De recent gebouwde woningbouw Kraanbolwerk, Zwolle door Frans Blok (bron: Shutterstock)

Op pad met Vitruvius – verslag van een zoektocht naar de essentie van ruimtelijke kwaliteit

16 juni 2023

8 minuten

Casus Van een landgoed-in-ontwikkeling tot en met de Marker Wadden: een epische reis onder de vlag van Mooi Nederland. TU Delft-onderzoeker Jutta Hinterleitner ging mee als ‘kwaliteitsluisteraar’ en rapporteert over haar bevindingen. Het altijd lastige begrip ruimtelijke kwaliteit stond centraal. Conclusie: de projecten geven moed, door aan te tonen wat er wél kan.

Wat is ruimtelijke kwaliteit precies en hoe ontstaat dit? Met deze vraag nodigde het team van Mooi Nederland (BZK) onlangs een bont gezelschap van RO-professionals uit voor een driedaagse reis. De tocht voerde op 31 mei, 1 en 2 juni 2023 langs negen voorbeeldprojecten in Overijssel en Flevoland. Ter plekke moest het gebodene de discussie uitlokken over het wat en hoe van de ter plekke gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit. Om zo input op te halen voor de verschillende trajecten waar het ministerie van BZK aan werkt, maar ook voor de aangekondigde Nota Ruimte. Want als we weten hoe ruimtelijke kwaliteit tot stand komt, kunnen we er ook op sturen.

Doorvragen op ruimtelijke kwaliteit

Tijdens de reis werd gekeken door de bril van de Romeinse architect Vitruvius (eerste eeuw voor Christus), die bruikbaarheid, duurzaamheid en schoonheid als hoekstenen van de architectuur definieerde. Vertaald naar de huidige tijd werden dit van lieverlee de begrippen belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde – destijds geïntroduceerd bij de Vierde Nota RO.

Ook de Leerstoel Gebiedsontwikkeling, al vanaf het begin als adviseur bij Mooi Nederland betrokken, was vertegenwoordigd met een ‘kwaliteitsluisteraar’ – schrijver dezes. Deze had de taak om onderweg extra goed op te letten, door te vragen en te ontdekken wat nou die triggers zijn die ruimtelijke kwaliteit doen ontstaan. In het vervolg van dit artikel een greep uit de bezochte voorbeeldprojecten, alsmede een voorzichtige poging de sturingsprincipes rondom ruimtelijke kwaliteit te duiden.

De reisroute door reisgids Op pad met Vitruvius (bron: reisgids Op pad met Vitruvius)

‘De reisroute’ door reisgids Op pad met Vitruvius (bron: reisgids Op pad met Vitruvius)


Op de ochtend van dag een startte het programma in Wijhe aan de IJssel, waar een clubje gepensioneerde burgers op eigen houtje landgoed De Noordmanshoek ontwikkelt. Het betreft een gebied dat was bestemd voor een bedrijventerrein dat er niet meer komt. Het nieuwe programma is divers, compleet met energietuin, voedselbos en een biobased woonwijk. Deel twee en drie van het plan zijn nog toekomstmuziek, maar het zonnepark met natuurinclusieve ambities ligt er al en de energie coöperatie draait. Inclusief het bijbehorend fonds voor financiering van maatschappelijke projecten. Hier werd de vraag gesteld hoe deze hoopvolle start kan worden doorgezet. Gepensioneerde burgers als project- en gebiedsontwikkelaars? Is dat de sleutel voor de toekomstige ruimtelijke kwaliteit?

Plan voor landgoed Noordmanshoek door www.noordmanshoek.nl (bron: www.noordmanshoek.nl)

‘Plan voor landgoed Noordmanshoek’ door www.noordmanshoek.nl (bron: www.noordmanshoek.nl)


Er rezen direct ook vragen over de financiering. Hoe nauw zijn zonnepark en woningbouwontwikkeling met elkaar verbonden? Kunnen winsten uit het park worden ingezet voor de meerkosten van de biobased huizen? Hier was jammer genoeg niet in voorzien. De conclusie bij dit project: de informele daadkracht van burgers vormt een belangrijke sleutel, in combinatie met de goede banden met de gemeente. Maar er bleek ook uit dat een werkelijk integrale aanpak toch nog meer sturing, afstemming en overzicht op de lange termijn vergt.

