Verslag Op dinsdag 27 mei kwamen opdrachtgevers, ontwerpers, bewoners en andere geïnteresseerden samen in Amsterdam Nieuw-West. De aanleiding: de afronding van het project ‘Terug naar de buurt’, geïnitieerd door ERA Contour en begeleid door TU Delft/SKG en bureau Kickstad. De inzet: leren van de ervaringen van bewoners in recent opgeleverde woonbuurten. Met als centrale vraag: hoe willen bewoners zelf hun leven inrichten en hoe helpt de buurt daarbij?
Al eerder besteedde Gebiedsontwikkeling.nu aandacht aan de trend dat ontwikkelaars terugkeren op hun schreden en de projecten bezoeken die ze hebben ontwikkeld. Zij koppelen hun ‘revisited’-acties met name ook aan de groeiende aandacht voor sociale duurzaamheid en het maken van maatschappelijke ‘impact’. Gebiedsontwikkelaar AM bezoekt om die reden haar projecten en ook ERA Contour was benieuwd in hoeverre de vooraf geformuleerde projectdoelstellingen (vanuit de conceptontwikkeling door ERA Contour ‘essenties’ genoemd) gerealiseerd worden. Leiden alle inspanningen inderdaad tot “gelukkige bewoners in sterke buurten”?
Twee vragen
De ambitie van ERA Contour om de eigen projecten tegen het licht te houden, kreeg een uitwerking door een samenwerking met de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG). De methode die TU Delft-promovenda Céline Janssen de laatste jaren ontwikkelde, bleek zich goed te lenen voor een terugkeer naar de buurt. Janssen studeerde op sociale duurzaamheid in gebiedsontwikkeling en introduceerde de ‘Capability’-benadering (een begrip waar nog geen goed Nederlands woord voor is gevonden), die leefkwaliteit en het kunnen vormgeven aan het eigen bestaan koppelt aan de inrichting van de fysieke leefomgeving. Om deze relatie scherp te krijgen, worden twee hoofdvragen aan de bewoners voorgelegd: “wat vindt u waardevol in uw leven,” gevolgd door de vraag: “… en hoe helpt uw leefomgeving om dit ook daadwerkelijk te realiseren?” In vier buurten die ERA Contour de afgelopen jaren opleverde, leverden de gesprekken die volgden (en waarbij ook de ‘wijkwaardenkaart’ van de HAN werd gebruikt) allerlei inzichten op. Deze zijn nu gebundeld in een publicatie en tijdens de Sterke Buurten-dag op 27 mei reflecteerden verschillende experts hierop, onder leiding van Arie Lengkeek (ERA Contour).
Wouter Veldhuis (MUST Stedenbouw en voormalig Rijksadviseur) beet de spits af, hij speelde deze middag een thuiswedstrijd. Veldhuis is geboren en getogen in Nieuw-West – het stadsdeel waar de Sterke Buurtendag plaatsvond en waar ook een ERA-buurt werd onderzocht – en woont daar nog steeds. Veldhuis prees het initiatief om terug te keren naar de buurt (“dat doen we te weinig”) en relateerde het functioneren van woonbuurten met name aan het begrip ‘rechtvaardigheid’ – waar hij al enige tijd met Simon Franke over publiceert. Deelbegrippen die de revue passeerden in het betoog van Veldhuis waren ‘nabijheid’, ‘vertrouwen’, ‘wederkerigheid’ en ‘gemeenschap’. Stuk voor stuk begrippen die zich lenen voor discussie en niet zelden ook nog eens een politieke lading krijgen. Voeg daarbij, aldus Veldhuis, de ontwikkeling die het denken over de stad de afgelopen eeuw heeft doorgemaakt: van de vrije stad, de egale stad (ten tijde van de verzorgingsstaat), de welvarende stad (marktwerking centraal) en de voorzienende stad. In elk lokaal coalitieakkoord worden deze vier perspectieven tegenwoordig gemixed: “En daarom krijgen we met elkaar ook zo weinig voor elkaar. Een ontwikkelaar wordt hiermee de buurt in gestuurd: red je maar.”
