People - pedestrians (Unsplash) door Ryoji Iwata (bron: Unsplash)

Zet omgevingsbeleid in om brede welvaart concreet te maken in regionale ontwikkeling

12 november 2020

6 minuten

Opinie Brede welvaart heeft de afgelopen jaren vaste voet aan regionale grond gekregen. Steeds meer regio’s omarmen brede welvaart als wenkend perspectief. Hoewel het verbreden van het welvaartsbegrip van het bruto binnenlands product naar ‘kwaliteit van leven’ kansen biedt voor duurzame regionale ontwikkeling, ontbreekt het aan handelingsperspectief. Joks Janssen, senior adviseur-onderzoeker bij Het PON/Telos, denkt dat een sterkere koppeling met het omgevingsbeleid dit kan verhelpen. “Ruimtelijke opgaven vormen een concreet aangrijpingspunt om de brede welvaart van regio’s te versterken.”

Iedere crisis biedt een kans tot reflectie. Dat geldt voor de huidige coronacrisis, maar ook voor de verwoestende financiële crisis van 2008. We zijn het alweer bijna vergeten, maar die crisis resulteerde in hoogoplopende werkloosheid, toenemende bestaansonzekerheid voor mensen en ongelijkheid binnen veel landen. In de nasleep van de crisis kwam een al langer sluimerende ontevredenheid over het functioneren van het economische systeem aan de oppervlakte. Het systeem zou onrechtvaardig, onstabiel en niet duurzaam zijn.

Welke samenleving streven we na? En welke economische ordening past daarbij? Economen en beleidsmakers werden door de crisis gedwongen tot inkeer. De neoklassieke orthodoxie die de economie en de beleidsconsensus lang in haar greep had gehouden, werd publiekelijk ter discussie gesteld. De crisis betekende een impuls voor nieuwe ideeën over de inrichting van de economie. Onder aanvoering van een nieuwe generatie economen is sindsdien gewerkt aan een alternatief verhaal, waarin niet welvaart maar welzijn voorop staat.

De economie moet niet enkel gericht zijn op bevordering van groei, maar ook zorgen voor sociale rechtvaardigheid en een gezonde planeet. Verschillende denkscholen, zoals de degrowth-beweging, regeneratieve economie, welzijnseconomie en donuteconomie, proberen invulling te geven aan dit gedachtegoed. Hoewel ze verschillende accenten leggen en elk een eigen benadering hebben, willen ze allemaal de economie menselijker en duurzamer maken. De economie moet in dienst staan van hogere doelen en bijdragen aan menselijke en ecologische belangen. Daarbij past ook een andere maat om welvaartsgroei te meten. Het bruto binnenlands product (bbp) is - zoals Robert Kennedy eind jaren ‘60 al opmerkte - te beperkt. Het meet alles, behalve wat het leven waardevol maakt.

Breed welvaartsbegrip

In de zoektocht naar alternatieve middelen om welvaart in kaart te brengen heeft de in 2015 door de Tweede Kamer ingestelde (tijdelijke) commissie ‘breed welvaartsbegrip’ een belangrijke rol gespeeld. Vanaf het moment dat deze commissie in het voorjaar van 2016 rapport (pdf) uitbracht, heeft brede welvaart een hoge vlucht genomen. Zo hebben de drie planbureaus en het CBS uitgezocht hoe het brede welvaartsbegrip kan worden gemonitord op nationaal niveau. Dat heeft onder meer geresulteerd in een Nationale Monitor Brede Welvaart. Deze monitor brengt niet alleen het niveau van de brede welvaart ‘hier en nu’ in beeld, maar analyseert ook in hoeverre dit welvaartsstreven een druk legt op volgende generaties (brede welvaart ‘later’) en op andere landen (brede welvaart ‘elders’).

De CBS-monitor en andere monitors zoals de Brede welvaartsindex (BWI) van de Rabobank en Universiteit Utrecht laten zien dat brede welvaart nieuwe taal is voor een al wat ouder verhaal over duurzame ontwikkeling. Door duurzame ontwikkeling wordt immers voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder dat daarmee de behoeften van toekomstige generaties – hier en elders – in gevaar worden gebracht. Dit betekent concreet dat economische groei moet plaatsvinden binnen de grenzen van het ecosysteem en dat er aandacht is voor de verdeling van welvaart en de veerkracht van de samenleving. In de nationale uitwerking van het streven naar duurzame ontwikkeling speelt de regio een cruciale rol. Niet zo vreemd als je bedenkt dat de maatschappelijke en bestuurlijke werkelijkheid zich in toenemende mate op het regionale niveau manifesteert.

De regio schaalniveau brede welvaart

De regio vormt voor veel mensen de maat van het dagelijkse bestaan. En aangezien brede welvaart gaat over wat mensen van waarde vinden, zijn regionale (f)actoren van groot belang. Ons geluk en ons welzijn wordt immers sterk bepaald door waar (en hoe) we wonen, en door de mogelijkheden die onze directe omgeving biedt voor werk, school, ontspanning en sociale interactie. Het gaat, kortweg, om de kwaliteit van leven én van de leefomgeving. Omdat regionale omstandigheden sterk kunnen verschillen, zijn brede welvaartsopgaven per definitie contextspecifiek. Daarvan geeft het Rijk zich ook rekenschap. Met behulp van zogenaamde Regio Deals werkt ze met andere overheden en partijen samen om de brede welvaart in regio’s te verbeteren. Uitgangspunt daarbij is regionaal maatwerk.

