TU Delft Faculteit Bouwkunde door Rosa de Wolf (bron: Blauwdruk)

Vergroening en verwatering opnieuw de trend in ontwerpland

19 december 2025

8 minuten

Recensie Het is een van de tradities in het vakgebied, de jaarlijkse presentatie van de stand van de landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland. Traditiegetrouw ook geeft recensent Jaap Modder zijn visie op de stand der dingen. Hij is onder de indruk van de getoonde ontwerpkracht maar plaatst wel een kritische kanttekening bij de betrokkenheid van ontwerpers bij de aanstaande grote woningbouwproductie.

“Auto’s eruit, bomen erin,” zei een van de sprekers bij de presentatie op 13 december van het Jaarboek landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland 2025. De werkelijkheid is natuurlijk iets gecompliceerder dan deze toverspreuk en dat bleek trouwens ook uit het verdere betoog van deze ontwerper. Al twintig jaar wordt de ontwikkeling van het stedenbouwkundige en landschapsarchitectonische vak gevolgd in de vorm van jaarlijks verschijnende bestandsopnamen in jaarboeken. Niet alles wat recent door deze beroepsgroep is ‘weggezet’ mag in de eregalerij maar dat geldt wel voor de state of the art.

Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2025

Toelichting van de uitgever: Het Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2025 is een verzameling van het mooiste en meest voorbeeldige dat deze vakgebieden het afgelopen jaar hebben gemaakt. 22 inspirerende projecten die bijdragen aan gezonde en duurzame steden en landschappen.

Zo krijgen sleetse pleinen en kantoorgebieden – soms met radicale ingrepen – een tweede leven. Verrassende tuinrichtingen en nieuwe beplantingsconcepten zorgen voor groene oases in de stad. En het delen van ruimtes en voorzieningen leidt niet alleen tot ruimtewinst, maar zorgt ook voor en sociaal samenhangende woongemeenschappen.

Water speelt een cruciale rol, bij de transities in het landelijk gebied, maar ook bij de herinrichting van stadscentra waar oude waterlopen op een eigentijdse manier worden hersteld. Door oog te hebben voor erfgoed en landschap wint de stedelijke compositie aan kwaliteit.

cover Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2025 door Blauwdruk (bron: Blauwdruk)

Auteur
Mark Hendriks (hoofdred.)

Uitgever
Blauwdruk

Aantal pagina’s
188

Jaar van uitgave
2025

Prijs
37 euro

De voorliggende collectie hoogstandjes wordt ook in deze 21ste editie verzorgd door de redactie van het vakblad Blauwe Kamer en uitgegeven door uitgeverij Blauwdruk. Een onafhankelijke vakjury van vakgenoten (ahum, onafhankelijk?) beoordeelt de inzendingen, en dat zijn er altijd veel meer dan de oogst die uiteindelijk op de zeef van de commissie blijft liggen. Men kijkt naar projecten die ook daadwerkelijk te bezichtigen zijn, te weten gerealiseerde of bijna gerealiseerde plannen. Voor de uitgave 2025 werden uit de postzak met 165 inzendingen 22 plannen geselecteerd (waaronder één studie/voorbeeldplan). De inzendingen komen uit alle windstreken. Ik ben benieuwd wat er aan post uit het Noorden des Lands kwam, want deze inzendingen haalden het jaarboek deze keer in ieder geval niet. De plannen en projecten zijn dit jaar allemaal te vinden in Oost, West en Zuid. Er is een ereplaats voor Rotterdam met een hattrick (dat moet de plaatselijke FC hoop geven): drie projecten uit deze stad werden geselecteerd. Arnhem, Delft en de Achterhoek kwamen elk met twee projecten uit de selectie rollen.

