Opinie Columnist Wouter Veldhuis wil af van de mantra ‘Nederland Distributieland’. Hij vindt dat de logistieke sector en daarmee het ruimtebeslag veel meer aan moet sluiten op wat onze samenleving in de toekomst nodig heeft. En dat is een duurzame economie van nabijheid.
We komen uit een tijd van onbegrensde groei. Een wereld waarin handelsrelaties het middel waren om grenzen open te breken en welvaart te bevorderen. ‘Nederland Distributieland’ was jarenlang onze mantra. De logistieke sector wist zich daarmee mondiaal te positioneren. Maar tijden zijn inmiddels drastisch veranderd. Grenzen en muren worden wereldwijd weer opgetrokken, grondstoffen worden steeds schaarser, er is een groot tekort aan arbeidskracht en de beschikbare ruimte voor nieuwe logistieke terreinen is schaars.
Dit culmineerde de afgelopen jaren in de maatschappelijke discussie over de verdozing van Nederland. De lokale weerstand tegen nieuwe logistieke bedrijventerreinen is op veel plekken nu zo groot dat het zelfs voor de grootste believers duidelijk is geworden: de magie van Nederland Distributieland is uitgewerkt.
Nederland is nu een land waarin elke hectare bevochten wordt. Logistiek is niet langer meer de no regret waar altijd wel wat ruimte voor vrijgemaakt kan worden. De grote vraag is dus: wat is de toekomst van de logistieke sector? Aan het bestaansrecht van logistiek twijfelt niemand. Dus het gaat er niet om óf het er moet zijn, maar wel op welke manier de samenleving wil dat het er is. Want hoewel opslag en transport al sinds de jagers-verzamelaars onlosmakelijk bij de menselijke soort horen, vragen veranderende tijden om herbezinning.
Meestal richt de discussie over de logistieke sector zich op alles wat de samenleving niet meer wil: lelijke blokkendozen, aantasting van het landschap, slechte arbeidsomstandigheden en overbelasting van het wegennet. Maar wat ik op dit moment erg mis, is een verhaal over de logistiek die we wél willen. Een verhaal waarbij het er niet om gaat dát we distribueren, maar wát we distribueren.
Er staat namelijk nogal wat op het spel. Goede logistieke keuzes zorgen voor een goed functionerende bloedsomloop die bijdraagt aan het welzijn van Nederland. Slechte keuzes leiden tot dichtslibbende verkeersaders en ruimtelijke infarcten.
Het uitgangspunt bij de te maken keuzes is wat mij betreft dat logistiek geen doel op zich is, maar levert wat onze samenleving in de toekomst nodig heeft. Een goed logistiek systeem is bijvoorbeeld essentieel voor een transitie naar een duurzame circulaire economie. En een slimme organisatie van logistieke stromen en zuinig ruimtegebruik leidt tot een gezonde leefomgeving, waar voor iedereen de ruimte bestaat om een betekenisvol leven te kunnen leiden.
Dit betekent dat er dus ook scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Zowel over het wat, waar als hoe. Laten we de logistieke stromen die weinig waarde aan onze samenleving toevoegen afbouwen. Dan benutten we de vrijgekomen ruimte voor de stromen die we voor een circulaire economie nodig hebben. Laten we vooral inzetten op nabijheid en menging in plaats van functiescheiding en spreiding. Laten we in Nederland de lat voor ruimtelijke kwaliteit zo hoog mogelijk leggen zodat free rider-gedrag niet meer mogelijk is.
Laten we ervoor zorgen dat de bestaande terreinen beter benut worden en alleen nieuwe locaties aanwijzen als deze bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie. En laten we dus ook stoppen met het ontwikkelen van woningbouw op verouderde bedrijventerrein die strategisch in de stad liggen en heel goed bereikbaar zijn via weg, water en spoor. Want de logica van de ruimtelijke schuifpuzzel is meedogenloos. Als je van goed gelegen bedrijventerreinen woonwijken maakt, zijn nieuwe bedrijventerreinen in het landschap onvermijdelijk.
Deze column is geschreven naar aanleiding van het nationale debat over industrieel en logistiek vastgoed op vrijdag 21 april, georganiseerd door Dilas en het College van Rijksadviseurs. De inzichten die tijdens het debat zijn ontstaan, worden verwerkt in een nieuw verhaal voor de logistieke sector, dat medio mei 2023 verschijnt.
Cover: ‘Wouter Veldhuis Column Cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Arenda Oomen)