Verslag Hoogheemraadschap, adviseur en gemeente: iedereen is het erover eens dat een klimaatadaptieve leefomgeving alleen lukt als alle partijen meewerken. Tijdens een seminar vertelden Hoogheemraadschap van Delfland, APPM en gemeente Breda over hun tactieken, successen én mislukkingen.
Klimaatadaptieve leefomgeving is een begrip dat steeds meer naar voren komt in beleidsdocumenten en visies. Om zo'n omgeving te realiseren, moeten waterschappen, gemeenten en burgers op verschillende schaalniveaus en locaties samenwerken. Maar hoe pas je deze samenwerking in de praktijk toe? En welke obstakels en kansen ontstaan er in de toekomst?
Antwoorden op deze en andere vragen waren te horen tijdens een seminar eind maart in Den Haag van het BouwregieNetwerk, samen met Hoogheemraadschap van Delfland, APPM, Gemeente Breda en Witteveen+Bos. Via praktijkcases en een workshop deelden partijen hun ervaringen om zo tot nieuwe inzichten te komen én handen en voeten te geven aan klimaatadaptatie en bijbehorende opgaven.
Praktijkcases
De samenwerking tussen waterschappen en gemeenten
De samenwerking tussen Waterschappen, gemeenten en burgers is door de tijd heen veranderd, vertelt Geert Jan Zweegman van APPM. Voorheen hadden waterschappen voornamelijk een regulerende rol. In de afgelopen jaren is deze veranderd naar een meer faciliterende rol. De nieuwe rol legt de nadruk op co-creatie. Dit benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen de partijen om te werken aan een klimaatadaptieve leefomgeving.
Deze samenwerking is in de meeste opgaven vooralsnog locatiegebonden. Zweegman stelt daarom dat het voordelig kan zijn om volgens het hefboomprincipe naar een gebied te kijken:
- Ga samenwerkingen aan met regionale partners die zich sterk maken voor het vraagstuk, want zo ontstaat een sterk netwerk van samenwerking.
- Wanneer nieuwe partijen bij een bestaand proces/netwerk worden betrokken, doorloop dan telkens opnieuw het proces van idee tot strategie. De eigen organisatiestructuur moet hiervoor adaptief zijn, zodat zij mee kan ontwikkelen om zo het maximale uit samenwerkingsverbanden te halen.
Watervasthouden Delfland
Manfred Wienhoven (Hoogheemraadschap Delfland) legt uit welke strategieën het Hoogheemraadschap gebruikt voor de berging van water in de publieke en private ruimte. Hiervoor zocht het niet alleen in het watersysteem naar oplossingen, maar ook op het land.
Als aanpak koos Delfland voor strategieën die op elkaar aansluiten: van meeliften naar zelf initiëren. Belangrijke criteria daarbij zijn hoe hoog het beschermingsniveau moet zijn en hoeveel we als maatschappij bereid zijn te investeren in ‘droge voeten’. Voor elke strategie is een kosten-baten-analyse gemaakt, zodat de haalbaarheid van de maatregelen bepaald kon worden. Uit het onderzoek blijkt dat adaptatie vooral realiseerbaar is via een robuust watersysteem. Hiermee kan efficiënt gewerkt worden aan succesvolle klimaatadaptatie. Dit werkt het beste door enkele grote, gespecialiseerde partijen keuzes te laten maken, in plaats van meerdere individuen de verantwoordelijkheid te geven.
‘werksessie hoogheemraadschap 1’
Impactproject Share My City
Het impactproject Share My City richt zich op waterberging in de private ruimte, vertelt Ivar Roefs (Gemeente Breda). Aangezien 70% van de grond in handen van de burger is, pleit hij voor een bottom-up-benadering. Hierin worden burgers gefaciliteerd en gestimuleerd om hun huis en grond in te zetten voor waterberging. Op de website Share My City kunnen burgers op maat advies inwinnen. Zo leren zij via hun postcode en woonadres de voor hen geldende mogelijkheden voor waterberging, want deze zijn perceel-specifiek. Ook is er een toolbox waarmee burgers leren hoe zij kunnen bijdragen aan de waterbergingsopgave.
Cover: ‘werksessie hoogheemraadschap 2’