Parallel aan de ontwikkeling van het denken over de stad heeft zich een vergelijkbare evolutie voltrokken wat de ‘zelforganisatie’ van bewoners betreft. Kwamen begin 20ste eeuw veel verbeteringen tot stand door maatschappelijke organisaties, daarna namen overheid en markt het over. “En dat leidde weer tot een tegenbeweging – onder de noemer ‘Right of the city’ – en de vraag: van wie is de stad? Burgers zijn geen willoze consumenten, zij eisen het recht op zichzelf te organiseren en met elkaar vorm te geven aan de stad. Met uiteindelijk als doel om ook zichzelf te ontwikkelen. Die emancipatoire kracht is de vorige eeuw verloren gegaan.”

‘Wouter Veldhuis’ door Frank Hanswijk (bron: ERA Contour)
Volgens Veldhuis is de overheid het verleerd om een directe relatie aan te gaan met burgers. Het gaat erom ruimte te maken én ruimte te laten: “We moeten de condities scheppen voor gemeenschapsvorming. Daarbij is het opdracht voor ons allen: blijf je oprecht interesseren voor de mensen in de buurten. En laat hen zelf de tussenruimtes creëren waarin zij elkaar ontmoeten.”
Ongehoorde stem
Aan de hand van twee paneldiscussies werd teruggekeken op het project ‘Terug naar de buurt’. Annica Brummel (Hogeschool Arnhem Nijmegen), Jip Pijs (Kickstad) en Céline Janssen (TU Delft/SKG) lichtten de gehanteerde methode nader toe en gingen met name ook in op het voeren van de gesprekken met de bewoners. Het afnemen van een goed interview en de uitkomsten daarvan goed verwerken is een zoektocht waarbij al werkende weg meer zicht ontstaat op wat wel werkt en wat niet. Janssen: “Het gaat er vooral om dat de ongehoorde stem van mensen wél gehoord wordt. Om daar vervolgens lering uit te trekken. De vraag voor de komende tijd is dan ook: hoe kunnen we de ontwikkelde werkwijze verder verspreiden en ervoor zorgdragen dat verschillende partijen er goed mee kunnen werken.”

Van links naar rechts Jip Pijs, Annica Brummel en Céline Janssen.
‘Beeld panel 1’ door Frank Hanswijk (bron: ERA Contour)
Uit de reacties van Anna Verbruggen (Dutch Green Building Council), Edward van Dongen (ERA Contour) en Tess Broekmans (hoogleraar TU Delft en partner Urhahn) bleek in ieder geval dat een goede basis is gelegd om op voort te bouwen. Verbruggen is recent aangesteld bij de DGBC om ook daar het begrip ‘sociale duurzaamheid’ verder te operationaliseren. Ze ziet goede mogelijkheden om de Terug naar de buurt-systematiek te vertalen naar het programma dat hier inmiddels voor is opgetuigd. “Het kan heel nuttig zijn voor beleggers om ook eens terug te gaan naar de projecten waarin ze hebben geïnvesteerd en daar bijvoorbeeld een omgevingswandeling te doen.”
Broekmans wees op de herhaalde gespreksrondes met bewoners die zij entameert in de Amsterdamse binnenstedelijke gebiedsontwikkeling Oostenburg: “Je weet pas of de ingrepen die je als ontwerper hebt bedacht ook echt werken als er eenmaal mensen in het gebied wonen.” Een concreet voorbeeld is de inrichting van de openbare ruimte ter plekke, waar in 2016 door Urhahn al een plan voor werd gemaakt maar waarvan de realisatie lang op zich laat wachten: “We zijn rond gaan lopen in de buurt met de bewoners en hebben gevraagd naar hun ervaringen. Waar liggen bijvoorbeeld kansen voor vergroening? De antwoorden daarop hebben we verwerkt in een 10 puntenplan met maatregelen die op korte termijn al kunnen worden gerealiseerd.”