Water in de stad

De jury onderscheidde vijf inhoudelijke categorieën. In de woorden van deze recensent: wonen in het bos, make-overs van bestaande wijken, state of the art stedenbouw, water in het ontwerp en stadsoases. Vergroenen en verwateren (of bewateren?), dat zijn opnieuw de trends in ontwerpland, de groene en blauwe ingrepen meanderen door alle 22 plannen/projecten. Haal het water weer royaal de stad in zoals in Breda, ruim de eerste generatie vergroenen op (die tuttige bloembakken) en maak een echte stadsoase, zoals in de voortuin van de Faculteit Bouwkunde in Delft. Het begrip “rewilden” viel zelfs bij de presentatie (cool!).

Wie zoekt naar criteria die de commissie heeft gehanteerd bij de beoordeling, zal ze niet vinden. Ook een juryrapport of een groslijst met alle inzendingen ontbreekt. Er is een vlot geschreven journalistiek verslag van de redactie waaruit blijkt dat “liefde voor de stad” een belangrijke leidraad is. Het zou me verbazen als dat leidmotief niet terug te vinden is in de meeste van de 165 inzendingen. Verder keek de commissie vooral naar zorgvuldig werken aan de bestaande stad en naar binnenstedelijke transformaties. En groen en water natuurlijk, dat blijkt wel uit de selectie.

Andere rollen

Een interessante waarneming in het intro-artikel is de soms veranderende rol van de ontwerper. Die houdt het tekenpotlood lang niet altijd meer stevig vast. Als gevolg van allerlei externe dynamiek is de ontwerper soms meer een curator of gebiedsregisseur aan het worden. Lijkt me iets voor een essay in het volgende jaarboek. Het ontbreken van een set aan concrete beoordelingscriteria et cetera neemt overigens niet weg dat dit jaarboek, zonder kennis van de rest, een fraai beeld geeft van de fine fleur van de ontwerpende praktijk aan stad en landschap. Of beter gezegd: aan de gebiedsontwikkeling van de laatste jaren.

De Mark Breda entree door Gemeente Breda (bron: Gemeente Breda)

Project doortrekken Nieuwe Mark in Breda, herstel van water in de stad.

‘De Mark Breda entree’ (bron: Gemeente Breda)


Maar wie maken die plannen, wie zijn de opdrachtgevers en misschien wel de belangrijkste vraag: wie voeren ze uit en hoe? De opdrachtgevers in kwestie: dat zijn lang niet altijd de gemeentelijke overheden. Sterker nog, het merendeel (11 van de 21) van de opdrachtgevers in dit jaarboek bestaat uit een (meestal gedeeld) opdrachtgeverschap van woningcorporaties, waterschappen, ontwikkelaars, CPO’s, et cetera. Soms is sprake van gedeeld opdrachtgeverschap van een overheid en een derde partij. Wat dat opdrachtgeverschap betekent voor de uiteindelijke kwaliteit van een gerealiseerd plan lijkt mij een interessante vraag. Die komt in deze publicatie echter niet aan de orde. Een suggestie voor het volgende jaarboek: wat verklaart uiteindelijk de gerealiseerde kwaliteit van een ontwerp/plan? Professioneel opdrachtgeverschap was een aantal jaren geleden een belangrijk onderwerp maar dat thema is op de achtergrond geraakt.

Niet meer alleen

En dan de opdrachtnemers, het gilde van ontwerpers. Dit zijn de namen! De al niet meer zo erg jonge honden in het vak, in de bureaus met de korte namen: Zus, Lola, Delva en oh ja, De Zwarte Hond. En verder de usual suspects: Urhahn, Palmbout, HNS, Veenenbos en Bosch, Witteveen en Bos, Karres en Brands – enzovoort. Voor een volledig overzicht, check het boek. Opvallend hier is dat ook de bureaus het in vrijwel alle gevallen niet (meer) in hun eentje doen, het enkelvoudig opdrachtnemerschap lijkt eveneens verleden tijd. De complexiteit van gebiedsontwikkeling vraagt in alle fasen kennelijk om samenwerking en co-productie tussen partijen. Het lijkt in ieder geval iets voor nader onderzoek.

