Onderzoek Het begint al een heuse traditie te worden: de reizen onder de noemer van ‘Op Pad met Vitruvius,’ georganiseerd door het rijksprogramma Mooi Nederland. Dit keer trok een groep ruimtelijke professionals door Zuid-Holland langs drie spraakmakende projecten: windpark Krammer, de Tweede Maasvlakte en Eiland van Brienenoord. "De hamvraag is: hoe zorgen we dat natuur op gelijke voet komt te staan?"
"Je hoort nooit iemand zeggen: ik haat natuur." Theatermaker en dichter Elfie Tromp kijkt indringend naar haar publiek. "Je hoort nooit iemand zeggen: wat heb ik een hekel aan al die bomen." En toch, vervolgt ze, gaat de natuur er als eerste aan als we iets anders willen. "Zoals de zeven platanen die in Rotterdam moesten wijken voor het nieuwe station. Of straks de Esch, een van de laatste stukjes stadsnatuur waar zo nodig een nieuwe brug moet komen." Ze kijkt naar buiten en wijst haar toehoorders op het ruisen van de bladeren. "Dit gebied bewijst hoe belangrijk natuur is voor de stad en de mensen. Maar", en ze kijkt wederom de zaal in, "denk nooit dat dit eiland onschendbaar is."

‘Eiland van Brienenoord’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
Dit gebied is het Eiland van Brienenoord, een twee jaar geleden opgeleverd getijdenpark aan de Maas in Rotterdam-Zuid. In het met restmaterialen opgetrokken paviljoen, dat op een open plek in het verwilderde bos staat, luisteren ruim 30 ruimtelijke experts naar Tromps verhaal. Ze zijn al de hele dag met elkaar in Zuid-Holland op pad. Onder de vlag van ‘Op pad met Vitruvius,’ een reeks excursies van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), zoeken ze in actuele gebiedsontwikkelingen naar tastbare ruimtelijke kwaliteit.
Natuur als bondgenoot
De door Tromp aangehaalde paradox – ‘iedereen is voor natuur’ versus ‘natuur is vaak het kind van de rekening’ – is voelbaar tijdens de vossenjacht die diezelfde middag op het Eiland van Brienenoord is uitgezet. In groepjes komen deelnemers met ‘vossen’ te spreken over de betekenis van het getijdenpark. Zo vertelt een jonge moeder uit Rotterdam-Zuid dat haar dochtertje van drie er tijdens huilbuien tot rust komt. De twintigjarige Sayfeddine, ook wonend in de schaduw van De Kuip, snapt hoe geweldig nieuwe natuur is voor mensen die opgroeien tussen stenen en hondenpoep. Niettemin zouden hij en zijn leeftijdgenoten graag betrokken willen worden. "Het is een prachtige plek, maar is het ook een plek voor ons? Laat ons bijvoorbeeld een evenement organiseren, zodat er wederzijdse liefde kan ontstaan."

‘Arjan Berkhuysen van NL2120 legt uit waarom natuur maken lastig is.’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
De invloed van nieuwgemaakte natuur op welzijn en gezondheid – in Rotterdam-Zuid geen overbodige luxe – wordt door medewerkers van het Nijmeegse Bureau Stroming expliciet gemaakt. "Het klinkt gek, maar de grillige vormen in de natuur maken dat we ons beter voelen. Maar hoe meten we zulke effecten, hoe maak je ze onderdeel van afwegingskaders?"
Andere ‘vossen’ vertellen hoe ondanks de vele voordelen stadsnatuur realiseren niet makkelijk is. Projectleider Laurence Peels van de gemeente Rotterdam slaakt een zucht als een deelnemer vaststelt hoe vanzelfsprekend het getijdenpark aanvoelt. "Je moest eens weten hoeveel voeten dit project in de aarde heeft gehad, hoeveel protocollen en procedures we hebben moeten overwinnen."
Even verderop legt Alex Hekman uit waarom natuur maken lastig is. "Steeds meer mensen zien natuur als een bondgenoot in de aanpak van actuele vraagstukken. Toch lukt het niet om natuur een volwaardige plek te geven in gebiedsontwikkelingen." Het zou langer duren en meer ruimte kosten (die duur is en schaars), de vergunningverlening is ingewikkeld en ons financieringssysteem er niet op toegerust. Hekman: "Het is al met al een nogal enge benadering van het wettelijke motto dat alles sober en doelmatig moet." Als directeur van het Groeifonds NL2120 probeert Hekman dat te doorbreken. "De hamvraag is: hoe zorgen we dat natuur op gelijke voet komt te staan met andere belangen en ambities?"
Balans op het net
Hekman en zijn collega Arjan Berkhuysen verzamelen vervolgens alle deelnemers om zich heen in het hart van deze NL2120-onderzoekslocatie. "De komende zes jaar", zegt Hekman, "hebben we met het Groeifonds financiering en de steun van vele partners om uit te zoeken hoe nature based solutions ons kunnen helpen bij de aanpak van urgente problemen. We hopen zo het breed gedragen idee dat natuur goed is van een goed beargumenteerde basis te voorzien."
Berkhuysen kijkt de kring rond waarvan een deel rijksambtenaar is. "Als we steun zoeken bij het Rijk, wat kunnen we dan verwachten? Biedt de Nota Ruimte aanknopingspunten?" Absoluut, reageert Paola Huijding, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Kwaliteit bij het ministerie van VRO. "In het voorontwerp zijn bodem en water aangemerkt als sturend. De intrinsieke waarde van natuur is ondubbelzinnig omarmd." De aanwezigen knikken bevestigend, maar je ziet ze denken: het moet nog blijken of zulke hoopvolle principes terugkeren in de definitieve nota die later dit jaar wordt vastgesteld.