Stoere woningen

Het tweede projectbezoek vond plaats bij Ecodorp Aardehuis, waar 23 gezinnen vanaf 2006 earthships hebben gebouwd in gedeeltelijke zelfwerkzaamheid. Dat gebeurde met autobanden en aarde, aangevuld met leem en tweedehands hout. De ruime, stoere woningen hebben voor een deel wel kinderziekten (lekkende dakkoepels), maar de bewoners hebben hier een veel bezocht voorbeeld gerealiseerd voor circulair bouwen. In de aanpalende nieuwbouwwijk Olstergaard geeft de gemeente Olst-Wijhe momenteel kavels uit voor kleinschalige woningen (van tiny houses via woningen voor ouderen en een CPO). In de planfase wordt daarbij gestuurd op duurzaam bouwen en community-vorming.

Ecodorp aardehuis door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)

‘Ecodorp aardehuis’ door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)


De bouwkavels kregen regels mee op gebied van tuinaanplant en erfafscheiding (vijf tot zeven lagen vegetatie, geen schuttingen et cetera) zodat er een doorlopende tuin kan ontstaan. De bewoners kwamen gedeeltelijk van ver, om in deze bijzondere buurt te mogen wonen. In dit voorbeeld is het de gemeente, en nog concreter een ambtenaar, die regisserend en ondersteunend optreedt. Deze begeleidt de toekomstige bewoners in workshops en helpt zo de toekomstige kwaliteit te borgen. Hier komen regie en het enthousiasme van mensen bij elkaar en de gedrevenheid er samen iets van te maken. De kleine schaal van het project helpt zeker de verschillende bouw- en woonexperimenten overzichtelijk te houden – en persoonlijk.

Dag twee bracht ons naar Zwolle: een stad die uit een doornroosjeslaap lijkt te zijn ontwaakt

Het laatste projectbezoek op dag een voerde ons naar het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug, waar hard wordt gewerkt aan plannen het park uit te breiden naar de omliggende (agrarische) landschappen in het Twents Reggedal. Samen met een brede groep gebiedspartijen wordt gezocht naar mogelijkheden de droogteproblematiek op te lossen, maar ook landbouwgebieden te verduurzamen. Dit gebeurt door ze mee te laten liften op het ‘label’ van het Nationaal Park, waardoor er businessmodellen zouden kunnen ontstaan voor extensiverende boeren. In dit project is bijzonder dat de verschillende partijen – provincie, waterschap, gemeenten, landbouworganisaties en natuurbescherming – met elkaar aan tafel zitten. Nog niet altijd met het gewenste effect begrepen wij, maar wel met het voornemen op een integrale wijze naar het gebied te kijken en ieders belangen mee te wegen.

Dit voorbeeld speelt op een heel andere schaal en hoe natuur en agrarisch gebruik elkaar in de toekomst kunnen versterken – in plaats van met de rug tegenover elkaar te staan. Dat hier naast ruimtelijke kwaliteit ook verdienmodellen uit voort moeten komen, is de grote uitdaging die de partijen met elkaar zijn aangegaan.

