, mythes, helden, gewoontes en gebruiken, routines en rituelen. Samen typeren die de relatie van de gemeenschap met het specifieke landschap. Zo zagen we tijdens de leerreizen in Salland een diepgewortelde liefde van Sallanders voor hun landschap, waardoor ze veel zelf voor elkaar krijgen. Dat gebeurt op een typisch Sallandse manier met een mix van eigenwijsheid en doorpakken, liefst zonder te veel bemoeienis van buitenaf. Op Schouwen-Duiveland ervoeren we dan weer dat de watersnoodramp nog steeds zorgt voor een krachtig gevoel van gemeenschap, maar dat het trauma hierover tegelijkertijd maakt dat processen om ruimte te geven aan het water, vastlopen omdat gevoelens hierover onderdrukt worden.”
Waarom is het belangrijk om die onderstroom sámen te ontdekken in een gebiedsproces?
Ester: “Gezamenlijk bewust worden van de identiteit van een gebied, van de Stem van de Plek, is belangrijk om ontwikkelingen in gang te zetten die én aansluiten bij de specifieke ecologische, economische en sociaal-culturele situatie én draagvlak creëren voor ontwikkelingen die de omgeving veranderen, de transitieopgaven. Door de keuzes voor de toekomst hierop aan de laten sluiten, worden plannen onderdeel van het ‘levende systeem’ van deze specifieke plek. Plannen komen zo ‘aan de grond’ of ontstaan ‘van de grond af’. Daardoor groeit de kans dat ze tot leven komen, minder weerstand opleveren, bijdragen aan het welzijn van de plek en al het leven daadwerkelijk dienen.”
Laten we naar de praktijk gaan. Hóé kun je de onderstroom ontdekken, bijvoorbeeld binnen een gebiedsproces?
Ester: “Zelf geloof ik het meest in een ervaring, die start met een fysieke interventie óp de plek waar de opgave speelt. Zo ervaren mensen aan den lijve wat er speelt en leeft op een plek. Ik zie dan altijd een heel ander gesprek ontstaan dan aan de vergadertafel of via papieren stukken. Vanuit echt goed kijken en luisteren naar de verschillende stemmen van de plek volgt bijna logischerwijs de eigen én gezamenlijke opgave. In die fysieke interventie probeer ik mensen heel breed naar hun werkgebied te laten kijken, letterlijk en figuurlijk.”
Heb je een voorbeeld van zo’n fysieke interventie?
Ester: “Ik werk al een tijd in de wereld van de dijkversterking en ga regelmatig met dijkwerkers mee op pad. Die dijkwerkers zien gewoon hun werk: een dijk die onderhouden moet worden. Tijdens een fysieke ontmoeting op een dijk waar ook mensen van natuurorganisaties bij waren die wilden dat er aandacht kwam voor de natuur, heb ik de hele groep uitgenodigd om op in een rij op de asfaltdijk te gaan staan. Eerst keken ze naar de dijk als bescherming tegen het water, door de bril van een dijkwerker dus. Vervolgens heb ik de hele groep laten draaien, eerst naar het land en toen naar het water."
"Zo kwam de nieuwe opgave in beeld: de realisatie van een natuurinclusieve dijk die het hele gebied in oogschouw neemt. De gesprekken die toen ontstonden legden bloot wat lang mentale modellen en overtuigingen zijn geweest en hoezeer die tot voor kort dienend waren. Door de fysieke beweging ontstond letterlijk ruimte om het nu anders te gaan zien en ook de innerlijke transitie mee te nemen.”
En als ik geen dijk heb om op te staan, maar ruimte wil maken voor de onderstroom in een vergaderruimte?
Martine: “Als je wilt dat de mensen met wie je werkt als ‘geheel mens’ aanwezig zijn bij een bijeenkomst, dan is het slim om te starten met een ‘check in’. Dat vergroot de kans dat ze zich veilig genoeg voelen om ook de project- of opgave-onderstroom op tafel te leggen en misschien zelfs nieuwe dingen te gaan doen. Zo’n check in hoeft niet lang te duren, maar geeft wel ruimte om dat wat ook aanwezig is in een team expliciet te benoemen, zodat het niet onbewust de boel ontregelt.”
“Tijdens het proces kun je vervolgens met simpele interventies de onderstroom in beeld brengen, gewoon in de vergaderzaal. Je kunt ruimte scheppen voor de stem van toekomstige generaties of van het gebied zelf door een stoel voor neer te zetten en je team uit te nodigen daar om-en-om plaats te nemen en vanuit dat perspectief mee te doen in het gesprek. Zo komen impliciete aannames boven tafel die anders onbesproken blijven.”
Dit interview werd afgenomen naar aanleiding van een traject dat op verzoek van de Topsector Energie is uitgevoerd. Het artikel verscheen eerder op de website van de Topsector Energie.
Cover: ‘Interventie op de dijk’ (bron: Jaap Warmerhoven)