Opvallend: er is soms niet zozeer sprake van een ontwerp maar van een serie slimme interventies

Over de precieze uitvoering van de plannen worden we niet veel wijzer. Bij de afzonderlijke beschrijvingen is wat staccato informatie toegevoegd. De vraag is wie de uitvoering aansturen: de ontwerpers, de opdrachtgevers, de uitvoerders of combi’s en wat betekent het type aansturing voor de kwaliteit van het gerealiseerde ontwerp? Misschien is dit allemaal een beetje te veel gevraagd, maar ontwerpers werken nu eenmaal in een context van opdrachtgevers en uitvoerders. En dan heb ik het nog helemaal niet over het publiek dat, zoals hierboven al gememoreerd, ook graag het potlood vasthoudt. Als we de veranderingen in de ontwerpomgeving en de gevolgen daarvan niet in de beschouwing betrekken, maken we – scherp gesteld – alleen maar een mooi plaatjesboek.

De strijd eromheen

Dit jaarboek maakt duidelijk dat de ontwerpen voor stad en land lang niet altijd zonder slag of stoot de eindstreep halen. En de genoemde slagzin, “auto’s eruit en bomen erin” zoals die in het Haarlemse transformatieproject ‘Stad tussen de bomen’ (van kantoorgebied naar stadswijk) werd geslingerd was natuurlijk de eerste steen in de vijver. Daarna begint het ontwerpen pas en vooral de ‘strijd’ eromheen. Een ontwerp overigens van ZUS, twee architectenbureau’s (Koschuch en Rijnboutt) en nog veel meer (bij de invulling van het gebied). We kijken in dit geval ook naar het resultaat van heel veel ontwerpen, vooral architectonisch. Over het proces van realisatie en de actoren en hun interacties tasten we in het duister. Begrijpelijk misschien maar een beetje sluier mocht best wel opgelicht.

Geen ontwerper kan het zich in dit tijdsgewricht nog veroorloven, en ze willen dat ook niet, om na het inleveren van de tekening aan de gang te gaan met wat anders. Doe wel en zie niet om; dat zou de dood in de pot zijn. Wat in dit jaarboek ook opvalt, is dat er soms niet zozeer sprake is van een ontwerp maar van een serie slimme interventies, een transformatiestrategie. Dat was het geval in Rotterdam-Zuid met de herontwikkeling van een winkelcentrum en een openbaar vervoer-station. Een stadsreparatie avant la lettre, ditmaal uit de koker van Karres en Brands en Kraaijvanger architecten. Ook dit project maakt duidelijk dat anno 2025 de ontwerppraktijk niet meer eenduidig te definiëren valt.

Brede hersteloperatie

Het pièce de résistance van dit jaarboek is zonder twijfel de terugkeer van de rivier in de stad Breda (raar genoeg staat het project niet op de cover van het boek). Een groot project met de gezamenlijke ontwerpkracht van de stad zelf, van Studio Mars en ODC architecture. Breda ziet zichzelf graag als een stad in een park, nou vooruit. Een tijdje geleden noemden we dat een parkstad. De terugkeer van de Mark is een hersteloperatie waar nogal wat ontwerp in brede zin aan te pas is gekomen. De Nieuwe Mark tikt alle verplichte boxen aan: verblijfskwaliteit, ecologische kwaliteit, klimaatadaptie, aanpak urban heat island, et cetera. In feite gaat het hier om een eigenstandige ecologische ader door de stad en de verbinding met het gebied (het park?) daarbuiten. De ontwerpers hebben hier zeker niet alleen zitten tekenen. Hoe maak je een natuurinclusieve kademuur? En welke beplanting komt er langs het water? En vooral: hoe houd je kwaliteitsambities in de lucht bij een looptijd van tien jaar?

Karres Brands Hart van Zuid door Sebastian van Damme (bron: Blauwdruk)

Transformatie Hart van Zuid in Rotterdam, met vergroening als integraal onderdeel.

