Het platteland van Groningen door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)

Werken aan perspectief voor nieuwe generaties op het platteland

3 februari 2023

5 minuten

Verslag Je zult maar jong zijn op het platteland. Is er dan nog een perspectief voor de toekomst, nu we ons in het oog van de storm van talloze crises bevinden? Tijdens een studiemiddag van de TU Delft kwamen de dromen van de nieuwe generaties aan bod, evenals de praktische wetten en bezwaren. Willem Korthals Altes rapporteert.

Op vrijdag 27 januari 2023 vond onder voorzitterschap van Maarten Koreman (TU Delft) op de campus Den Haag van de TU Delft een studiemiddag plaats. Thema: het bieden van perspectief voor nieuwe generaties in het landelijk gebied. Gebrek aan perspectief kan ervoor zorgen dat jongeren hun heil elders zoeken, hetgeen kan leiden tot een neerwaartse spiraal. Deelnemers aan de dag kwamen vanuit het ministerie van LNV, provincies, gemeenten, PBL, het Kadaster, jongerenorganisaties, verenigingen van kleine kernen, dorpswerk, verbinders in de plattelandsontwikkeling en de TU Delft. Samen verkenden zij de verdere perspectieven voor plattelandsvernieuwing.

Bewoonbaar platteland

Inleidend verwees Maarten Koreman naar artikel 21 van de Grondwet: “De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.” Veel discussies gaan nu over kerndoelen op het gebied van natuur, water en klimaat. Maar hoe staat het de bewoonbaarheid van het platteland voor nieuwe generaties? Kunnen en mogen hier straks ook nog (jonge) mensen wonen?

Ondergetekende behandelde daarop enkele uitkomsten van het Horizon 2020-project RURALIZATION. Kern hiervan is de gedachte dat het bieden van perspectief voor nieuwe generaties in het landelijk gebied de neerwaartse spiraal kan omdraaien die we zien in veel Europese plattelandsgebieden (figuur 1).

Figuur 1. De benadering van RURALIZATION door Korthals Altes, 2021 (bron: Korthals Altes, 2021)

‘Figuur 1. De benadering van RURALIZATION’ door Korthals Altes, 2021 (bron: Korthals Altes, 2021)


In het kader van het onderzoek werden in 20 Europese regio’s meer dan 2.000 jongeren (18-30 jaar) bevraagd naar hun toekomstdromen voor over 15 jaar. Waar willen ze dan wonen, hoe willen ze in hun bestaan voorzien, wat voor leefstijl en welke obstakels zien ze die het verwezenlijken van hun droom in de weg staan? Veel jongeren blijken te dromen van een leven in het landelijk gebied (figuur 2). De vraag is of deze dromen kunnen worden gefaciliteerd.

Figuur 2. Huidige woonplaats en gedroomde woonplaats door Kuhmonen, 2022 (bron: Kuhmonen, 2022)

‘Figuur 2. Huidige woonplaats en gedroomde woonplaats’ door Kuhmonen, 2022 (bron: Kuhmonen, 2022)


Drie presentaties behandelden vervolgens verschillende aspecten van de opgave: gemeentelijk beleid, jongeren en de toegang tot grond. Wilko Pelgrom is wethouder in Bronckhorst en betrokken bij het P10 Netwerk (met daarin 31 grote Plattelandsgemeenten). Hij ging in op de situatie in zijn gemeente met 44 kleine kernen, zonder grote stad. In de landbouw zijn sinds 2000 485 agrarische bedrijven beëindigd. Daardoor komen volop agrarische bedrijfsgebouwen vrij, een trend die de komende jaren doorzet. Verwacht wordt dat de komende 10 jaar nog eens 250 bedrijven hun activiteiten staken.

Lastige afwegingen

Voor een gemeente is het met deze vele kernen een pittige opgave om te komen tot een goede afweging over de verdeling van voorzieningen, zoals sporthallen, dorpshuizen en zwembaden. Als algemeen uitgangspunt hanteert Bronckhorst dat voorzieningen binnen 20 fietsminuten bereikbaar moeten zijn. De realisatie van betaalbare woningbouw is lastig. Pelgrom noemde als voorbeeld een project met collectief particulier opdrachtgeverschap voor nieuwe generaties. Daarin werd luttele jaren na de oplevering al een woning doorverkocht voor een hoge prijs aan iemand die dicht tegen pensionering aan zit.

Voor werkgelegenheidsontwikkeling is de combinatie van woningen en voorzieningen echter essentieel. Daarnaast vraagt de openbaarvervoersontsluiting de nodige aandacht. Hoe komen werkers en bezoekers bijvoorbeeld bij de AVIKO-fabriek in Steenderen?

Alleen partijen die bereid zijn de grond in korte tijd uit te putten, hebben kans van slagen een kortdurend pachtcontract binnen te slepen

Ida Simonsen, VN Jongeren-vertegenwoordiger Biodiversiteit en Voedsel en lid van de Nationale Jeugdraad (NJR), ging in een bevlogen betoog in op de uitdaging om het landelijk gebied meer in lijn te brengen met de opgaven van biodiversiteit en klimaat. Voor veel landbouwers staat productie voorop. Er is veel nodig om de voedselvoorziening en de biodiversiteitsopgave in balans te krijgen. Zelf heeft zij ook een rurale droom: bij de Warmonderhof in Dronten volgt zij een opleiding op het gebied van biodynamische landbouw. Simonsen brengt het geleerde in praktijk in de Lutkemeerpolder in Amsterdam-West.

