Rotterdam aerial_no attribution required

Op zoek naar de verbinding tussen platteland en stad

13 maart 2018

7 minuten

Verslag Nederland is een klein land, maar met behoorlijk grote opgaven voor de toekomst. Hoe maken we ons land klimaatbestendig, hoe zorgen we voor duurzame productie van energie en voedsel en hoe behouden we de leefbaarheid onder groei- en krimpbewegingen? Om deze opgaven het hoofd te bieden is meer verbinding tussen platteland en stad nodig. Deze verbinding is bovendien nodig om de aandacht vanuit beleid niet vooral op de stad maar ook op het platteland te richten, zodat de kloof die dreigt te ontstaan tussen bewoners van platteland en stad verkleind wordt. Maar hoe komt die verbinding tot stand? Tijdens de meet up ‘Dialoog tussen platteland en stad’ vormden ruim honderd aanwezigen hier ideeën over, vanuit zowel het perspectief van het platteland als de stad, en alles daartussenin.

De P10 in samenspel met de stad

Ellen van Selm, burgemeester van de gemeente Opsterland en voorzitter van de P10, trapt de meet up af door de missie van de P10 te presenteren: een aantrekkelijk platteland dat in samenspel met de stad ruimte biedt voor oplossingen. Meer informatie over wat de P10 doet is te zien in dit filmpje. Van Selm: “Tijdens de meet up willen wij het graag hebben over hoe dit samenspel gerealiseerd kan worden en welke oplossingen mogelijk zijn.” Kortom: hoe kunnen we de handen ineen slaan om tot zinvolle oplossingen te komen? 
Dorpen hebben een groot lerend en organiserend vermogen, wat ook zichtbaar is bij initiatieven op het gebied van leefbaarheid. Er worden bijvoorbeeld slimme combinaties gemaakt zoals scholen met lage leerlingaantallen die samenwerking zoeken en sportclubs die spelers uit verschillende dorpen samenbrengen. Ook zijn er initiatieven zoals energiecoöperaties, kunstexposities, concerten en lezingen in dorpskerken. Deze ervaring kan een rol spelen in de uitwisseling met de stad. 
Plattelandsbestuurders ervaren nog vaak dat beleid vanuit het Rijk erg randstadgericht is. Er wordt te weinig rekening gehouden met situaties die op het platteland anders kunnen zijn. En dat terwijl de stad ook schatplichtig is aan het platteland, zoals wijlen burgemeester van Amsterdam Van der Laan het formuleerde. In gesprek met elkaar moeten we af van stereotype beelden van platteland en stad. Het platteland wordt bijvoorbeeld geassocieerd met krimp, terwijl dit lang niet overal het geval is. 

Oogsten uit de stedenband Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad

Karin van der Wansem, chef kabinet van de burgemeester van de gemeente Amsterdam, vertelt over de stedenbanden die haar gemeente onderhoudt vanuit het principe van ‘Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad’. De aanleiding voor de stedenband was dat burgemeester van der Laan tijdens zijn ministerschap van Wonen, Wijken en Integratie zag hoe krimpgemeenten in een negatieve spiraal terecht kunnen komen. Hij herinnerde zich dat Amsterdam ook te maken heeft gehad met wegtrekkende mensen vanwege verloedering in de stad. Omdat Amsterdam toen geholpen is, wilde Van der Laan nu andere gebieden helpen.
Met Sluis, Delfzijl en Heerlen is verkend wat samenwerking kan opleveren. Zo heeft Amsterdam een gespecialiseerd ambtenarenapparaat van 14.000 ambtenaren. Dit stelt Amsterdam in staat om kennis en expertise aan te dragen voor projecten in de stedenbandgemeenten. Zoals rond het opzetten van communicatie of evenementen. Of bij aanpassingen van een winkelcentrum in Delfzijl dat te groot was voor het aantal inwoners. Daar dachten Amsterdamse stedenbouwkundigen mee over aanpassingen.
Inmiddels is de samenwerking meer wederkerig geworden. Zo ging een groep Amsterdamse kinderen op vakantie in Sluis, en gingen kinderen uit Amsterdam op zeilvakantie met zeekadetten uit Delfzijl. Andere activiteiten zijn een optreden van het Concertgebouworkest in Heerlen, en van een bigband uit Delfzijl in het Vondelpark in Amsterdam.
Van der Wansem hoopt dat de stedenbanden inspiratie geven voor de toekomst. Van der Wansem: “Er zijn geen streefcijfers of doelen, het gaat om gewoon doen.” De stedenband is een manier om een brug te slaan tussen platteland en stad door te laten zien dat we samen verantwoordelijk zijn voor opgaven als groei en krimp. Daarbij laten de stedenbanden zien dat de overeenkomsten tussen gebieden veel groter zijn dan de verschillen. Van der Wansem: “Bij het Brexit referendum hebben we gezien wat er kan gebeuren als de kloof te groot wordt, dat was in feite een afrekening van het platteland met de grote stad Londen. Dat moeten we koste wat kost vermijden.”