Sallandse Heuevlrug Malu Hilverink door Malu Hilverink (bron: Malu Hilverink)

‘Sallandse Heuevlrug Malu Hilverink’ door Malu Hilverink (bron: Malu Hilverink)


Dag twee bracht ons naar Zwolle: een stad die uit een doornroosjeslaap lijkt te zijn ontwaakt. Hier werkt het stadsbestuur op alle fronten aan verduurzaming en omgevingskwaliteit. Er zijn mooie resultaten te zien. Op bedrijventerrein Hessenpoort verdiepten we ons in wat de energietransitie betekent voor grote bedrijventerreinen. De XL-loodsen van onder andere Wehkamp brachten een discussie op gang. Want hoe kan het dat een terrein dat volop in ontwikkeling is, zo weinig zon-op-dak installaties heeft? Dit is te wijten aan het 20 jaar oude bestemmingsplan, begrijpen wij. Jammer, dat daar niet gaandeweg aanscherpingen in mogelijk waren!

Grotere plaatje

Het aangrenzende landelijke gebied is een zoeklocatie voor windturbines. Hier hebben bewoners en boeren voorrang gekregen om zelf het windpark te gaan ontwikkelen. Ze delen daardoor ook mee in de winst. Maar hoe verhouden deze nieuwe opweklocatie en de grootverbruikers op het bedrijventerrein zich tot elkaar? Het grotere plaatje, het samenbrengen van opwek en verbruik, is nu eindelijk in de maak. Er wordt gewerkt aan een Smart Energy Hub en een Smart Grid, waarmee energievraag en -aanbod kunnen worden geregeld op regionaal niveau. Wat we hiervan leren is dat beleid traag is en bedrijven pas dan reageren als de economische urgentie hoog is. Het is wel goed dat er de komende jaren op deze schaal een energie-pilot wordt uitgerold.

stationsplein Zwolle door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)

‘stationsplein Zwolle’ door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)


We gaan de stad in voor het volgende voorbeeld: het station en het stationsplein van Zwolle, waar proactief aan ruimtelijke kwaliteit is gewerkt door gemeente, NS, ProRail en provincie. Vroeger een drukke plek met regionale bushalte en weinig verblijfskwaliteit, ligt hier nu een prettig plein met regentuinen. Deze functioneren als een ingenieus waterbuffersysteem. De bussen stoppen nu aan de achterkant van het station en de loopbrug ernaartoe is in aanbouw.

Ook de binnenstedelijke gebiedsontwikkeling Kraanbolwerk streeft naar klimaatbestendigheid. Aangezien de hele binnenstad van Zwolle buitendijks ligt, werden vroeger bij hoogwater straten afgezet met schotten, totdat dit werd vergeten. In het Kraanbolwerk zijn de ingangen van de woningen allemaal op +2.60m gerealiseerd, net als de transformatorstations die verhoogd zijn opgenomen in bijvoorbeeld de woongebouwen. De gebiedsontwikkeling is van een hoge stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit, we wandelen door prachtige hofjes. Hier lagen de ambities van alle betrokken partijen zo te zien hoog.

Zonder de individueel gevoelde wens iets te veranderen – inclusief bloed, zweet, tranen en slapeloze nachten – komen pioniersprojecten niet tot stand

Op dag drie voert de route langs de Boerderij van de Toekomst in de Flevopolder. Hier experimenteert WUR met onder meer ‘strokenlandbouw’. Het is een systeem waar in smalle stroken verschillende gewassen naast elkaar worden geteeld. De stroken zorgen ervoor dat de wielen van de landbouwmachines of -robots tussen de akkers rijden en de bodem niet verder verdichten. De verschillende gewassen maken het totaal minder kwetsbaar voor ziekten en schadelijke insecten. In combinatie met de juiste vruchtwisseling is dit de basis voor regeneratieve landbouw. Daarnaast wordt het landschappelijk beeld divers: de stroken vormen een kleurrijk landschappelijk tapijt. De hier gerealiseerde proefopstellingen gaan hand in hand met de praktijk van boeren die pionieren met dit soort nieuwe vormen van landbouw.