In de discussie kwam ook duidelijk de meerwaarde voor het landelijk gebied naar voren van het uitvoeren van de generatietoets bij nieuwe beleidsvoorstellen. Dit voorkomt dat vergrijzing en de waarden die daarbij horen, het beleid domineren. De generatietoets zorgt ervoor dat ook het perspectief voor nieuwe generaties stelselmatig aan de orde komt.

Tijd voor nieuwe pachtwetgeving

Madelien Kindt, junior rentmeester bij K3 (een bedrijf gericht op ontgrondingen en gebiedsontwikkeling na afloop van de winning) ging in op een aantal uitdagingen in de grondmarkt. Deze zijn van grote invloed op de toegang tot grond voor nieuwe generaties. Een daarvan is de pachtwetgeving. De ‘reguliere’ pacht kent zoveel bescherming aan pachters toe dat marktgerichte grondeigenaren deze niet meer toepassen. De geliberaliseerde pachtvormen zijn kortdurend en worden meestal toegewezen op grond van de hoogste prijs. Gevolg: alleen partijen die bereid zijn de grond in korte tijd uit te putten, hebben zo kans van slagen een kortdurend pachtcontract binnen te slepen. Voorstellen voor nieuwe pachtwetgeving zijn ontwikkeld; zij dragen mogelijk aan een verantwoorde ontwikkeling van het landelijk gebied.

Vier visies voor het landelijk gebied

De aanwezigen ontwikkelden hierop in vier groepen aan de hand van een 60-tal trendkaarten (figuur 3) een visie voor het landelijk gebied. Vier toekomstbeelden rolden hieruit:

1 Ons Eigen. Hierin vindt een betere interactie plaats tussen top-down en bottom-up. De context is van belang voor innovatiebeleid en -infrastructuur, voedseltransitie, sociaaleconomisch beleid en de identiteit in beweging en ontwikkeling.

2 Levendig landelijk gebied. Deze visie zet in op een ontwikkeling van biodiversiteit, nieuwe verdienmodellen, koppelkansen tussen energie, toerisme, cultuurhistorie en ecosystemen en lokale initiatieven (kansen geven aan ideeën, collectieve initiatieven, experimenteerruimte en het doorbreken van de schaalvergroting). De noodzakelijke gedragsverandering wordt gebaseerd op nieuwe generaties, educatie en consumenten die meer gewicht leggen bij gezondheid en milieubelasting dan een lage prijs.

3 Staan voor de regionale waarde door daar naartoe te ‘verwaarden’. Centraal staat een beleidsprogramma voor het geven van regie aan gebieden met een focus op eigen identiteit en het realiseren van een opwaartse spiraal door juist die woningen te ontwikkelen die hierbij aansluiten. Kringlooplandbouw betekent het regionaal organiseren van circulariteit en het bereiken van een nieuw evenwicht tussen eigendom en gebruik. Daarbij moet specifieke aandacht zijn voor financiering en haalbaarheid.

4 Rural Next Gen. In deze visie vinden vijf clustervernieuwingen plaats: digitaal, lokaal/sociaal, economie, lifestyle & migratie en robuust & veerkrachtig. Qua beleid gaat het dan om een grondbank om ruimte te bieden voor next gen-activiteiten, glasvezel als openbare voorziening voor het leggen van verbindingen, grondgebonden voedselproductie en lokaal consumeren, een geleide planologie en het invoeren van een generatietoets.

Al met al vonden veel deelnemers het een inspirerende middag. Een hoopgevend signaal: een van de setjes met trendkaarten is door een van de deelnemers (met goedkeuring van de organisatie) meegenomen om wellicht elders te gebruiken.

Figuur 3. Een van de 60 trendkaarten. door RURALIZATION (bron: RURALIZATION)

‘Figuur 3. Een van de 60 trendkaarten.’ door RURALIZATION (bron: RURALIZATION)


Korte uitleg over het EU-project RURALIZATION, dat impulsen moet geven aan het landelijk gebied - ook in Nederland:

Verantwoording: Het project RURALIZATION is ondersteund door het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie via subsidieovereenkomst nr. 817642.


Cover: ‘Het platteland van Groningen’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


willem korthals altes

Door Willem Korthals Altes

Hoogleraar Grondbeleid TU Delft


Meest recent

Vogelvlucht van nieuwe wijk in Nederland door GLF Media (bron: Shutterstock)

Advies Watertorenberaad aan nieuwe kabinet: stel de gebieden centraal!

Het einde van de kabinetsformatie is voorlopig niet in zicht, maar ook voor de voortgang in gebiedsontwikkeling begint de tijd te dringen. Het Watertorenberaad komt met een advies voor de nieuwe bestuurders.

Uitgelicht
Interview

19 maart 2024

Hans-Hugo Smit Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Matthijs van Roon)

Hugo, Hoyte, Kate and the Donald

Meer regie, wie is er tegen? We houden van krachtige teksten en beelden. Maar laten we ons nog wel regisseren? Hans-Hugo Smit prijst Hugo de Jonge maar vreest voor de uitvoering van zijn wet Versterking Regie Volkshuisvesting.

Opinie

18 maart 2024

Hotel New York in Amsterdam door ColorMaker (bron: Shutterstock)

Stedelijke identiteit en gemeenschapsvorming op gemeentelijk niveau

Veel (lokale) bestuurders maken graag aanspraak op ‘stedelijke identiteit’. Maar wat hebben de bewoners aan zo’n beeld, kunnen zij samen met de bestuurders dan ook de stad maken? Planoloog Frank van den Beuken zocht het uit.

Analyse

18 maart 2024