Ervaringen met de stedenband vanuit de gemeente Sluis

Antoine Dierikx van de gemeente Sluis licht toe hoe zij de stedenband met Amsterdam ervaren. Sluis is de meest Zuidwestelijke gemeente van Nederland en aangesloten bij de P10. Zij hebben te maken met ontgroening en vergrijzing, waarbij er vooral sprake is van krimp door sterfte van inwoners en minder door wegtrekken van jongeren. Het toerisme brengt meer mensen naar het gebied. Mede omdat er veel rust, ruimte, en natuur is.
Na eerste scepsis bij de gemeente Sluis over het idee van een stedenband met Amsterdam is men nu enthousiast. Dierikx benadrukt dat Sluis overigens niet altijd de underdog is ten opzichte van Amsterdam. Sluis heeft bijvoorbeeld veel meer restaurants met Michelinsterren per inwoner.
De samenwerking met Amsterdam is gebaseerd op drie pijlers. In de pijler ‘government to government assistance’ vinden bijvoorbeeld masterclasses plaats over demografische ontwikkelingen en advisering op bredere terreinen door ambtenaren uit Amsterdam. Voor de tweede pijler ‘society to society assistance’ zijn er onder andere workshops voor de jeugd in Sluis, van het Nationaal Ballet en de Stadsschouwburg. Onder de derde pijler ‘wederkerigheid’ valt een vakantie voor kansarme jongeren en een vakantie voor een gezin dat slachtoffer is van treitergedrag, beide georganiseerd door Sluis.
De stedenband is om verschillende redenen van belang. Allereerst vanwege de kennisdeling waarbij stad en platteland van elkaar kunnen leren. Daarnaast is er toegang tot expertise uit de stad waar Sluis dankbaar gebruik van maakt. Een laatste belang zit in het opdoen van contacten. Zo is er een nieuw netwerk ontstaan met Amsterdam maar ook met de andere stedenbandgemeenten. 3 Sluis kwam er bovendien achter dat er gedeelde problematiek was met Amsterdam. Dierikx: “Het verschil zit ‘m niet in inhoud, maar de schaal is anders.” Ook was het een goede ervaring om meer bewust te worden van de eigen waarde door vreemde ogen. Amsterdam heeft Sluis geleerd om trots te durven zijn op hun kwaliteiten. Daarbij loopt gelijkwaardigheid als een rode draad door de samenwerking heen. Dierikx: “Dankzij deze gelijkwaardigheid en de open houding van Amsterdam is de aanvankelijke scepsis geëvolueerd naar een beeld van Sluis én Amsterdam in plaats van Sluis versus Amsterdam.” 

De non-urban city en de schijntegenstelling tussen platteland en stad

Peter Sonderen, lector Theorie in de kunsten aan ArtEZ, reflecteert vanuit het perspectief van de kunsten op de verhouding tussen de begrippen platteland en stad. Kunstenaars zijn bij uitstek degenen die kunnen laten zien hoe de dualismen waarmee we telkens weer werken in iets anders omgezet kunnen worden. Dit onbekende midden is waar het in de dialoog over stad en platteland over zou moeten gaan. De opgave is om een gezamenlijke identiteit te zoeken, waarin het centrum en de periferie permanent van rol kunnen wisselen, vanuit een gedeeld belang. Sonderen: “We moeten stad en platteland als een geheel zien waarin onderlinge verbindingen telkens nieuwe verhoudingen scheppen.”
Vanuit de gedachte dat stad en platteland niet langer als een vorm van dualisme gezien moeten worden komt Sonderen bij een nieuw concept: the non-urban city, de niet-urbane stad. Regio’s als Twente en Arnhem-Nijmegen zijn bijvoorbeeld niet erg stedelijk terwijl zij wel steden heten, zijn zij dan niet-stedelijke steden?
Nationaal ziet men een sterke tegenstelling tussen stad en platteland die vooral gevoed wordt vanuit Randstedelijk denken. Vanuit internationaal perspectief is Nederland echter een grote aantrekkelijke metropool met veel groen en goede verbindingen. Waarom spreken we daarom nog niet over stadplatteland of plattelandstad? Elke grote stad (en ook dorp) in Nederland is hoe dan ook verbonden met het platteland en kan daar helemaal niet los van worden gezien.
Het platteland en de natuur zijn bovendien al veel verder gedigitaliseerd dan we ons beseffen. Ons beeld van het platteland en dat van de stad behoeft een ingrijpende herijking. De stad is steeds meer de poëtische plek geworden waar men in een zekere wanorde flaneert (zoals eerder in het pastorale landschap) en het platteland vertegenwoordigt steeds meer het digitale regime.
Waar we in de verhouding tussen stad en platteland naar moeten zoeken is daar waar zij bij elkaar binnendringen, waar ze doorlaatbaar zijn. Het gaat dan niet meer over wat een stad of platteland is maar over wat we binnen dat netwerk kunnen doen. Hierdoor zal de focus de ene keer meer op het platteland liggen en de andere keer op de stad.


Dit item verscheen eerder op Platform31

Cover: ‘Rotterdam aerial_no attribution required’


Merel Ooms door Merel Ooms (bron: Merel Ooms)

Door Merel Ooms

Junior projectleider | Platform 31


Meest recent

GO weekoverzicht 18 april 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was een week waarin de tijd begon te dringen

Dit was een week op Gebiedsontwikkeling.nu waarin de tijd begon te dringen. Voor de woningbouwproductie, om klimaatverandering tegen te gaan en om de openbare ruimte inclusiever te maken.

Weekoverzicht

18 april 2024

Zuiderpark, Rotterdam door Frans Blok (bron: Shutterstock)

“Openbare ruimte is ontworpen voor (jonge) mannen maar (jonge) vrouwen voelen zich vaak onveilig”

De openbare ruimte voldoet vooral aan de behoeftes van (jonge) mannen, waardoor (jonge) vrouwen zich vaak onveilig voelen. Wetenschappers stelden zeven ontwerpprincipes op zodat gebiedsontwikkelaars aan de inhaalslag kunnen beginnen.

Onderzoek

18 april 2024

Zonnepanelen door WHYFRAME (bron: Shutterstock)

De energietransitie anno 2024, op het kruispunt van wegen

Het Nationaal Programma RES publiceert een serie essays waarin wetenschappers kritisch reflecteren op de energietransitie in Nederland. Derk Loorbach bijt de spits af met een historische analyse. Decentraal of centraal, dat is de vraag.

Opinie

17 april 2024