‘Cooperatiegebouw Deltawind’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
De vraag over wat we van het rijk mogen verwachten komt in de ochtend al op tafel tijdens het bezoek aan het windpark op de Krammersluizen tussen Goeree-Overflakkee, Schouwen-Duiveland en Tholen. Nou ja vraag, directeur Monique Sweep van Deltawind – een van de twee energiecoöperaties achter het windpark – weet heel goed wat ze van het rijk verwacht. "We moeten onze energievoorziening niet langer aan de markt overlaten. Nu is het los zand. We hebben het hier over een windpark, terwijl in de krant valt te lezen dat de regering twee kerncentrales wil bouwen." Ze verhaalt over haar gesprekken met het ministerie van Klimaat en Groene Groei. "Die hebben het over inpassen van energie-infrastructuur en dan zeg ik: nee, jullie moeten in de lead komen. Kom met een verhaal over de mix aan energiebronnen die je voorstaat, over hoe je de balans op het net bewaakt, over hoe je verbanden legt met andere opgaven."
Wolkconcept
In de bus schaart VRO-energiespecialist Jasper Groos zich achter Sweeps betoog. "Het feit dat ons energiesysteem decentraler wordt – qua opwek, conversie, opslag, gebruik – betekent niet dat de bevoegdheden ook decentraal zijn. Energie is een collectief goed, maar het is de markt die de vorm en prijs bepaalt. Dat moet veranderen, de rijksoverheid moet met sturende kaders komen." Alleen: voor zo’n sturend verhaal – of laten we het visie noemen – zijn Groos en zijn collega’s afhankelijk van andere departementen, die weliswaar zijn uitgenodigd maar deze donderdag helaas schitteren door afwezigheid.
Overigens is het windpark een toonbeeld van ruimtelijke kwaliteit in brede zin – precies de reden om er in de geest van Vitruvius langs te gaan. Zo wordt een deel van de opbrengsten via een windfonds geïnvesteerd in de omgeving. Denk aan de verduurzaming van de plaatselijke voetbalclub, de vergroening van schoolpleinen en nieuwe kostuums voor de fanfare. Ook is alles uit de kast gehaald ten bate van de kwetsbare natuur. Een ingenieus detectiesysteem zet de turbines stil als een zeearend nadert, de rode lichtjes bovenop gaan alleen aan als er een vliegtuig in de buurt is. Het houten onderkomen van coöperatie Deltawind – een ontwerp van architectenbureau Ro&Ad – is bovendien een knap staaltje circulaire architectuur.

‘Windpark Krammer’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
De 34 turbines zijn op hun plek in het infrastructurele landschap van sluizen, bruggen en gemalen. Het wolkconcept dat achter het ontwerp schuilgaat – door landschapsarchitect Jan van Minnebruggen bedacht omdat rasters en lijnen in de drukke Nederlandse ruimtelijke ordening niet of nauwelijks te realiseren vallen – maakt dat het windpark zich onderscheidt als een nieuw energielandschap, dat zich niettemin voegt in de blauwe leegte die de lucht en het water hier vormen. De opstelling doet vrijelijk aan, maar het onderlinge verband is klip en klaar. De scherp afgebakende vorm maakt het mogelijk om, voor wie de blik verlegt, aan weerszijden van een ander, zeg maar leeg uitzicht te genieten.
Derde Maasvlakte
Tussendoor doet het reisgezelschap de Tweede Maasvlakte aan. In Portlantis, het nieuwe bezoekerscentrum van Havenbedrijf Roterdam, staat een kringgesprek gepland over de toekomst van de haven. In 2030 moet de CO₂-uitstoot ten opzichte van 1990 met 55 procent zijn verminderd, twintig jaar later wil de haven klimaatneutraal zijn. Een enorme opgave, aldus Wouter Bredemeijer van het Havenbedrijf. "Dit is een bijzonder stuk Nederland: een mainport omringd door water, stad en natuur. Maar we hebben een verantwoordelijkheid om de fossiele tak los te laten en te transformeren tot waterstofknooppunt en circulaire hub."