Van links naar rechts Edward van Dongen, Anna Verbruggen en Tess Broekmans.
‘Beeld Panel 2’ door Frank Hanswijk (bron: ERA Contour)
Edward van Dongen, directeur Identiteit & Vernieuwing van ERA Contour, gaf tenslotte aan dat de ervaringen van het terugkeren naar de buurt niet alleen helpen om toekomstige projecten mee te voeden, maar ook om de bewijslast te leveren voor de bedrijfsbrede ambitie. “ERA heeft onlangs het B-corp certificaat behaald en in dat kader moesten we een aantal van onze meer impliciete duurzaamheidsdoelstellingen concreter maken. Dat betekende onder meer het nader onderbouwen hoe we vormgeven aan de doelstelling van ‘gelukkige bewoners in sterke buurten’. Daar komen de uitkomsten van dit onderzoek goed bij van pas en we kunnen hier als organisatie zeker nog in groeien.” Bewust hebben daarom ook tal van ERA Contour-medewerkers meegedaan aan de buurtbezoeken en aan het interviewen van de bewoners.
Groot hart
Een middag als deze – waarin het gaat om de bewoners in de wijk – kon uiteraard niet compleet zijn zonder een geluid van twee ervaringsdeskundigen. Schrijver Abdelkader Benali woont in deze buurt en vertelde hoe zijn echtgenote volop actief is in de stadskas Tuin van Toorop, waar onder meer een buurtmoestuin onderhouden wordt door bewoners en ontmoetingen plaatsvinden bij Tante Toorop. Benali onderstreepte het belang van deze voorziening, die door de ontwikkelaars van het project Stadstuin Overtoom (waaronder ERA Contour) aan de buurt is geschonken: “Tante Toorop heeft een groot hart en daar is behoefte aan in deze wereld. (..) Tante Toorop biedt de mensen in de wijk de kans om hun eigen tussenruimtes te creëren. Er wordt getekend, geroddeld, gedanst, gefietst, ontmoet. Vriendschappen worden bestendigd en nieuwe ontmoetingen gerealiseerd. Tante Toorop is het bewijs dat we niet langs elkaar heen leven.”

Na de inleidingen en panelgesprekken gingen de deelnemers aan de Sterke Buurten-dag nog even de wijk in, in dit geval Stadstuin Overtoom.
‘Slotbeeld’ door Frank Hanswijk (bron: ERA Contour)
Dat grote hart heeft ook buurtbewoner en stoker/vuurmeester Bas Blom die in corona-tijd na zijn pensionering zijn medebewoners ging helpen met het afbakken van hun eigen brood in de oven van de kas. Met behulp van het buurtbudget kon Blom een bakkersopleiding volgen en inmiddels is hij al op drie plekken in de wijk actief – en leren anderen weer van hem het vak. “Veel dames uit de buurt zagen met het bakken een stukje van hun eigen jeugd en cultuur terug. In Griekenland, Turkije, Italië, Marokko is het fenomeen nog steeds bekend: het bakhuis waar je met je eigen deeg terecht kan. (..) We bakken het brood, breken het brood en delen het. Het heeft bijna iets sacraals.”
Impuls
De Sterke Buurten-dag (waarvan vermoed wordt dat deze jaarlijks herhaald zal worden, Edward van Dongen hintte daar in ieder geval op) betekende zo de afsluiting van een bijzonder traject. Wetenschappelijke theorie en praktische gebiedsontwikkelingsuitvoering kwamen bij elkaar en aan het enthousiasme van de experts en de aanwezigen af te lezen, krijgt het denken over ‘sociale duurzaamheid’ en ‘maatschappelijke impact’ hiermee een verdere impuls. In een tijdsgewricht waarin in Brussel de wetgeving rondom de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) juist wordt versoepeld c.q. afgezwakt, is het positief dat ondernemingen zelf in beweging komen op dit gebied.
Cover: ‘Waardenkaartjes’ door Frank Hanswijk (bron: ERA Contour)