‘Karres Brands Hart van Zuid’ door Sebastian van Damme (bron: Blauwdruk)


De vakwereld roept de laatste tijd nogal eens dat zij het beter weet en in ieder geval nodig is, als het gaat om de grote woningbouwopgave die de politiek zichzelf heeft gesteld. Men wil ieder geval een plaats aan tafel. Of men daar veel kan betekenen, waag ik me ook na lezing van dit jaarboek toch lichtelijk te betwijfelen. Geen misverstand, natuurlijk moeten de ontwerpers aan tafel. Maar of men bereid en in staat is zich te wagen aan deze kwantitatieve opgave is de vraag. De kwaliteit van de ontwerpen voor gebiedsontwikkeling die we in deze publicatie aantreffen is zonder meer overtuigend. De aantallen woningen die daarbij gerealiseerd worden, lijken echter van secundair belang. In Deventer lag een fors woningbouwprogramma klaar voor een gebied dat in de uitvoering 15 woningen per hectare telt. We zien nu een heel bijzonder plan met tiny houses in een groene omgeving, verbonden door zandpaden, een idylle in de stad. Bureau Urhahn bezorgde deze Hanzestad een natuurinclusieve en collectieve zelfbouwwijk, een pareltje dat is het zeker. Maar de opbrengst in bouwvolume zet natuurlijk geen zoden aan de IJsseldijk. Het gerealiseerde plan is zeer waarschijnlijk op langere termijn wel beter en duurzamer dan hetgeen een snelle Vinex-achtige actie – met 35 of meer woningen per hectare – had opgeleverd. Het maakt duidelijk dat de ontwerppraktijk van dit moment meer op heeft met de kwaliteit op de kleine schaal dan met het grote gebaar. Of hebben we daar architecten voor nodig?


Cover: ‘TU Delft Faculteit Bouwkunde’ door Rosa de Wolf (bron: Blauwdruk)


Jaap Modder door Jaap Modder (bron: LinkedIn)

Door Jaap Modder

Brainville, urban and regional planning


Meest recent

TU Delft Faculteit Bouwkunde door Rosa de Wolf (bron: Blauwdruk)

Vergroening en verwatering opnieuw de trend in ontwerpland

Het is een traditie: de jaarlijkse presentatie van de stand van de landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland. Jaap Modder is onder de indruk van de ontwerpkracht maar kritisch over de rol van ontwerpers bij de grote woningbouwproductie.

Recensie

19 december 2025

Dit was de week van leren door te doen door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van leren door te doen

Ons lerend vermogen stond deze week centraal. Lessen van de Gouden Piramide, de inzichten van de lokale aanpak in Alphen aan den Rijn bij het bouwen voor starters en de 11 PPS-tips die het werken aan de gebiedsontwikkeling Haverleij heeft opgeleverd.

Weekoverzicht

18 december 2025

Haverleij.jpeg door Drone Addicts (bron: Drone Addicts)

Haverleij: de lessen van 25 jaar samenwerking in de stadsrand

Haverleij laat zien dat het anders kan. Geen standaard uitbreiding aan de stadsrand, maar een gebied waarin landschap, architectuur, natuur en recreatie vanaf het begin met elkaar zijn verweven. Een nieuwe uitgave presenteert de geleerde lessen.

Uitgelicht
Casus

18 december 2025

Uw gastbijdrage op GO.nu: Over gastbijdragen

Uw gastbijdrage op GO.nu

Wij staan open voor bijdragen uit wetenschap en praktijk. Wij moedigen auteurs aan hun kennis en ervaring te delen.

Over gastbijdragen
Uw project toevoegen: Ga naar de GO-Projectenkaart

Uw project toevoegen

Wilt u graag een gebiedsontwikkeling toevoegen aan de GO-projectenkaart? Vul dan via onderstaande link het formulier in.

Ga naar de GO-Projectenkaart
Uw organisatie bij de SKG: Ga naar de SKG-website

Uw organisatie bij de SKG

Uw organisatie aansluiten op het netwerk van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling? Neem dan contact op.

Ga naar de SKG-website
Uw bijeenkomst in de agenda: Neem contact op

Uw bijeenkomst in de agenda

U kunt uw gebiedsontwikkeling-gerelateerde evenement aankondigen via onze agenda door contact op te nemen met de redactie.

Neem contact op