‘VRO-energiespecialist Jasper Groos bij Windpark Krammer.’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
Die omslag is een ingewikkelde puzzel, blijkt uit het verhaal van Rens Wijnakker die namens bureau Fabrications onderzoek doet naar de broodnodige transities in het havengebied. Volgens de landschapsarchitect vormen de twee voornaamste transities – de ombouw van de petrochemische sector naar biobased en synthetisch, en de algehele elektrificering – een enorme ruimteclaim. "Je kunt niet eerst het ene systeem weghalen en dan het volgende opbouwen. De komende dertig jaar zullen ze naast elkaar bestaan, en dat vergt hoe dan ook extra ruimte." De provincie zinspeelt op een derde Maasvlakte, maar Wijnakker vraagt zich af of die dan hier moet. "Het is hier al druk, en er ligt een Natura 2000-gebied om de hoek. Aangezien nieuwe systemen minder afhankelijk zijn van auto- en treininfra stellen wij voor om mogelijke locaties voor zo’n nieuwe Maasvlakte op de schaal van Noordwest-Europa te bekijken."
Niet temmen
Het vermeende ruimtegebrek lijkt de transitie klem te zetten, maar volgens Wijnakker is dat iets van alle tijden. "De groei van en veranderingen in de haven gingen altijd ten koste van iets anders. Het is uiteindelijk een kwestie van keuzes durven maken, van slimme combinaties." In de zaal knikt Hermineke van Bockxmeer van de gemeente Rotterdam instemmend. "Het plan van ingenieur Caland voor een doorbraak naar zee met de Nieuwe Waterweg was ook niet mals. Maar er was iets nodig, dus ging men aan de slag. Nu blijven we teveel hangen in onderzoeken en berekeningen – het weerhoudt ons ervan om in actie te komen. Terwijl de nood aan de man is. Want naast transities hebben we stikstof, natuurcompensatie, defensie en veiligheid."

‘Portlantis gezien vanaf het panoramadak’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)
Om aan de slag te kunnen is een aanlokkelijk toekomstverhaal nodig, een verhaal waarmee het verguisde karakter van de haven doorbroken wordt. Architect van het Portlantisgebouw Winy Maas (MVRDV) heeft ideeën genoeg. "Wat hier nodig is, is een langzame ruilverkaveling. Als de petrochemie in het middengebied verdwijnt kan daar misschien ooit een bos verrijzen. Ik zie de haven als het La Defense (kantorengebied Parijs, red.) onder de werkgebieden. We moeten programma’s mengen, werkgebouwen stapelen. Veel draait hier om opslag. Denk eens in andere vormen – dus niet alleen maar silo’s en dozen, maar ook orthogonale structuren. Die zijn wellicht efficiënter en sparen ruimte uit, en dat kan het vonkje zijn om die ruilverkaveling in gang te zetten." Maas waarschuwt dat we de haven – en zeker de Tweede Maasvlakte – niet teveel moeten temmen. "Behandel dit gebied niet als het zoveelste bedrijventerrein. Dit landschap kan veel aan, hier kun je hier dingen doen die elders niet kunnen."
Jutbak
Als iemand refereert aan Futurama, de befaamde tentoonstelling uit 1939 in New York waar bezoekers kennismaakten met de stad van de toekomst, zegt Maas dat Portlantis iets vergelijkbaars wil bieden. "Hier maken mensen kennis met wat in de haven gebeurt, wat dat betekent voor Nederland en waar de haven heen wil." Het brengt de groep bij de terugkerende vraag wat straks de balans zal zijn tussen bedrijvigheid en natuur. Waar de één verdrietig wordt van de schijnbare ecologische leegte, beweren anderen dat op de Maasvlakte en in de haven de biodiversiteit heel goed scoort. Op het dak van Portlantis stelt gids Maarten de groep ietwat gerust. "Want ja, er is hier industrie, en ja, er is staan hier dozen voor containeroverslag." Dan draait hij zich om naar de Noordzee. "Maar kijk daar, deze haven heeft als enige ter wereld wel een eigen strand."
Over strand gesproken: Matthijs Lievaart, de muzikant die het gezelschap de hele dag vergezelt en hen trakteert op fijnzinnige liedjes over land en water, vertelt dat op zijn initiatief overal langs de kust jutbakken zijn geplaatst waar iedereen plastic rotzooi in kan gooien. "Het probleem van de plastic soep is overweldigend. Zo’n jutbak laat zien wat je wel kan doen – namelijk rommel opruimen om het strand schoon te houden." Hij glimlacht: "Als je in zo’n bak kijkt, zie je de rommel van anderen liggen. Dan weet je: ik ben niet alleen."
Het Eiland van Brienenoord sleepte in 2024 een nominatie in de wacht voor de Gouden Piramide, de Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap.
De verslagen van de excursies ‘Op Pad met Vitruvius’ en andere praktijkverhalen zijn te vinden op de website van het ministerie van VRO.
Cover: ‘Getijdenpark in wording’ door Erik Jansen (bron: Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening)