Opinie Met de verkiezingen en de voorbereidende verkiezingsprogramma’s in aantocht, is het weer de tijd van de politieke wensenlijstjes. Het lijstje voor de gebiedsontwikkeling van columnist Aeisso Boelman is eigenlijk maar heel kort: een gezamenlijke ambitie van publiek en privaat, dat de basis legt voor de nieuwe woonagenda. Hij doet een voorzet voor een viertal punten.
Met stip op één staat het loslaten van de publieke verankering van twee derde betaalbaar bouwen. Laten we dus niet deze doelstelling vastleggen via de Wet Regie op de Volkshuisvesting. En dus ook niet voor alle nieuwbouw implementeren via bijvoorbeeld gemeenlijk beleid, zoals dat nu vaak gebeurt. In plaats daarvan moeten we juist bewegingsruimte creëren voor marktpartijen én overheden. Met die bewegingsruimte kunnen zij inspelen op bijvoorbeeld de bestaande woningvoorraad in een regio, stad of dorp (met veel of juist weinig sociale woningbouw) en de marktbewegingen die zich daar voordoen. Naast bewegingsruimte creëren is het nodig om fundamenteel onderzoek te doen hoe het beste de doorstroming kan worden bevorderd. Daar ligt een belangrijk deel van de oplossing van het woonvraagstuk.
We moeten bij gebiedsontwikkeling collectief overstappen op het instrument van ‘parallel plannen’
Nummer twee op mijn lijst staat het organiseren van structureel rijksgeld voor de woningbouw. Geld dat deels wel en deels niet direct gekoppeld is aan mobiliteit en bereikbaarheid. Bereikbaarheid is immers een belangrijke, maar niet de enige, voorwaarde voor goede gebiedsontwikkeling. De afgelopen kabinetten hebben tweemaal incidenteel 7,5 miljard euro investeringsruimte gemaakt en dat succesvol in gebieden en projecten geïnvesteerd. De weg ligt daarmee open om structureel ruimte te creëren op de Rijksbegroting voor het wonen.
De derde betreft de verbetering van het fiscale klimaat. De mix van een hoge overdrachtsbelasting, het afschaffen van renteaftrek voor buitenlands kapitaal en de rendementsheffing in box 3 heeft een negatieve invloed op het Nederlandse investeringsklimaat. Terwijl we juist een positieve impuls nodig hebben om investeerders aan te trekken. Huurwoningen zijn nodig voor een gezonde woningmarkt en investeringen in huurwoningen vragen om een gezond investeringsklimaat.
Tot slot moeten we bij gebiedsontwikkeling collectief overstappen op het instrument van ‘parallel plannen’. De toepassing van de principes daarvan leidt tot een radicale verkorting van de proceduretijd en daarmee tot een eerdere start bouw. Steeds meer projecten laten dat zien.
Opdat de wensenlijstjes tot een nieuwe, constructieve woonagenda leiden!
Cover: ‘Aeisso Boelman column cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Cleo Mulder)