Bodegraven

Zo bescherm je groen

23 juni 2017

2 minuten

Opinie Relatief kleine steden, omgeven door groene gebieden en water, naast de gangbare ‘droge’ infrastructuur. Dat kenmerkt Nederland. Internationaal benijdt men ons. Kunnen wij die basisstructuur behouden, ook in de stedelijke regio’s waar de druk om verder te verstedelijken toeneemt? Ja, dat kan, als we het geraffineerd aanpakken. Mijn ervaring leert dat die waardevolle groene gebieden in de buurt van steden alleen groen kunnen blijven als aan drie voorwaarden wordt voldaan.

Het zit anders!

In de eerste plaats gaat het uiteraard om visie, ambitie en planologisch beleid. Het aanwijzen van ‘groene contouren’ is in dit verband aan te raden; het dwingt om goed na te denken over welke gebieden we op de lange termijn echt van verstedelijking willen vrijwaren. En let daarbij op de derde dimensie. Alle grote steden beraden zich op de mogelijkheid van hoogbouw. De stevige discussie over de wolkenkrabber-plannen voor de Sluisbuurt in Amsterdam gaat ook over de enorme uitstraling (zichtbaarheid) in de wijde, groene omgeving. Het politiek bestuur kan structuurvisies, bestemmingsplannen en Nationale Landschappen wijzigen.

Daarom gaat de tweede randvoorwaarde over continuïteit: ‘robuust groen’ steunt op een solide en vitaal feitelijk gebruik. Dat kan door duurzame agrarische exploitatie. Of door een natuur- en recreatiefunctie waarbij eigendom en beheer in handen zijn van natuurorganisaties of recreatieschappen. Zorgboerderijen, streekeigen-productie, combinaties van boeren, natuurbeheer en recreatie: allemaal prima. Als het maar niet tot gepriegel in de marge beperkt blijft. De onopgeloste mega-problematiek van wegzakkende veenweidegebieden verzwakt bijvoorbeeld de weerbaarheid van de groene functie.

Het derde element van de heilige drie-eenheid van robuust groen gaat over de mate waarin het groen leeft bij bewoners en andere betrokkenen in het gebied. Komen zij actief in het geweer als verstedelijking dreigt? Een obscuur groepje prikkebenen redt het niet. Wel een brede beweging, met een neus voor netwerken, publiciteit en (politieke) beïnvloeding. Wat werkt niet? Het Groene Hart is een voorbeeld van een veel te groot, amorf gebied dat voornamelijk in de hoofden van bestuurders en ambtenaren bestaansrecht heeft. Beleidsdiarree over ‘Metropolitane parken’ zet evenmin zoden aan de dijk. Deel het Groene Hart op in herkenbare eenheden die echt waardevol zijn en investeer daar in: kleiner maar krachtiger. Ook stadskabouters die elke verstedelijking ‘in de wei’ afwijzen - fans van de ‘rode contouren’ – zijn niet effectief. Hun dogmatische benadering maakt hen tot losers: alles overal tegenhouden lukt niet. 


Bron: ROmagazine, juni 2017


Cover: ‘Bodegraven’


Friso de Zeeuw door - (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Door Friso de Zeeuw

Adviseur gebiedsontwikkeling en emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Een bovenaanzicht van een parkeerplaats door Bjorn Beheydt (bron: shutterstock)

Wat te doen met al die parkeerplaatsen? Twee voorbeelden van groot tot klein

Moeten we de automobiel nog wel zo’n prominente plek geven in de stad? Zijn er geen andere oplossingen denkbaar, die meer doen voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit? Twee projecten, in Texas en Nijmegen, laten zien dat het ook anders kan.

Analyse

9 juli 2025

Heerhugowaard door Rudmer Zwerver (bron: shutterstock)

Het vereveningsfonds: meer sturingskracht voor betaalbare nieuwbouw

Gemeenten zonder veel grond in eigendom kunnen met het vereveningsfonds sturen op het realiseren van betaalbare woningen. Platform31 bracht de ervaringen in drie gemeenten in beeld.

Onderzoek

9 juli 2025

Large Brown Meeting Table door Rawpixel.com (bron: shutterstock)

Ontwerpkracht moet een betere plek krijgen aan de bestuurstafels

Jutta Hinterleitner, Karin Peeters en Taco Postma schreven in opdracht van Platform Ontwerp NL een essay over hoe de kloof tussen ontwerp(ers) en bestuurders kan worden gedicht. Daarvoor werden negen projecten aan een analyse onderworpen.

Analyse

8 juli 2025