Stond het economisch beleid van het Rijk lange tijd in het teken van het versterken van de economische concurrentiekracht van kansrijke regio’s, door de verbreding van het welvaartsbegrip groeit de aandacht voor minder kansrijke gebieden. Brede welvaart zorgt ervoor dat naast ‘efficiency’ ook ‘equity’ in de regionaal-economische vergelijking wordt betrokken. Dat is winst. Omgekeerd biedt het brede welvaartsbegrip individuele regio’s ook een bril waarmee ze beter zicht krijgen op de onderlinge samenhang tussen het economisch, sociaal en ecologisch ‘kapitaal’ van stad en land. Verschillende regio’s, zoals Brainport Eindhoven en de provincie Friesland, omarmen brede welvaart als wenkend perspectief en zijn inmiddels aan de slag met monitoring. Dit regionaal enthousiasme ten spijt, ontbreekt het in de meeste gevallen nog wel aan handelingsperspectief. Regio’s worstelen met de operationalisering van het brede welvaartsconcept.

Brede welvaart concretiseren

Hoe kom je van monitoring tot beleidsinterventies? Hoe te (be)sturen op brede welvaart? In de beantwoording van deze vragen kan het omgevingsbeleid uitkomst bieden. Veel van de opgaven om brede welvaart in regio’s te verbeteren, gaan namelijk over duurzaamheid en goed wonen en leven voor iedereen. In de verbetering van de leefomstandigheden van mensen, kunnen urgente ruimtelijke opgaven op het gebied van woningbouw, energietransitie, mobiliteit en klimaatadaptatie het verschil maken. Denk aan de energietransitie. Die is nodig om de economie te verduurzamen, maar kan in kwetsbare wijken ook als hefboom dienen om energiearmoede tegen te gaan en te werken aan de gezondheid van bewoners, aan vraagstukken van eenzaamheid en sociale veerkracht. Datzelfde geldt voor de woningbouwopgave, die niet alleen over kwantitatieve aantallen gaat, maar ook over kwalitatief woongenot. De toegang tot natuur en hoogwaardige publieke ruimte in stad en dorp zijn belangrijke factoren voor onze kwaliteit van leven.

Regio’s worstelen met de operationalisering van het brede welvaartsconcept

Door de koppeling met ruimtelijke opgaven kan het brede welvaartsconcept een interessante basis vormen voor een duurzamere regionale ontwikkeling. Om dat goed te laten werken, zal brede welvaart niet enkel als meetinstrument maar ook als afwegingskader moeten worden benut. Met het brede welvaartsconcept kun je namelijk niet alleen achteraf vaststellen hoe de regio zich heeft ontwikkeld, maar kan je ook vooraf beleidsvoorstellen analyseren en prioriteren. De brede welvaartsbril dwingt partijen om de relatie tussen economische productiviteit, kwaliteit van leven en ecologische veerkracht te doordenken. Zo kunnen ruimtelijke opgaven en daarmee verbonden financieringsstromen die nu nog langs elkaar heen lopen, beter met elkaar in verband worden gebracht. Brede welvaart kan zorgen voor een bredere waarderingsgrondslag voor investeringen in lokale en regionale gebiedsontwikkeling dan enkel financieel-economische waarde.

Van denken naar doen

Creëerde de vorige (financiële) crisis de juiste condities voor een doorbraak van het brede welvaartsdenken, de huidige coronacrisis biedt regio’s de kans om de slag te maken van denken naar doen. De tijd lijkt rijp voor een vorm van regionale ontwikkeling die zich (meer) rekenschap geeft van het welzijn en welbevinden van mensen. Als de coronacrisis iets duidelijk maakt is dat het in diepste wezen gaat om de vraag hoe gezond je bent, hoe de balans werk-privé uitpakt, of je wel genoeg sociale relaties hebt, en hoe het zit met je woongenot. Onze omgeving, in sociaal en fysiek opzicht, krijgt een steeds bredere waardering. Door een sterkere koppeling met het omgevingsbeleid kan brede welvaart die (her)waardering van een concrete agenda voorzien. 

Cover: Unsplash


Cover: ‘People - pedestrians (Unsplash)’ door Ryoji Iwata (bron: Unsplash) onder CC0 1.0, uitsnede van origineel


Joks Janssen (foto Marc Bolsius) door Marc Bolsius

Door Joks Janssen

Joks Janssen is senior-adviseur duurzame gebiedsontwikkeling bij Het PON & Telos en praktijkhoogleraar ‘Brede welvaart in de regio’ aan Tilburg University


Meest recent

GO weekoverzicht 10 oktober 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van de ruimtelijke tegenaanval

Deze week wordt op Gebiedsontwikkeling.nu de ruimtelijke tegenaanval vol ingezet. Of het nu gaat om ontwerpend onderzoek, het krachtenspel in de Nederlandse plint of om leefstijlen die wel degelijk meerwaarde hebben.

Weekoverzicht

10 oktober 2024

Luchtfoto van de N434 in Leiden door Aerovista Luchtfotografie (bron: Shutterstock)

Regionale Investeringsagenda (RIA) zet mes in halsstarrige verkokering

Het werken met Regionale Investeringsagenda’s is inmiddels al zo doorontwikkeld dat er een SKG-handreiking over kan worden gepubliceerd, om de opgedane ervaringen breed te delen. Wendy de Hoog, Co Verdaas en Friso de Zeeuw zetten de belangrijkste con

Uitgelicht
Analyse

10 oktober 2024

Werkplekken bij WeWork in Amsterdam door Matt Rakowski (bron: Shutterstock)

Kansen voor nieuwe levensvormen, de toekomst van de Nederlandse plint – deel 3

In het afsluitende artikel in de serie over de Nederlandse plint tonen Conrad Kickert en Frank Suurenbroek de potentie aan van een bredere toekomst voor de Nederlandse plint. Er kan meer dan alleen winkels en horeca.

Onderzoek

9 oktober 2024