Strokenlandbouw door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)

‘Strokenlandbouw’ door Hanna Lara Palsdottir (bron: Hanna Lara Palsdottir)


De reis eindigt op de Marker Wadden, de eilandengroep voor de kust van Lelystad. Ontstaan vanuit de noodzaak de waterkwaliteit van het Markermeer te verbeteren, werkten Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat hier samen aan een nieuw ecosysteem. “Dit project kon niet, maar het is er toch”, zo vertelt de projectleider van Natuurmonumenten. Om überhaupt te kunnen samenwerken met Rijkswaterstaat is hier een projectgebonden governance-constructie ontwikkeld: een hele nieuwe set projectspecifieke spelregels die de beide projecttrekkers in staat stelden de eilanden aan te leggen.

markerwadden door Madelien Kindt (bron: Madelien Kindt)

‘markerwadden’ door Madelien Kindt (bron: Madelien Kindt)


Het effect op de waterkwaliteit valt iets tegen. De eilanden die ervoor zorgen dat ronddwarrelend zand bezinkt en het troebele water helder wordt, zouden eigenlijk groter moeten zijn. Maar naast de waterkwaliteit zijn de eilanden een vogelbroedgebied geworden, dat – ook hier – liever nog 2 tot 3 keer zo groot zou moeten zijn om tot een robuust ecosysteem te kunnen uitgroeien.

Projecten geven moed

Wat zijn nu de leerpunten voor het maken van ruimtelijke kwaliteit? Volgens deze kwaliteitsluisteraar is het een combinatie van verlangen en nut en noodzaak. Daar waar de noodzaak wordt gevoeld een verandering tot stand te brengen om ecologische of economische redenen, zijn het toch de gedreven mensen die de handschoen oppakken. Zonder de individueel gevoelde wens iets te veranderen – inclusief bloed, zweet, tranen en slapeloze nachten – komen pioniersprojecten niet tot stand. Maar zonder overheden die steun verlenen en zien waar zij op het juiste moment een zetje moeten geven, gebeurt dat ook niet.
Aan het eind van de reis doet zich de vraag voor hoe we de leerpunten uit deze projecten kunnen laten doorwerken. Soms betekent dit het kopiëren van een werkwijze, bijvoorbeeld de organisatie van een ecowijk. Soms betekent dit ook opschalen, zoals de strokenlandbouw. En soms is het voldoende om kleine initiatieven aan grotere netwerken te koppelen, zoals de lokale wijncoöperatie aan het grote bedrijventerrein.

Projecten zoals deze, die aantonen wat er wél kan, geven moed. Met al hun tekortkomingen die door kritische vragen snel naar voren komen, laten zij wel zien dat het de moeite loont om samen te werken, de nek uit te steken en kansen te benutten. Voorbij het persoonlijk gewin wordt gebouwd aan structuren die de maatschappij vooruithelpen.


Cover: ‘De recent gebouwde woningbouw Kraanbolwerk, Zwolle’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)


Jutta Hinterleitner 2

Door Jutta Hinterleitner

Onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Rinske Brand Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Flore Zoe)

Een bankje als recept voor meer sociale cohesie

In gebiedsontwikkeling gaat het steeds vaker over sociale impact. Kansrijk is het stimuleren van verbinding bij de inrichting van de openbare ruimte. Rinske Brand vraagt zich af waarom we echter het tegenovergestelde lijken te doen.

Opinie

29 april 2024

Woningen aan de Kraanvogel, met uitzicht op de Zaamkreek. door Lidwine Guiran (bron: Lidwine Guiran)

Projectenkaart-update april 2024: 4 nieuwe gebiedsontwikkelingen uitgelicht

In de afgelopen maanden verschenen er meerdere nieuwe gebiedsontwikkelingen op onze GO Projectenkaart. Uw gebiedsontwikkeling ook op de kaart? Vul het formulier in!

Casus

29 april 2024

Boomwortels verdrukken parkeervlak door Pat Siravich (bron: Shutterstock)

Een boom voor een auto

Ook voor de auto is plek in de leefbare stad. Dan moeten de straten wel op de schop, want leefbaarheid doet óók claims op de ruimte en daar is plek voor nodig.

Onderzoek

29 april 2024